Zo kunnen we de pensioenen betaalbaar houden
PIETER TIMMERMANS heeft begrip voor de mensen die vandaag actievoeren. Maar we kunnen er niet onderuit: ambitieuze hervormingen op de arbeidsmarkt en in de pensioenen zijn noodzakelijk.
Misschien hebt u beslist om vandaag met de trein naar het werk te gaan. Misschien hebt u een vrije dag genomen om kerstinkopen te doen. Misschien hebt u beslist om te betogen in Brussel voor ‘meer koopkracht, werkbare loopbanen en leefbare pensioenen’, zoals we lazen op de website van de vakbonden.
Daar hebben wij begrip voor. De wereld verandert, sneller dan we soms denken of willen. Dat maakt ons onzeker, omdat we geen idee hebben wat de toekomst brengt. Toch zijn ambitieuze hervormingen op de arbeidsmarkt of in de pensioenen noodzakelijk. De Belgische werkgelegenheidsgraad (69,1 procent) ligt sterk beneden het Europese gemiddelde, dat 72,7 procent bedraagt. De mate waarin we afwijken van andere landen op het vlak van gemiddelde loopbaanduur wordt onderschat: in België gaat het gemiddeld om 32,9 jaar, in Frankrijk 35,2 jaar, 38,4 in Duitsland, in Noorwegen 39,2 jaar, 39,6 in Denemarken, 40,1 in Nederland en 41,7 in Zweden.
‘Het verschil tussen België (en Frankrijk) en de andere landen is onhoudbaar: het is onmogelijk om de beste pensioenen en gezondheidszorg van de wereld te willen en tegelijkertijd de kortste loopbanen. En het verschil tussen België/Frankrijk en andere landen is niet marginaal; het is zeer aanzienlijk.’
Komt de bovenstaande paragraaf u bekend voor? Dat kan. Hij maakte deel uit van een open brief van Frank Vandenbroucke en Johan Vande Lanotte die op 3 januari 2004 in deze krant stond. Over enkele weken zal deze brief exact 15 jaar oud zijn, maar hij is actueler dan ooit. Een simpel cijfer verklaart waarom een ambitieus pensioenbeleid de evidentie zelve zou moeten zijn: 1,7. Zoveel mensen zullen in 2060 bijdragen voor één gepensioneerde. Vandaag zijn er dat nog 2,2.
Belastingkampioen
Dat betekent dat ons repartitiesysteem onder druk staat. Dat systeem houdt in dat de bijdragen die worden ingehouden op de lonen van de actieven van vandaag worden herverdeeld onder de gepensioneerden van vandaag. Hoe minder actieven, hoe minder pensioenbijdragen. Die evolutie is al een tijdje bezig, wat gevolgen heeft voor de lopende overheidsuitgaven. Twintig procent daarvan gaat naar onze pensioenen, en dat percentage zal bij ongewijzigd beleid alleen maar stijgen.
We kunnen dit systeem alleen behouden door onze werkgelegenheidsgraad te verhogen. Of zijn er andere opties? We kunnen eventueel knippen in de sociale uitgaven en ze heroriënteren naar onze pensioenen. Daarnaast kunnen we de belastingen verhogen, wat geen groeiversterkende maatregel van onze econo mie zou zijn in een land dat volgens Eurostat met een fiscale belastingdruk van 47,3 procent op de tweede plaats staat in de Europese ranking van de belastingkampioenen. Alleen Frankrijk doet nog beter.
We moeten enkele maatregelen nemen die in de ogen van de initiatiefnemers van deze betoging minder evident zullen lijken, zoals een verdere lastenverlaging op arbeid en enkele structurele arbeidsmarktmaatregelen die inzetten op langer werkbaar en wendbaar werken. De voorbije jaren werd daartoe een zekere aanzet gegeven. Volgens studies van zowel het Planbureau, de Nationale Bank als de KU
De wereld verandert snel. Dat maakt ons onzeker, omdat we geen idee hebben wat de toekomst brengt
Leuven is onze koopkracht gestegen. Cijfers van de Oeso, Eurostat en Eurofound geven aan dat we bij de top van Europa behoren voor wat betreft de arbeidskwaliteit, jobtevredenheid en de werkprivébalans.
Appeltje voor de dorst
Het klopt dat onze brutopensioenen relatief laag zijn, maar netto houdt een kaderlid 52 procent over van zijn laatste loon, een bediende 71 procent en een arbeider 80 procent. Dat hier nog veel marge is voor verbetering staat buiten kijf, en dan vooral bij die mensen waar het armoederisico groter is. Het is ook een goede zaak dat 75 procent van de actieve bevolking een tweede pensioenpijler heeft en dat 2,5 miljoen Belgen zelf nog sparen voor hun pensioen. Die drie pijlers combineren kapitalisatie en repartitie enerzijds, en collectieve en individuele verantwoordelijkheid anderzijds. Een combinatie ervan is de beste garantie voor een degelijk appeltje voor de dorst, voor een volgehouden betaalbaarheid onafhankelijk van plotse economische schokken.
‘De welvaartsstaat is zoals een tanker op de zee. Een supertanker van koers laten veranderen vergt een ingewikkeld manoeuvre. De hele bemanning overtuigen dat de koers moet wijzigen en het manoeuvre goed voorbereiden zijn twee voorwaarden om te slagen.’ Dat was de conclusie van beide socialistische topministers in 2004, en ze staat nog steeds overeind. Ambitieuze hervormingen zijn noodzakelijk als we willen dat de generaties na ons ook een degelijk en welverdiend pensioen kunnen genieten. PIETER TIMMERMANS Gedelegeerd bestuurder van het VBO.