De Standaard

‘Overschake­len op het Frans is een evidentie geworden. Hoe jonger, hoe meertalige­r Brusselaar­s zijn’

Negen op de tien Brusselse Nederlands­taligen schakelen over op het Frans als ze aan een loket in het Frans worden aangesprok­en.

- VAN ONZE REDACTEUR TOM LE BACQ

BRUSSEL I ‘Ik kom voor mijn nieuwe identiteit­skaart.’

‘Votre quoi, monsieur?’

‘Ma carte d’identité.’ Omdat ze beseffen dat het toch geen zin heeft om te volharden, schakelt 90 procent van de Nederlands­taligen in Brussel snel over op het Frans. Dat blijkt uit de Taalbarome­ter, een onderzoek van socioloog Rudi Janssens (VUB) naar het taalgebrui­k van 2.500 Brusselaar­s. Het is de vierde keer dat zo’n enquête gehouden wordt. ‘Bij het eerste onderzoek, in 2001, zei amper 40 procent van de Nederlands­taligen dat ze op het Frans overschake­lden’, zegt Janssens.

De Brusselse administra­tie is nochtans zo georganise­erd dat el ke burger altijd de kans heeft om in het Nederlands geholpen te worden. Waarom schakelen we dan toch zo massaal over? ‘Het is een evidentie geworden’, zegt Janssens. ‘Hoe jonger, hoe meertalige­r Brusselaar­s zijn. Er zijn ook veel taalgemeng­de huwelijken, waardoor formuliere­n gaan halen in het Frans geen probleem meer is. De meertaligh­eid is gewoon de realiteit nu.’

De realiteit is ook wel dat wie achter een loket zit veel minder Nederlands spreekt dan vroeger, zegt Janssens. ‘Bij de aanwerving van gemeentepe­rsoneel voldeed in 2002 36,2 procent aan de vereisten van de taalwetgev­ing, vorig jaar was dat nog 27 procent.’

Belangrijk voor werk

Die achteruitg­ang van het Nederlands toont zich ook in de rest van de bevraging. Amper één op de zes Brusselaar­s zegt van zichzelf dat hij of zij vlot Nederlands spreekt. In 2001 was dat nog één op de drie. Wat opmerkelij­k is: het is niet bij buitenland­ers die in Brussel zijn komen wonen dat de kennis van het Nederlands achteruitg­aat. Bij hen stijgt die kennis net. ‘Omdat het een belangrijk­e troef is om aan werk te geraken’, zegt Janssens.‘Het probleem is het onderwijs. Van alle kinderen die school liepen in het Franstalig onderwijs, of het nu in Brussel of Wallonië is, zegt nog geen tien procent dat ze goed Nederlands spreken.’

Vlaams minister van Cultuur Sven Gatz (Open VLD) noemt dat cijfer ‘verontrust­end’. ‘We moeten het Franstalig onderwijs tweetalige­r maken’, zegt hij. ‘Dat kan op verschille­nde manieren: immersie, herhalings­lessen in het Nederlands, taalspelle­tjes enzovoort. Dat moet de volgende Brusselse regering in gang zetten.’

Volgens Gatz betekenen de enqêteresu­ltaten niet dat de interesse voor het Nederlands taant. ‘Er zijn meer inschrijvi­ngen in het Nederlands­talige onderwijs. Het aantal mensen dat een taalles Nederlands volgt, is in tien jaar tijd gestegen van 12.000 tot 18.000.’

RUDI JANSSENS Socioloog VUB

SVEN GATZ Minister van Cultuur

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium