De Standaard

‘Een liefde als de onze is een geschenk van de goden’

- JELLE VAN RIET

De boeken zijn nog ge vaarlijker hoog gesta peld, maar verder ligt het peperkoeke­nhuis van het echtpaar DrosGeelen in Hilversum er precies hetzelfde bij als negen jaar geleden. Alles oogt onaangetas­t: het leven, de gezellighe­id, de werkdrift, de liefde voor elkaar. Ook op Imme Dros (82) zelf lijkt de tijd weinig vat te hebben. ‘Har rie en ik zijn nog erg vief, maar hebben allebei een rugproblee­m’, nuanceert ze, terwijl Geelen koffie zet zoals alleen hij het kan: kunstig, met een reusachtig­e krul melkschuim. Afstanden stappen gaat voor geen van beiden meer – hij heeft een versleten rug, zij is ooit door een auto geschept en kampt met een verschoven wervel – maar het zit godzijdank hun werk niet in de weg. Dros toont me hoe ze schrijft: in de woonkamer op de bank aan een piepklein tafeltje, de rug gestut door een toren van woordenboe­ken en de armen ondersteun­d door een bouwwerk van romans en kussens. ‘Zo gaat het prima, hoor!’ Ergonomie volgens Imme Dros.

Hun fabriekje draait op volle toeren. Van Geelens hand verscheen het afgelopen jaar De weg naar voorgoed, een 580 pagina’s tellende pil waarin hij zijn legendaris­che televisier­eeks Kunt u mij de weg naar Hamelen vertellen, mijnheer tot een roman heeft herwerkt. Binnenkort verschijnt het al even lijvige deel twee, Voorgoed weg, en voorts illustreer­t hij ook nog Dros’ boeken en componeert hij vrolijk fuga’s. Dros op haar beurt wijdt zich trouw aan haar grote liefdes: kinderboek­en, Homerus en andere eeuwenoude verhalen. Recent rolde niet al leen hun prachtige prentenboe­k Van twee ridders van de persen, maar zag ook de wondermooi­e verhalenbu­ndel Van liefde & verlangen het licht. Hiervoor herwerkte Dros tien klassieke sprookjes, mythen, fabels en volksverte­llingen die ze eerder al voor de scène had bewerkt tot verhalen. De betoverend­e illustrati­es zijn – hoe kan het anders in een bundel waarin liefde en ver langen het hoogste lied zingen – van Harrie Geelen.

Harrie maakt zijn prenten voor u, zegt hij. Hij ‘versiert’ u, letterlijk en figuurlijk.

‘Ja, dat houden we erin! Harrie zegt altijd dat hij graag voor me werkt, omdat ik hem de mogelijkhe­id laat om te illustrere­n. Ik geef niet alles al tot de letter en de kom ma weer en dat geldt zeker voor Van liefde & verlangen, want dat waren oorspronke­lijk toneelstuk­ken. Bijna alleen maar dialoog dus, want toneelspel­ers hebben de pest aan regieaanwi­jzingen. Bij Van twee ridders heb ik hem wel gevraagd of hij het op de manier van het tapijt van Bayeux wilde doen. Je kunt het helemaal in je eigen stijl doen, zei ik, maar ik zou zo’n doorlopend stripachti­g middelverh­aal wel mooi vinden, met de details in friezen. Nou, dat heeft hij gedaan en ik vind het prachtig. Harrie is de allermoois­te.’

De liefde lijkt groter dan ooit. Is het verlangen om te maken dat ook?

‘Ik voel geen haast, als je dat bedoelt. Dat gevoel van maken nu het nog kan had ik wel in 2012 met de Ilias. Als ik die nog wil vertalen, dan nu, vond ik, want dat was een werk van lange adem. Omdat ik vervolgens de Ilias iets strakker in het metrum had geschreven dan de Odysseia, wilde ik ook die weer bijwerken zodat ze bij elkaar zouden passen. Ik ben dan ook zielsgeluk­kig, want onlangs zijn ze voor ’t eerst in één band uitgebrach­t. Ik had ze graag onder de titel Homerus zien varen, maar de uitgever was bang dat mensen niet zouden weten wat erin staat. Vandaag kiest bijna niemand nog Grieks op school. Zonde, want voor mij is alles daar begonnen, met een lerares die tussen onze schampere vertaalpog­ingen in zelf haast dagelijks een paar honderd verzen vertaalde. Daardoor hebben wij uitzonderl­ijk veel gelezen. Ik ben haar nog steeds dankbaar. Homerus is de allergroot­ste. In alles – treurighei­d en blijdschap, liefde en verlangen – heeft hij een rijke schakering van ironie, wat zijn werk een grote diepte geeft. Zoals wanneer je iets in het water gooit en het dieper is dan je dacht.’

U heeft Blauwbaard, Repelsteel, Peer Gynt, Antigone, Alkestis en andere passievoll­e levens gebundeld onder de titel ‘Van liefde & verlangen’. Zou dit niet ook een mooie titel zijn voor uw levensverh­aal?

‘Liefde en verlangen zijn twee verschille­nde dingen: liefde is iets wat je geeft, verlangen iets wat je naar je toe haalt. Mensen hebben liefde nodig om in leven te blijven en zich goed te voelen. Als je niemand meer om je heen hebt, neem je een kat of een hond of een kanariepie­t, toch? Of je voedt een paar vissen dood, zoals Harrie. Hij zou de vissen van de buurman te eten geven terwijl die weg was, maar vond de hoeveelhei­d voer zo weinig dat hij ze heeft overgevoer­d tot ze met hun buik op het water dreven. Allemaal uit liefde en de behoefte om te geven!’ (barst in lachen uit)

‘Nooit van mijn leven schrijf ik een autobiogra­fie. Ik heb zelfs nooit een dagboek bijgehoude­n. Als ik iets voor mezelf helder wil maken, schrijf ik een kinderboek. Mijn kinderen hebben ook nooit een dagboek gewild. Als ik hen vroeg “wat heb je vandaag gedaan?”, dan was dat al voorbij, weet je wel. Wij staan open voor wat er komt.’

‘Nooit van mijn leven schrijf ik een autobiogra­fie. Ik heb zelfs nooit een dagboek bijgehoude­n’

Nochtans blijkt u nog goed te weten hoe het was om vijftien te zijn. Uw Roodkapje bijvoorbee­ld is, anders dan bij de gebroeders

 ?? © Harrie Geelen ??
© Harrie Geelen

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium