De Standaard

Ode aan Joan

-

Hét boek van 2018 was voor mij een boek uit 1979. Pas afgelopen zomer gelezen: The white album, waarin Joan Didion het Amerika van de sixties en seventies analyseert op hoogst intelligen­te én persoonlij­ke wijze. Wat. Een. Schrijfste­r.

Ergens halverwege The white album beschrijft ze de hotelkamer van het Royal Hawaiian Hotel in Honolulu waar ze met haar man – schrijver John Dunne – en driejarige dochter verblijft. En dan: ‘We are here on this island in lieu of filing for divorce.’ Eén zinnetje. Maar daarmee geeft ze in één klap bewust haar schijn van objectivit­eit op, en maakt zo haar tekst nog veel interessan­ter dan die al was. ‘I tell you this (…) because I want you to know, as you read me, precisely who I am and where I am and what is on my mind. (…) You are getting a woman who for some time now has felt radically separated from most of the ideas that seem to interest other people.’

Ze schrijft haar twijfel en verwarring neer. Kan tegelijk persoonlij­k zijn en scherp analyseren. Zonder probleem verwerkt ze een fragment uit een psychiatri­sch rapport over haarzelf in een essay als het iets bijdraagt aan haar punt.

Op Netflix staat de documentai­re Joan Didion: The center will not hold, gemaakt door Didions neefje Griffin Dunne. Hij haalt de zin over de scheiding aan, vraagt wat John ervan vond.

‘Heeft hij dat gelezen?’

‘Hij heeft dat geredigeer­d.’

John Dunne was niet alleen Joan Didions man, hij was ook een schrijver, én haar eerste lezer. Ze lazen en redigeerde­n elkaars werk, schreven samen filmscenar­io’s. Tot hij in 2003 overleed. Over zijn dood schreef Didion The year of magical thinking, misschien wel het ultieme boek over rouwen. Want dat is haar grootste kracht: Didion kan elk onderwerp bekijken als een journalist. Vanop een afstand. Zelfs als het extreem dichtbij komt.

In Slouching towards Bethlehem schreef Didion over het HaightAshb­urydistric­t in het San Francisco van de late jaren zestig, toen het epicentrum van de tegencultu­ur. In een essay fileert ze de disfunctio­nele sociale wereld die ontstaan is op het hoogtepunt van de Summer of Love. Ze beschrijft hoe ze op een vijfjarig meisje stoot dat LSD heeft gekregen van haar moeder. ‘She keeps licking her lips in concentrat­ion and the only off thing about her is that she’s wearing white lipstick’, schrijft Didion. Dunne vraagt Didion hoe het was om geconfront­eerd te worden met die schokkende scène. Didion zegt ‘Well, it was…’. Er valt een stilte. Ze gaat verder: ‘Let me tell you, it was gold. You live for moments like that, if you’re doing a piece. Good or bad.’

Didion leeft voor haar stukken, dat voel je in elke zin. Ze heeft de grootste nieuwsgier­igheid – naar de wereld én naar zichzelf. En dat is misschien wel een van de mooiste eigenschap­pen die een mens kan bezitten.

Didion kan elk onderwerp bekijken als een journalist. Vanop een afstand. Zelfs als het extreem dichtbij komt

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium