Van clickbait tot bestseller: Kristen Roupenian
De mens is een raar beestje. Zo zou je de debuutbundel van Kristen Roupenian, de Amerikaanse schrijfster van de internethype ‘Cat person’, kunnen samenvatten. Gevoelige zielen zijn gewaarschuwd: dit zijn geen aaibare vertellingen.
De feiten: verschillende literaire magazines wezen Kristen Roupenians verhaal ‘Cat person’ af voordat The New Yorker het publiceerde in december 2017. De #MeToostorm woedde volop en het korte verhaal werd, met meer dan 4,5 miljoen hits, een internetsensatie.
‘Kattenmens’, zoals het heet in vertaling in haar bundel Je weet dat je dit wil, was het juiste verhaal op het juiste moment. Margot, buffetmeisje in een bioscoop, ontmoet Robert, een dertiger die gevatte berichtjes schrijft. Haar verliefdheid wordt aangewakkerd door zijn verbale vernuft. Eenmaal ze zijn tong in haar keel heeft gevoeld, gaat het minder goed. Dit is een vertelling over doorzetten in bed, ook al walg je van je medespeler, over de verbijsterende fysieke handelingen die je uitvoert terwijl je al aan het bedenken bent hoe je dit nu weer zal vertellen aan je beste vriendin, over de krankzinnige gedachten die je verzint om het gedrag van een ander goed te praten.
Inspiratie vond Roupenian in een online ontmoeting met iemand die heel vervelend tegen haar had gedaan. Rond ‘Kattenmens’ ontspon zich online een gesprek tussen jonge vrouwen die ervaringen uitwisselden over het moment waarop je niet meer terug kan krabbelen, ook al wil je inmiddels geen seks meer. Onder mannen en vrouwen werd dan weer gediscussieerd over het gedrag van Robert. Was hij een klootzak? Had hij moeten zien hoe oncomfortabel Margot zich was gaan voelen?
De mailbox van de schrijfster ontplofte van de jubelende én hatelijke berichten. Mannen voelden zich in hun hemd gezet – sommigen deden Roupenian oneerbare voorstellen of beschreven in detail hun bedprestaties. Vrouwen voelden zich vooral gesteund.
Zaten ook in de mailbox: aanbiedingen van uitgeverijen die haar bundel wilden publiceren. Ze kreeg een voorschot van 1,2 miljoen dollar (ca. 1 miljoen euro) van Simon & Schuster. In een pas verschenen essay in The New Yorker beschrijft Roupenian die turbulente decembermaand van 2017. Veel lezers beschouwden ‘Kattenmens’ natuurlijk als pure autobiografie. ‘Ik was zesendertig en had sinds enkele maanden voor het eerst een serieuze relatie met een vrouw, en nu wilde iedereen dat ik uitlegde waarom twintigjarige meisjes slechte seks hebben met mannen’, schrijft ze.
Seksspelletjes
Laten we duidelijk zijn: Roupenian is een lenige verteller die veel boeken heeft gelezen en films heeft gezien. Ze is niet elitair, omhelst het horrorgenre en gebruikt thrillertechnieken. Voor een debuut is dit een interessant geval. De schrijfster bezigt uiteenlopende perspectieven. Sommige verhalen spelen binnen een kort tijdsbestek, anderen bestrijken jaren.
Op inhoudelijk vlak is het materiaal eenzijdiger. De personages zijn eenzaam, worstelen met obsessies of duistere verlangens. De beste verhalen gaan over uit de hand gelopen kinderspelletjes. In ‘Haringen in een ton’ voelt een moeder van wie het kind slecht is behandeld door klasgenootjes ‘haar woede krabben, in het kuiltje tussen de twee helften van haar ribbenkast’. Het kind heeft een uitzinnige verjaardagswens: ze wil een monster scheppen dat bestaat uit mensenlichamen, en slaagt daar nog in
ook. Even prijzenswaardig is ‘De jongen in het zwembad’. Net als in enkele van de vroegste verhalen van A.M. Homes beginnen de vertellingen van Roupenian in een realistische context, om dan uit te wijken naar het groteske, maar Homes is beter in psychologisch raffinement.
De seksuele verlangens van Robert uit ‘Kattenmens’ zijn pastelkleurig in vergelijking met die van het personage uit ‘Een fatsoenlijke vent’. Een man fantaseert dat zijn penis een mes is, maar het verhaal gaat gebukt onder uitleg en gepsychologiseer. In ‘Stoute jongen’ betrekt een koppel een logee bij hun seksspelletjes. Het effectbejag stoort, net als het voorspelbare bombastische slot. De #MeToothematiek keert terug in het geestige ‘Bijtertje’, waarin een vrouw op een bizarre manier profiteert van de losse handjes van haar baas.
In ‘Het luciferdoosjessyndroom’ stelt Roupenian interessante vragen over gender en over de manier waarop artsen aankijken tegen vrouwelijke patiënten. Aan het eind gaat de schrijfster volop voor ‘body horror’ à la David Cronenberg – dat doet ze dikwijls: het slot van de verhalen is niet zelden monsterlijk of bloederig. Doordat de personages extreme verlangens hebben, zal niet elke lezer meegaan in Roupenians universum. Talent heeft ze zeker, alleen valt te hopen dat ze dat zal inzetten voor verhalen die niet allemaal grotesk zijn.
De mailbox van de schrijfster ontplofte van de jubelende en hatelijke berichten