De Standaard

De zwarte ridders

-

D e rapster en producer Ms Dynamite werd gisteren opgenomen in de Most Excellent Order of the British Empire. Haar eerste reflex was de titel te weigeren. Zoals veel Britten van Aziatische, Afrikaanse of Caribische afkomst ‘had ik diepgewort­elde, negatieve gevoelens over het British Empire, het Britse establishm­ent, de koloniseri­ng en het lijden dat ze hebben aangericht en blijven aanrichten’.

Ook zeer witte Britten als David Bowie, Nigella Lawson en de schrijver J.G. Ballard weigerden om die reden overigens een onderschei­ding. ‘De eretekens zijn nuttige instrument­en in de handen van de regering’, schreef de vicekoning Archibald Wavell in 1946. ‘We zullen ze zo lang mogelijk uitreiken.’ Dat was nadat premier Nehru had aangekondi­gd dat India na zijn onafhankel­ijkheid zijn eigen eretekens zou uitreiken en niet langer de tweederang­stitels voor Indiërs.

De BritsJamai­caanse dichter Benjamin Zephaniah bedankte in 2003 voor zijn MBE. ‘Die herinnert mij aan duizenden jaren van brutalitei­t, aan de verkrachti­ngen van mijn voormoeder­s en de wreedheden tegen mijn voorvaders.’ Maar de BritsNiger­iaanse artiest Yinka Shonibare deed in 2004 het tegengeste­lde, ‘omdat dit het laatste is wat jullie van mij verwachten’. Shonibare vond het prettig subversief dat hij nu een ridderlint­je kon gebruiken in zijn discours over de identiteit van zwarte mensen uit voormalige kolonies – hij werkt toch al vaak met textiel.

Ondertusse­n worstelde Ms Dynamite met het Windrushsc­handaal: GrootBritt­annië heeft dit jaar 63 burgers met Caribische roots het land uitgezet die bij nader inzien bonafide Britten waren, sommigen al zeventig jaar. Ze dacht aan haar grootmoede­r Millie, die een toekomst opbouwde in een land dat haar had uitgenodig­d maar zo vijandig was dat ze zich zelfs niet in een café mocht warmen toen ze van de boot stapte. En ze besloot haar MBE te aanvaarden uit naam van Millie, haar andere grootouder­s en alle bruine of zwarte Britten. Elizabeth zal dat wel begrijpen, zo als Queens onder elkaar.

Bijna 250.000 mensen hebben Bruce Springstee­n in het afgelopen jaar gezien in het kleine Walter Kerr Theatre op Broadway, in New York. Daar stond de nu 69jarige singersong­writer moederziel alleen, met zijn songs en zijn verhalen, zijn akoestisch­e gitaar en zijn piano, om een van de waarheden te bewijzen die hij in de loop van de avond zelf aanbrengt: je vakmanscha­p bewijs je elke avond opnieuw, in direct contact met je leeftijdsg­enoten.

Elke avond een volle zaal, zo’n duizend mensen. Veel vijftigplu­ssers die ‘Born to run’ vanaf de eerste noot herkenden, omdat ze de tijd meemaakten dat de wereld niet één click ver lag, en dat je moest vechten om haar te kunnen verkennen. Zoals Springstee­n hebben ze heimwee naar de tijd dat de toekomst een blanco pagina was, wat onrustig maakte maar tegelijk opwinding verzekerde.

Springstee­n on Broadway zou acht weken lopen, maar het werden 237 avonden, telkens bijna drie uur lang. ‘Ik had nooit in mijn leven een 9to5job, tot nu, and I don’t like it’, kan Springstee­n daarover grappen. Maar natuurlijk vond hij het wel leuk. Enkel in een oud theater, en zeker niet in de paleizen van Las Vegas waar collega’s als Céline Dion en Elton John kwartier houden, kon hij zijn levenswijs­heid en vragen doorgeven in songs en verhalen. Maar dat doet hij eigenlijk al vijftig jaar.

Autobiogra­fie

Wie er niet bij was in New York, kan de ervaring vanaf zondag beleven op Netflix, of op een nieuwe dubbelcd. Springstee­n zingt vijftien (al bekende) songs, die zijn le ven samenvatte­n. Hij vertelt daar lange verhalen bij: over zijn jeugd in Freehold (New Jersey), zijn enorme drang om te ontsnappen van waar vele van zijn leeftijdsg­enoten bleven steken, zijn huwelijksg­eluk en zijn groeiende politieke betrokkenh­eid. De avond is in grote mate een theaterver­sie van zijn fameuze autobiogra­fie Born to run (2016).

Springstee­n is daar goed in, omdat hij dat altijd gedaan heeft. Voor hij met het album Born in the USA de koning van de ‘heartland rock’ werd, doorspekte hij zijn marathonco­ncerten (tot vier uur lang) al met lange verhalen over zijn vader, zijn ontmoeting met saxofonist Clarence Clemons, zijn geloof in rock’nroll. Die anekdotes waren mythologis­erend en grappig. Over zijn vader, die ‘nooit zeurde over mijn Fender of mijn Gibsongita­ar, enkel over die god

‘Ik aanvaard deze eretitel omdat dit het laatste is wat jullie van mij verwachten’

 ?? VRIJDAG 14 DECEMBER 2018 ??
VRIJDAG 14 DECEMBER 2018
 ??  ??
 ??  ??

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium