Kotpremie zet Franstalig België op zijn kop
Een nieuwe premie voor kotstudenten doet Walen en Brusselaars vechtend over de straat rollen. Daarbij vallen termen als ‘electoralisme’ en ‘amateurisme’.
BRUSSEL I ‘Met dergelijke Walen hebben we de Vlamingen niet meer nodig om België te verzwakken,’ schrijft een woedende Béatrice Delvaux in haar editoriaal op de voorpagina van Le Soir. Haar verontwaardiging lijkt te recht. Een nieuwe premie voor Waalse kotstudenten blinkt uit in paradoxen. De ingewikkelde staatshervorming giet er een surrealistische saus over.
Valérie De Bue (MR), minister van Huisvesting, wil de kotstudenten een financieel steuntje van 1.000 euro per jaar geven. Er zijn twee voorwaarden: het moet gaan om Waalse studenten die aan Waalse universiteiten of hogescholen studeren en de afstand tussen thuis en kot moet minstens een uur met de auto bedragen.
De regel geldt niet voor Franstalige Brusselaars noch voor Walen die in Brussel studeren. Jammer maar helaas voor kinderen van financieel zwakkere ouders die minder dan een uur rijden van hun kot wonen. Kinderen van rijke komaf die langer dan een uur onderweg zijn, ontvangen wél de 1.000 euro.
Nog snel voor de verkiezingen
De gevolgen zijn niet min. Het Brusselse Gewest is boos, de Franse Gemeenschap is boos, de Brusselse onderwijsinstellingen zijn boos, de studenten zijn boos. Niemand begrijpt het, maar toch is het allemaal –weliswaar met een handboek staatshervorming bij de hand– verklaarbaar.
In tegenstelling tot in Vlaande ren vallen de gewest en gemeenschapsbevoegdheden in Franstalig België onder verschillende regeringen, die dan ook nog eens een verschillende politieke samenstelling hebben (alleen het CDH is overal aanwezig). Onderwijs is een gemeenschapsbevoegdheid, maar de Franse Gemeenschapsregering bulkt niet van het geld. Bijgevolg springen het Brussels en/of Waals Gewest soms bij.
Niemand ontkent de problematiek. Heel wat Waalse studenten moeten ver reizen voor hoger onderwijs, dat maakt een kot noodzakelijk. Er wordt al twintig jaar aan een oplossing gewerkt. Met zicht op de verkiezingen wou Valérie De Bue nog snel haar slag slaan. Als minister van Huisvesting is ze alleen bevoegd voor Wallonië, niet voor Brussel. Om de maatregel ook in Brussel toe te passen, is een samenwerkingsakkoord nodig, eventueel aangevuld met de Franse Gemeenschapsregering. Daar gaat best wat tijd over. En ze wou dat de maatregel op 1 september inging.
Alle studenten gelijk
Er worden heel wat vragen gesteld over die parameter van ‘1 uur rijden’. Die zou willekeurig zijn en bovendien behoorlijk problematisch, gezien het weinig performante openbaar vervoer in Wallonië. Maar de minister verdedigt zich door te verwijzen naar het principe dat ook de kinderbijslag hanteert: een kind is een kind, een student dus een student.
Het voorstel wordt nu herbekeken. De gemoederen lopen al te hoog op. In Wallonië woedt al even een discussie over de mogelijke regionalisering van het onderwijs, juist om de minder gegoede ouders te ontzien. Maar de maatregel lijkt het debat bij voorbaat te verzieken. Bovendien creëert hij discriminatie tussen de onderwijsinstellingen die al dan niet in Brussel liggen. Ze behoren kennelijk niet allemaal tot de Franse Gemeenschap.