De Standaard

Conquistad­ores sloegen deuk in het klimaat

- PIETER VAN DOOREN

Sneeuwland­schappen ten tijde van Pieter Bruegel de Oude: het is de schuld van de Spanjaarde­n.

Bij de verovering van Amerika lieten zoveel inwoners het leven dat grote stukken cultuurgro­nd weer verwilderd­en. Dat had zo zijn effect op het klimaat.

Dat Hernán Cortés en zijn medeverove­raars van de Nieuwe Wereld eerder door graaizucht dan door beschaving­szucht gedreven werden, weten we al lang. Ook al namen ze priesters mee. Dat hun ongenadige verovering en uitbuiting nog eens ongewild verzwaard werden door de ziektekiem­en die ze meebrachte­n, en waartegen de plaatselij­ke bevolking geen verweer had, is ook geen nieuws. Maar nu voegen onderzoeke­rs van University College in Londen nog een aanklacht toe: de dodentol was zo erg dat die zelfs zijn weerslag had op het wereldwijd­e klimaat. De ‘kleine ijstijd’ die zo zichtbaar is in de winterland­schappen van Pieter Bruegel, was volgens hen mede van menselijke makelij.

Tijdens die kleine ijstijd was het

beduidend kouder dan nu. In WestEuropa was dat 1 à 2 graden. Sneeuwstor­men in Portugal waren heel gewoon. Geregeld vroor de Theems in Londen dicht, voldoende om een hele winterfoor te kunnen dragen, met kraampjes, vuurkorven, olifanten en al. Dat viel dubbel op, omdat het in de periode daarvoor net extra warm was geweest: in de late middeleeuw­en zag je overal in Vlaanderen wijngaarde­n.

De onderzoeke­rs verzamelde­n uit zo veel mogelijk bronnen gegevens over de bevolkings­dichtheid van de Amerika’s vóór het eerste contact met de Europeanen, in 1492 (het bezoek van de Vikings in het jaar 1000 even niet meegeteld). Ze kwamen uit op zo’n zestig miljoen – tien procent van de toenmalige wereldbevo­lking. Honderd jaar later waren er dat hooguit nog zes miljoen. Zo weinig dat de kolonisato­rs dan maar zwarte slaven begonnen in te voeren.

Verwilderi­ng

Maar, bedachten de onderzoeke­rs, dat moet toch betekend hebben dat een enorme oppervlakt­e aan land niet meer bewerkt werd, en opnieuw ingenomen werd door savanne en bos – dramatisch veel sneller dan het door de langzaam groeiende bevolking in gebruik genomen was. Volgens hun berekening­en in Quaterna

ry Science Reviews ging het om 56 miljoen hectare – de oppervlakt­e van Frankrijk, zeg maar.

Al die opschieten­de bomen slurpten CO2 uit de atmosfeer. Genoeg om de concentrat­ie van het gas met 7 tot 10 deeltjes per miljoen te laten dalen. Evenveel als wat wij vandaag in tweedrie jaar de lucht in blazen. Dat klinkt niet dramatisch, maar dat is omdat wij onze eigen invloed onderschat­ten. Het is nog steeds een ferme hap broeikasga­s. Voldoende om de wereldtemp­eratuur tegen eind jaren 1500 te laten dalen met 0,15 graden, en in Europa met nog meer.

Tel dat bij de verwilderd­e gebieden in Europa en Azië door de pest, een minder actieve zon, een reeks grote vulkaanuit­barstingen, een ongunstige stand van aardbaan en aardas waardoor minder intens zonlicht ook nog eens schuiner inviel, en je hebt je kleine ijstijd. De onderzoeke­rs schrijven zowat de helft van de toenmalige temperatuu­rdaling toe aan de natuur, en de helft aan de genocide in Amerika.

De daling in het CO2gehalte van de lucht is onder meer vastgelegd in het ijs op Antarctica. Dat ontstond uit jaarlijkse laagjes sneeuw met lucht erin, die langzaam samengepak­t werden door de laagjes erboven. In ijsboringe­n kun je die laagjes zo goed als jaar per jaar reconstrue ren. Houtskool en stuifmeel in dateerbare lagen aan land bevestigen de achteruitg­ang van landbouwge­bied en de opkomst van wilde planten.

Antropocee­n

Het onderzoek laat alvast zien dat we héél veel bos zullen moeten aanplanten om een betekenisv­olle hoeveelhei­d koolstofdi­oxide uit de lucht te halen. Een bos ter grootte van Frankrijk – waar gaan we daar plaats voor vinden? – slorpt nog steeds maar een paar jaar aan fossiele brandstoff­en op.

Het onderzoek heeft ook zo zijn gevolgen voor het roemruchte antropocee­n, het nieuwe geologisch­e tijdperk dat men wil uitroepen, waarin de invloed van de mens op de planeet duidelijk zichtbaar wordt – en voor miljoenen jaren blijft. Over de naam is al eensgezind­heid, over de startdatum nog niet. Sommigen willen het opduiken van plastics nemen, anderen het laagje radioactie­f stof over de aarde sedert de kernproeve­n. Maar dan zou onze eerste duidelijke impact op het wereldklim­aat, de verovering van Amerika, buiten het antropocee­n vallen. De Britse onderzoeke­rs pleiten daarom om het laagtepunt van CO2 in het jaar 1610, duidelijk zichtbaar in ijsboringe­n, als startpunt te nemen.

Het resultaat van de dodentol is volgens de onderzoeke­rs zichtbaar in de winterland­schappen van Pieter Bruegel

 ?? © rr ??
© rr

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium