‘Een sadist, een narcist en een zieke grappenmaker’
Mehdi Nemmouche werkte in Syrië als cipier en beul voor IS. Dat getuigden twee Franse journalisten, exgijzelaars van terreurbeweging IS.
BRUSSEL I De getuigenissen van de Franse journalisten Nicolas Henin en Didier François over de gruwelen die ze hebben meegemaakt in de kerkers van IS in Aleppo, hebben het Brusselse hof van assisen gisteren met verstomming geslagen. Ver weg waren de mistige complotverhalen over ‘de arme Mehdi Nemmouche die er door de Mossad was ingeluisd’ en die ‘niets te maken had met de aanslag op het Joods Museum’. Wat overbleef, was het beeld van een gevaarlijke sadist die ervan geniet mensen pijn te doen. En die er in Syrië luidop van droomde ‘een klein Jodinnetje te vermoorden’ en even bekend te worden als zijn idool, terrorist Mohammed Merah.
Henin was een van de 16 Europese journalisten die vrijgelaten werden uit de ISgevangenis, zes anderen werden gedood. Hij had zijn getuigenis heel goed voorbereid, maar moest zijn zenuwen be dwingen. Het was de eerste keer dat hij zijn ISbeul terugzag. ‘Ik zie drie opvallende facetten in de persoonlijkheid van Abou Omar, Mehdi Nemmouche’, zei hij. ‘Hij was in de eerste plaats een sadist, maar ook een narcist en een zieke grappenmaker.’
Moordgrappen
Henin gaf voorbeelden. ‘Er waren de verhalen die hij ons vertelde. “Weet je wat ik doe als ik het huis van een sjiiet binnenga? Dan knal ik eerst de grootmoeder neer. Daarna verkracht ik de moeder en schiet haar ook dood. Vervolgens eet ik iets uit de ijskast om een beetje bij te komen En daarna snij ik het hoofd van de baby af”.’
Het sadisme bleek volgens Henin ook uit de martelingen die Nemmouche en de anderen bedachten. ‘Op een dag stormden ze de cel binnen. Ze gingen me onthoofden met een Arabische sabel. Ik moest op mijn knieën zitten, terwijl er één riep: “Film hem! Film hem.” Maar toen begonnen ze te lachen, het was een grap. Of die andere keer, toen ze mijn celgenoot naar buiten sleurden en twee minuten later ook mij. Ik zag mijn celgenoot levenloos op de grond liggen. “En nu gaat je hoofd eraf en leg ik het op je kont”, zei Abou Omar. Maar het was een grap. Ze hadden mijn celgenoot bedwelmd met chloroform.’
De lijst met martelingen was eindeloos. ‘Toen ik er drie dagen was, ben ik ontsnapt, maar ze hadden me snel weer te pakken’, zei Henin. ‘Abou Omar heeft mijn neus tot pulp geslagen en mijn ribben gebroken. Hij toonde me zijn handschoen. “Speciaal gekocht om op jou te slaan”, zei hij.’
Vaag complot
‘Hoe gaat het vandaag eigenlijk met u’, wilde voorzitter Laurence Massart weten. Didier François hield zich sterk. ‘Wat daar gebeurd is, heeft me niet kapot gekregen. Ik wist waaraan ik begon. Ik kende de risico’s. En ik ben nog altijd oorlogsreporter. Maar het was moeilijk. Ik had het liever niet meegemaakt.’ Henin antwoordde heel kort, maar zijn antwoord was veelzeggend. ‘Het was een zware beproeving. Ik heb heel veel geluk dat ik mijn familie heb.’
Nemmouche keek de hele tijd onbewogen toe. Een paar keer glimlachte hij, onder andere toen François vertelde hoe Nemmou che hem in Syrië altijd ‘petit Didier’ noemde.
‘Kent u deze mensen?’, vroeg de voorzitter aan Nemmouche. ‘Ik heb u daar in deze fase van het proces geen antwoord op te formuleren’, zei Nemmouche, onverstoorbaar als altijd. Zijn advocaten probeerden het getuigenis nog onderuit te halen door te suggereren dat de journalisten hun martelingen overdreven. En ook door een vaag complot te suggereren. ‘Hebt u zich al eens afgevraagd waarom deze vier Fransen het overleefd hebben en veel anderen niet?’, vroeg Sebastien Courtoy. Maar hij slaagde er niet in een bres te slaan in de eerlijkheid van Henin en François.
‘Ik ben niet boos hoor, mevrouw de voorzitter, dat de advocaten al die vragen stellen. Laat ze maar doen. Gelukkig hebben we hier een democratie waar dat allemaal kan. Wij hadden die rechten daar niet’, besloot François.
‘Na een ontsnappingspoging heeft Abou Omar mijn neus tot pulp geslagen en mijn ribben gebroken’
NICOLAS HENIN Franse journalist en getuige
‘Wat daar gebeurd is, heeft me niet kapot gekregen. Maar het was moeilijk. Ik had het liever niet meegemaakt’
DIDIER FRANÇOIS Franse journalist en getuige