Grillig zijn werkt in de politiek
‘Trump doet letterlijk wat hij wil, zelfs als hij geen idee heeft waarheen hij gaat.’
Sinds de Franse revolutionair SaintJust aan het eind van de achttiende eeuw geluk naar voren schoof als een nieuwe politieke factor, is er maar weinig veranderd. Met elke verkiezing wordt hetzelfde beloofd en gehoopt: een gelukkig leven. Er zijn variaties op de vraag hoe je dat bereikt – via hoop (Obama) of via angst (Trump) – maar de inzet van de democratie blijft gelijk: wie overtuigt ons dat we er met hem aan het roer beter van worden?
Er was een tijd waarin onze hoop op geluk verankerd was in particuliere principes, of politieke partijen en politici die verdedigden (of tenminste deden alsof). Dan kwam het er voor die laatste op aan bijbelvast te blijven om stemmen binnen te halen. Nu heten kiezers grillig te zijn, maar is dat wel zo? Sommige politici beweren de ene dag iets en ontkennen het de volgende dag, ze verklaren zich akkoord met een pact en daarna niet meer, ze leggen naakte feiten naast zich neer en dat allemaal zonder dat kiezers hen afvallen.
We doen er goed aan daar grondig bij stil te staan. Het lijkt irrationeel of dom dat mensen hun stem geven aan dat soort politici. Want hoe betrouwbaar is iemand die woordbreuk pleegt? Nochtans ligt aan die grilligheid een belangrijke verschuiving ten grondslag van de wijze waarop we ons met de politiek identificeren, en die verklaart veel. Sinds enige tijd komt die identificatie steeds meer tot stand met een persoon en minder met een principe of een partij. Als de persoon het haalt van de ideeën, volstaat het voor een politicus zichzelf te zijn. Een beetje zoals Jahweh ooit enigmatisch antwoordde op de vraag van Mozes wie Hij wel was: ‘Ik ben die Ik ben.’ Als er iemand een grillig humeurtje kon hebben, was het Jahweh wel, en toch bleven velen in Hem geloven. Hij was immers wie Hij was.
In onze samenleving staat ‘jezelf zijn’ stilaan boven alles. Zo ook in de politiek. Veel kandidaten komen op zonder er vaste principes op na te houden. Dat opent een speelruimte waarvan andere politici alleen kunnen dromen. Volksvertegenwoordigers met duidelijke programmapunten kunnen zich nooit een misstap veroorloven zonder hun geloofwaardigheid en dito stemmen te verliezen. Wie kandidaat is voor een ecologische partij en vijftig keer per jaar het vliegtuig neemt, heeft een probleem. Een socialist met drie Ferrari’s ook. Wie daarentegen lak heeft aan principes en doet wat hem goed lijkt, kan veel kanten op. Dan kun je liegen en bedreigen, schelden, je woorden terugtrekken of akkoorden schrappen. Zolang je jezelf niet verloochent, blijf je overeind. Dan ben je wie je bent.
Dit soort politici scoort omdat ze openlijk doet wat ons de hele tijd wordt voorgehouden: bij het eigen gevoel blijven. Daardoor lijkt hun gedrag grillig, maar dat is slechts schijn. Consequent trouw blijven aan jezelf impliceert ook toegeven aan de eigen wisselvalligheid. Dat doen we ongeveer allemaal een beetje. Zo lopen veel relaties stuk omdat we ons er niet meer goed bij voelen, zoeken we een andere baan omdat onze persoonlijke groei in het gedrang komt en kopen we geen producten omdat we ze nodig hebben, maar omdat ze ons op dat moment een goed gevoel verschaffen. Jezelf zijn is de grote drijfveer in deze samenleving.
Politici als Donald Trump houden ons een fantasmatische spiegel voor van een ideaalwereld waartegen ons sjofele bestaan verbleekt. Hij doet letterlijk wat hij wil, zelfs als hij geen idee heeft waarheen hij gaat. Vandaar de identificatie uiteraard: het gaat om ideaalbeelden of idolen die ons doen dromen van beter. In het echte leven is jezelf zijn een enorme opgave die haast tot mislukken gedoemd is. We komen er vaak niet eens achter wie we echt zijn, en dan zijn er nog talloze hindernissen die het ideaal van zelfrealisatie doen mislukken: plichten, geldtekort, anderen die tegenwerken of ons gesukkel met het leven.
Zoals SaintJust al wist, hunkeren we ernaar gelukkig te zijn. Politici die erin slagen een gelukshype rond hun eigen succesvolle persoon te creëren, hebben zeer goed door waar het vandaag om gaat: door openlijk hun grillige zelf te zijn, scheppen ze een emotionele band met kiezers waar geen factcheck tegen op kan. Bijgevolg is het logisch dat velen stemmen op mensen die laten uitschijnen dat geluk maakbaar is, zolang we maar trouw blijven aan onszelf. Willen we die logica begrijpen, dan moeten we veel dieper graven dan de al te makkelijke analyses over emotioneel wispelturige mensen die binnen die immer complexe en volatiele maatschappij hun onzekerheid zouden bezweren door op sterke leiders te stemmen. Misschien zijn de keuzes van heel wat kiezers veel standvastiger, doordachter en consequenter dan de hen door anderen toegedichte motieven suggereren?
Een socialist met drie Ferrari’s heeft een probleem. Wie lak heeft aan principes, kan veel kanten op
Ignaas Devisch