DIVA gaat vijf jaar besparen
Het DIVA opende in mei zijn deuren.
Het nieuwe diamantmuseum DIVA heeft een vijfjarenplan klaar om zijn tekorten weg te werken. Sinds zijn opening trekt het gemiddeld 1.500 bezoekers per week.
Het DIVA, een nieuw museum dat focust op diamant, zilver en juwelen, opende in mei met de nodige fanfare. Er was vier jaar voorbereiding aan voorafgegaan. Het museum was de nieuwe parel aan de kroon van het Antwerpse cultuurlandschap.
Na amper drie maanden werking lekte uit dat zijn directeur Jeroen Martens voortijdig opstapte (DS 14 augustus). Dagelijks leider spelen was niet zijn betrachting, luidde het. ‘Ik ben klaar voor een volgende uitdaging’, zei hij aan deze krant. Tegelijk werd bekend dat het museum te kampen had met een tekort van twee miljoen euro.
Nu het huis erkend is als Vlaams museum en weet hoeveel subsidies het vanaf 2019 krijgt, heeft het de puzzel gelegd voor een herstelplan. Tegen 2023 moet het tekort van de baan zijn. In tegenstelling tot wat eerder werd gezegd, gaat het museum die inspanning zelf dragen. De collega’s van de Museumstichting – het Fotomuseum en het Modemuseum – hoeven dus niet mee te besparen.
Het DIVA krijgt van de Vlaamse Gemeenschap een jaarlijkse startsubsidie van 300.000 euro. Dat is minder dan de verhoopte 542.000 euro.
Daardoor moet het museum elk jaar 378.000 euro besparen. Daarvoor heeft het zijn organigram aangepast en zet het in op meer efficiëntie. Concreet komt dat neer op een schrapping van vier personeelsleden. Sommige medewerkers stapten zelf op, van anderen werd het tijdelijke contract niet verlengd.
Het DIVA snoeit ook in de Shanghai Diamond Exchange. In het kader van die samenwerking met China stuurde het museum zijn tentoonstellingen naar het Verre Oosten. ‘Dat bleek een zeer dure onderneming’, zegt woordvoerster Suzanne de Lange. ‘In
Het museum heeft zijn organigram aangepast en zet in op meer efficiëntie. Concreet komt dat neer op een schrapping van vier personeelsleden
2019 is er geen buitenlandse expositie gepland. In de huidige constellatie ligt het de eerstkomende vijf jaar waarschijnlijk moeilijk.’
Na het vertrek van Martens neemt Walter Rycquart de dagelijkse leiding waar. Dat is de algemeen directeur van de Museumstichting. Hij vult de functie tijdelijk in, tot er een nieuwe leiding voor het museum is gevonden.
Op een half jaar tijd kan het museum behoorlijke cijfers voorleggen. Het ontving in die periode gemiddeld 1.500 bezoekers per week. Geëxtrapoleerd op jaarbasis komt dat neer op 90.000 bezoekers – daar zijn de deelnemers aan events in verrekend. Het slaat goed aan bij groepen. Tegen april volgend jaar zullen er ruim 520 groepsbezoeken geweest zijn.