Vlieglessen voor Draghi
De ECB heeft een andere aanpak nodig om haar doelstellingen te realiseren. Een studie van de UGent opteert voor ‘helikoptergeld’.
‘De Europese Centrale Bank (ECB) heeft geen afdoende antwoord op de aanhoudend lage inflatie’, zegt professor Mattias Vermeiren van het Ghent Institute for International Studies (GIIS). Samen met doctoraal onderzoeker Hielke Van Doorslaer heeft hij op vraag van denktank Minerva het ECBbeleid grondig doorgelicht. Hun conclusie: de manier waarop de bank het monetaire beleid uitstippelt, is niet aangepast aan de uitdagingen van deze tijd.
Dat de ECB het moeilijk heeft om haar doelstellingen te realiseren, is geen geheim. De bank heeft eigenlijk maar één doel: de inflatie vlak bij 2 procent brengen. Maar sinds 2009 is de kerninflatie, waar het beleid op gebaseerd wordt, niet meer in de buurt van 2 procent gekomen. Een verontrustende ontwikkeling, vindt Ver De ECB en meiren. ‘Want het betekent dat de ECB bij de volgende recessie onvoldoende capaciteit zal hebben om maatregelen te nemen.’ Dat blijkt eigenlijk nu al: de bank wil het stimulerende QEprogramma afbouwen, terwijl de volgende re cessie weer voor de deur staat.
Vermeiren en Van Doorslaer pleiten voor meer coördinatie tussen het budgettaire en monetaire beleid. Nu werken die in tegengestelde richting. De Europese Commissie hamert op begrotingsevenwichten en bezuinigingen, terwijl de ECB met negatieve rentetarieven en obligatieopkoopprogramma’s de economie rugwind probeert te geven. ‘De noodzakelijke coördinatie is in de huidige institutionele context moeilijk’, zegt Vermeiren. De ECB is politiek onafhankelijk. En dat terwijl het monetaire beleid onvermijdelijk een politieke component heeft, meent Vermeiren.
‘Na vele duizenden miljarden euro’s in het systeem geïnjecteerd te hebben, bedraagt de kerninflatie nog altijd maar 1,2 procent’
QE4P
Vermeiren en Van Doorslaer breken een lans voor een heel ander stimulerend beleid: ‘QE for the People’ of afgekort QE4P. In het huidige QEprogramma pro
MATTIAS VERMEIREN Ghent Institute for International
Studies (GIIS)
hebben onvoldoende capaciteit om maatregelen te nemen bij een volgende