Amnesty, de ngo die niet vies was van wat pestgedrag
Op het hoofdkantoor van Amnesty International heerst een giftige werkcultuur, besluit een onafhankelijk onderzoeksbureau. Pestgedrag, publieke vernedering en discriminatie ondermijnen de geloofwaardigheid.
‘Er waren meerdere berichten over managers die opmerkingen maakten als: “You’re shit!” of “Als je blijft, wordt het hier een hel voor jou”’
LONDEN I Nadat twee medewerkers van Amnesty International vorig jaar uit het leven waren gestapt, werd opdracht gegeven om de werkcultuur van het internationale secretariaat in Londen te onderzoeken. Het onderzoek, dat in handen was van de KonTerra Group en geleid werd door psychologen, wilde nagaan welke lessen er konden worden getrokken uit de zelfmoorden.
Het onderzoeksteam stelde vast dat het management stelselmatig medewerkers pestte en publiek vernederde. ‘Er waren meerdere berichten over managers die personeel tijdens vergaderingen kleineerden, opzettelijk informatie achterhielden of vernederende en bedreigende opmerkingen maakten als: “You’re shit!”, of “Je zou beter ontslag nemen. Als je blijft, wordt het hier een hel voor jou”.’
Het onderzoek baseert zich op tientallen gesprekken en op een enquête die werd verspreid onder 475 personeelsleden, 70 procent van de medewerkers van het internationale secretariaat van Amnesty. Volgens de consultants functioneerde de mensenrechtenorganisatie voornamelijk in een ‘crisistoestand’, nadat er een herstructurering was geweest om te decentraliseren en personeel te verplaatsen naar plekken met maatschappelijke onrust en conflicten.
Roeping
Veel personeelsleden van Amnesty beschreven hun baan als een roeping of levenszaak en zeiden dat er vanwege de aard van het werk een ‘aanzienlijk risico bestond op secundaire stress of indirect trauma’. Maar volgens het rapport was het ‘leeuwendeel’ van de problemen met het welbevinden niet het gevolg van blootstelling aan trauma of menselijk lijden. Integendeel, de belangrijkste oorzaken waren de vijandige werkcultuur, een falend management en de hoge werkdruk.
In veel gesprekken werd het woord ‘giftig’ gebruikt, zo zou de Amnestywerkcultuur er al sinds de jaren 90 uitzien. Vielen ook geregeld: ‘vijandig’, ‘gebrek aan vertrouwen’ en ‘pesten’. Medewerkers van Amnesty rapporteerden verschillende gevallen van discriminatie op basis van ras en geslacht en gaven voorbeelden van vrouwen, gekleurde medewerkers en LGBTwerknemers die onheus werden bejegend of behandeld.
‘Gezien de status en de missie van Amnesty – mensenrechten beschermen en bevorderen – is het aantal meldingen over pesten, ra cisme en seksisme verontrustend’, aldus het rapport. Staat voorts in het rapport: ‘Naarmate de organisatorische problemen en aanwijzingen van vriendjespolitiek en hypocrisie almaar meer bekend worden, zullen overheden en andere tegenstanders die gebruiken om Amnesty’s werk overal ter wereld onderuit te halen of te negeren, wat de missie van de organisatie fundamenteel in gevaar brengt.’
De onderzoekers vonden meerdere gevallen van vermeende vriendjespolitiek of nepotisme bij het aanwervingsproces. Daarnaast waren er gevallen waar ‘het erop lijkt dat jobs of mensen zonder de vereiste procedures overtollig zijn gemaakt’.
Cultuur van martelaarschap
Een van de problemen waarmee de organisatie te maken heeft, was de ‘cultuur van martelaarschap’, waarbij het personeel het eigen welzijn opoffert door een enorme hoeveelheid werk op de schouders te nemen, een geheid ‘recept voor overbelasting en burnout’. ‘Amnesty kan niet doeltreffend naar een betere wereld streven, terwijl het zelf een organisatiecultuur voert die uitblinkt in geheimdoenerij, wantrouwen, nepotisme en andere vormen van machtsmisbruik’, luidt het in het rapport.
Kumi Naidoo, de secretarisgeneraal van Amnesty, zei dat het rapport harde en zeer verontrustende lectuur was. In een verklaring gaf hij aan tegen eind maart met een hervormingsplan te komen.
Amnesty’s problemen met de werkcultuur kwamen voor het eerst in de openbaarheid in mei vorig jaar, toen de Times schreef dat Gaëtan Mootoo zelfmoord had gepleegd na klachten over stress en overwerk. Zes weken later pleegde Rosalind McGregor, 28, stagiaire in het kantoor van Amnesty in Genève, zelfmoord in haar ouderlijk huis in Surrey.