Daar krijg je dus echt een punthoofd van
Sommige mensen hebben neanderthalergenen die hun hersenontwikkeling zou vertragen. En het heeft ook gevolgen voor de vorm van hun hoofd.
Een ‘kop als een neanderthaler’: het is een verwijt waar we ons wel iets bij kunnen voorstellen. De vorm van de hersenpan is een kenmerk dat de hedendaagse mens onderscheidt van onze uitgestorven metgezellen. Neanderthalers hadden langwerpige hoofden die wat aan een rugbybal doen denken. Bij de moderne mens is de hersenpan doorgaans ronder, in sportmetaforen eerder basketbalachtig. Maar 60.000 jaar geleden deelden de twee mensachtige soorten de lakens en dat is nog steeds zichtbaar op genetisch niveau. Twee procent van de wereldbevolking draagt neanderthalerDNA in de genen.
Tijd voor onderzoek, vonden wetenschappers aan het Max Planck Instituut van Leipzig en Nijmegen. Zij vroegen zich af of dat genetisch verschil nog steeds zichtbaar is in de schedelvorm, en welke genen precies verantwoordelijk zijn. Ze baseerden zich op 3Dscans van de schedels van zeven neanderthalers en negentien hedendaagse Europeanen. Daaruit konden ze afleiden hoe rond of langwerpig de hersenpan gemiddeld gesproken is, als het ware een gouden standaard voor de hoofdvorm bij de twee mensensoorten.
Subtiel maar significant
Vervolgens verzamelden ze DNA en hersenscans van bijna 4.500 Duitsers en Nederlanders. Die vergeleken ze met neanderthalerDNA en hun eerder ontwikkelde schedelstandaarden.
De resultaten verschenen in het vakblad Current Biology. Uit analyse bleek dat mensen met neanderthalergenen een puntiger hoofd hebben dan mensen zonder. Althans volgens de hersenscans, met het blote oog was er geen verschil op te merken.
Genetische analyses konden twee stukjes neanderthalerDNA aanduiden, die steeds aanwezig waren in mensen met een punthoofd. Eentje lag op het eerste en eentje op het achttiende chromosoom. De genen vertragen de vorming van hersencellen en het vetachtig isolatielaagje dat zich rond elke cel wikkelt. Ze spelen een rol in de vorming van het ‘putamen’ en het ‘cerebellum’. Die twee hersen
Als het brein pas laat een groeischeut krijgt, zijn de schedelbeenderen al rigider. Dat zorgt voor een langwerpiger hoofd
delen verzorgen onze fijne motoriek, de coördinatie van bewegingen, en spraakontwikkeling.
Hoe zorgt het genetisch verschil dan voor een ander type hoofd? Bij foetussen en pasgeboren baby’s is de hersenpan nog flexibel en volgt de vorm van de schedel de vorm van het brein. De onderzoekers vermoeden dat neanderthalergenen hersenen trager en later doen aandikken. Als het brein pas laat een groeischeut krijgt, zijn de schedelbeenderen al rigider. Dat zorgt voor een langwerpiger hoofd.
Of die vervorming een weerslag heeft op de cognitieve vaardigheden, is nog niet duidelijk. Eerder werd wel al aangetoond dat de genen in kwestie invloedrijk zijn. Ze werden in verband gebracht met immuniteit, stofwisseling, de ziekte van Crohn, diabetes, huidskleur, lichaamslengte, slaappatronen en gemoedstoestand. En nu dus ook een punthoofd.