Eerst brokkelden de pilaren af, dan de CVP-staat ‘De boeren zijn steeds CD&Vgezind geweest maar wij hebben de boeren ook altijd goed behandeld’
De tijd dat de ‘sociale organisaties’ het mooie weer maakten bij CD&V, is voorbij. Door de individualisering vechten de standen om hun relevantie. Maar het is geen toeval dat twee van de drie Vlaamse CD&Vministers het vertrouwen hebben van Beweging.net.
‘Joke Schauvliege als een trekpop van de Boerenbond? Wat een simplisme’
BRUSSEL I De voormalige minister van Milieu had alvast één voordeel: Joke Schauvliege kreeg steun van zowel Beweging.net als van de Boerenbond. Maar wat zegt dat over een politicus? En wat betekenen die standen nog in de 21ste eeuw? Als restanten van de geschiedenis spelen ze af en toe op, bepaalde mythes blijven hardnekkig. Maar de relatie en de invloed veranderden fundamenteel.
De drie standen –arbeiders, zelfstandigen, boeren– zijn onlosmakelijk verbonden met de ontstaansgeschiedenis van de Katholieke Partij. De aartsvaders van de CVP (in 2001 vervelde de partij naar CD&V, red.) verkozen net na de oorlog een unitaire ledenpartij, waarbij ze de invloed van de standen knipten. Het personalisme werd de ideologie, met het evangelie als inspiratiebron. Voortaan moest een partijlid niet eerst lid zijn van een stand.
Het Algemeen Christelijk Werkliedenverbond ondersteunde de nieuwbakken partij onmiddellijk. Eigenlijk blijft dat tot vandaag de rode draad. In de Vlaamse regering behoren Hilde Crevits en Jo Vandeurzen tot de arbeidersvleugel, net als de meerderheid van de parlementsleden. Het Nationaal Christelijk Middenstandsverbond (NCMV) en de Boerenbond waren terughoudender.
Twee bazen
Aanvankelijk liep de samenwerking gesmeerd. De koningskwestie (1950) en de schoolstrijd (1958) creëerden een gezamenlijke vijand. Toen de socioeconomische vraagstukken de bovenhand kregen, werd het lastiger. Meteen moest de CVPleiding inzetten op een partijprogramma. Een ‘Agendacommissie’ bracht de tenoren van de drie standen samen met de partijleiding om de lijnen uit te zetten. Het waren de hoogdagen van de CVPstaat. Percentages van 40 procent en meer waren doodgewoon.
Voor de standen bleef dat belangrijk. Er mochten dan wel meningsverschillen zijn, men moest sowieso bij de CVP zijn om de wensen in vervulling te zien gaan. De Agendacommissie legde ook de electorale verhoudingen vast, ieder stuurde zijn vertegenwoordigers. Elk parlementslid diende twee bazen.
Gaandeweg groeide het aandeel van de standelozen. Maar die kregen hun carrière niet cadeau. Kamerlid en voormalig minister van Landbouw Eric Van Rompuy: ‘Ik herinner me de lijsten voor de Europese verkiezingen van 1985. De eerste was een ACW’er, de tweede een NCMV’er, de derde kwam van de Boerenbond, de vierde was opnieuw een ACW’er en de vijfde was ik. Ik raakte niet verkozen.’
Wie politieke ambitie had, bood zich daarom bij een stand aan. Wilfried Martens en JeanLuc Dehaene zijn gekende voorbeelden, allebei trokken ze naar het ACW. Ook het omgekeerde gebeurde, de standen gingen actief op zoek naar talent. Voormalig CD&Vvoorzitter Etienne Schouppe (ACW): ‘Al die organisaties hadden plaatselijke antennes. Voor hen kwam het eropaan om talent zo snel mogelijk de Rubicon te laten oversteken. Hun carrière lag meteen vast tot hun pensioen.’
Helende preek
Dit alles leidde tot de typische enerzijdsanderzijdsbenadering van de christendemocraten. Steevast moest de voorzitter de kerk in het midden houden, waarbij linker en rechtervleugel naar een evenwicht zochten. Daarbij hielp de C als verbindend element. Als men er socioeconomisch niet uitkwam, kon een preek over de gezamenlijke waarden alles helen.
De ontkerstening en de individualisering brachten het model zware klappen toe. Van een standenpartij evolueerde de CVP naar een zuilenpartij. Standen transformeerden zich tot dienstverlenende bedrijven met allerlei vertakkingen en nevenactiviteiten, zoals eigen banken, reisorganisaties … Socioloog Luc Huyse had het over ‘politieke concerns’, netwerken die elkaar ondersteunden om hun politieke slagkracht te bundelen.
De topmensen van die concerns hadden onmiddellijke toegang tot de toppolitici van CVP. Legendarisch blijft het verhaal over de manier waarop premier Martens in het Ardense dorpje Poupehan het herstelbeleid met de top van het ACW (vakbond, ziekenfonds en bank) voorbereidde en doordrukte.
