ANOUCK HEULOT
Wat? Wie?
De Brugse priester die veroordeeld werd voor schuldig verzuim bij zelfdoding, kent zijn straf. Zijn proces is niet alleen binnen de katholieke kerk met belangstelling gevolgd. Ook de medische beroepen worstelen met het onvoorwaardelijke karakter van de vertrouwensrelatie en de mogelijke consequentie van het verbreken van het beroepsgeheim. Kun je ooit in het belang van je cliënt het beroepsgeheim schenden? En zo ja, wanneer hebben ‘andere’ belangen voorrang op het belang van je cliënt? Een grijze zone die ook psychologen telkens weer dwingt tot een spagaat.
Het beroepsgeheim is een erkend publiek recht en dé basisvoorwaarde voor een duurzame vertrouwensrelatie tussen twee mensen. Essentieel maar complex, omdat dit beroepsgeheim eist dat de bewaarder ervan zorgvuldige keuzes maakt. Vaak met een zekere urgentie en weinig ruimte voor vergissingen. Want, two’s company, three’s a crowd. Zodra het gedeeld is, is het geen geheim meer. Klinisch psychologen zijn bovendien opgeleid om die keuzes weloverwogen te maken. Dat neemt niet weg dat die keuzes, net als bij de Brugse priester die zijn biechtgeheim respecteerde, verregaande maatschappelijke consequenties kunnen hebben die ook raken aan andere belangen.
De druk van de (mondige) cliënt, de betalende instanties en mogelijke sancties leiden tot veel vragen in de zorg en welzijnssector. Het aantal artikelen en netwerkdagen over vertrouwelijkheid toont aan dat de kwestie brandend actueel is. De toenemende vraag van verzekeraars, werkgevers en (in deze zaak) juridische instanties naar de inhoud van dossiers zet de verhoudingen op scherp.
Economische logica
Vanuit een zuiver economische logica kan je begrip opbrengen voor deze vraag. Werkgevers of verzekeraars weten graag waarvoor ze betalen. En de werknemer die via zijn werkgever naar de psycholoog kan, ontvangt een mooi extralegaal voordeel. Maar als de verzekeraar of werkgever alleen nog wil betalen voor de behandeling van een posttraumatische stressstoornis na een arbeidsongeval als hij inzage krijgt in de attesten en verslagen van de hulpverlener, maakt de pure ratio plaats voor een deontologisch en vooral ethisch vraagstuk.
Een psycholoog die bijvoorbeeld weet Wie een geheim bewaart, moet zorgvuldige keuzes maken. Want zodra het gedeeld is, is het geen geheim meer.