Rond de eeuwwisseling kwam er een belangrijke cesuur. Voor het eerst in veertig jaar verzeilde de CVP in de oppositie. De klassieke standenorganisaties begrepen dat de kamers gelucht moesten worden. Hun belangen konden en moesten ook door andere partijen gediend worden. Het ACW trok naar Groen met haar sociale eisenbundel, tevergeefs.
Gesneuvelde ‘C’
Het NCMV gooide het over een andere boeg. Ze verbrak de structurele banden met CD&V. De organisatie was al verveld tot Unizo, waarbij de ‘C’ oneervol sneuvelde. Toenmalig topman Kris Peeters vond het belangrijk dat de boodschap door alle partijen gehoord werd. Pittig detail, Peeters sloot toen uit dat hij ooit in de politiek zou stappen. ‘Ondernemers willen dat je voor hen rijdt. Tegelijk opkomen voor hen én voor een partij kan niet meer,’ vertelde hij toen aan De Standaard.
De Boerenbond reageerde furieus op het beleid van minister van Landbouw Vera Dua (Groen) en organi
ETIENNE SCHOUPPE Voormalig CD&Vvoorzitter
seerde onder meer de betoging waarin ook Schauvliege meeliep. Na het vertrek van Dua nam CD&V de landbouwportefeuille over, om die niet meer af te staan. Van Rompuy: ‘De boeren zijn steeds CD&Vgezind geweest, maar wij hebben de boeren ook altijd goed behandeld.’ Ook Schouppe ziet de boeren en de Boerenbond als goede bondgenoten. ‘Het is een kleine maar trouwe groep.’
Nu is het politieke klimaat helemaal anders. Parlementsleden moe ten hun stem verdienen, bij een bepaalde stand horen volstaat niet meer. Ook de standen zelf worstelen met teruglopende ledencijfers, als gevolg van de individualisering. Van Rompuy wijst op Tinne Rombouts en Lode Ceyssens, allebei hebben ze de steun van de Boerenbond. Maar ze komen uit regio’s waar de landbouw nog belangrijk is. ‘Hun affiliatie is in de eerste plaats met de eigen kiezers.’
Oude demonen
De invloed van de standen nam gestaag af. Van Rompuy wijst op de kritiek die Unizo openlijk op de regering uitoefende: ‘Dat was vroeger ondenkbaar, met het NCMV.’ Schouppe herinnert aan de boodschap van Peter Wouters (Beweging.net). Die veegde de vloer aan met het systeem van pensioensparen. Schouppe: ‘Niet alleen is de cohesie binnen Beweging.net een stuk minder, het is ook niet langer evident dat Beweging.net de CD&V steunt. Maar het is evenmin evident dat CD&V hun eisen overneemt’. Ook de harde kritiek van ACVkopman Marc Leemans wijst op veranderde zeden.
De liefde mag dan bekoeld zijn, toch strijdt CD&V nog voor dat oude ACWpubliek. Meer bepaald in het Arcodossier, de investeringspoot van de beweging die de vingers brandde aan de bankencrisis. Honderden miljoenen verdwenen na het faillissement van Dexia, duizenden spaarders zagen hun geld in rook opgaan. CD&V blijft ijveren voor een schadeloosstelling. Andere partijen hekelen dat ‘cliëntelisme’.
Onderzoek van de Universiteit Gent (2013) wees uit dat de helft van de CD&Vleden zich toen nog tot een stand bekende, zeker onder de ouderen. Een kwart van de leden beschouwde zich als ACW’er, de middenstand en de boerenbond haalden elk zowat 11 procent. De conclusie van de onderzoekers: ‘CD&V is uitgegroeid tot een relatief standeloze partij met andere klemtonen (Vlaamsgezind, brede volkspartij, niet gelovigen).’
Af en toe spelen nog wat oude demonen op. Eind 2017 eiste de Limburgse CM dat haar leden alleen op een CD&Vlijst zouden staan. De partij zette meteen de puntjes op de i. Ook het blad Visie van Beweging.net lanceert bijna alleen CD&V’ers. Zelfs in het parlement kunnen nog steeds lijstjes gemaakt worden: de linkerzijde behoort veelal tot Beweging.net, de rechterzijde is standeloos of verdedigt het programma van Unizo. Occasioneel vinden we een Boerenbonder.
Te klein
Soms klinkt er kritiek op die teloorgang. ‘Wie vertegenwoordigen die standeloze CD&V’ers nog?,’ vroeg CMbaas Marc Justaert zich ooit af. De partij is alvast te klein geworden om de mandatarissen netjes over alle standen te verdelen. Van Rompuy: ‘Met nog geen twintig procent kan CD&V haar synthese ook niet meer opdringen, regeringen worden niet door ons gedomineerd.’ Schouppe trekt een gelijkaardige conclusie. ‘Schauvliege als een trekpop van de Boerenbond? Wat een simplisme. Vooral de andere coalitiepartners reden haar in de wielen.’
ERIC VAN ROMPUY Voormalig minister van Landbouw