Maduro voert repressie in sloppenwijken op
Met lede ogen ziet de Venezolaanse leider Nicolás Maduro hoe zijn arme achterban zich van hem afkeert ten voordele van Juan Guaidó. De repressie is hard. ‘Je bent nooit voorbereid op een inval.’
VENEZUELA I De avond valt al over Caracas als het metrostation aan de voet van sloppenwijk José Félix Ribas leegstroomt. Mensen keren terug van een grote protest mars tegen de Venezolaanse presi dent Nicolás Maduro. De sfeer is uitgelaten, maar mensen maken ook haast: met hun vlaggen en spandoeken lopen ze snel om hoog, de wijk in. Moeders met kin deren haasten zich om thuis te ko men. Eenmaal binnen, gaan de lichten uit, de deuren op slot. De angst dat ook deze avond het elite korps van de nationale politie de wijk binnenvalt, is groot.
Deze Fuerza de Acciones Espe ciales (FAES) werd in 2017 opgericht door Maduro om criminaliteit en terrorisme aan te pakken. Maar al snel ontwikkelde ze zich tot een extremistische brigade. Een gevreesd doodseskader dat achter tegenstanders van het regi me aan gaat, zeker nu het verzet tegen Maduro sinds twee weken opnieuw hoog oplaait. De zwaar bewapende agenten – in het zwart gekleed en met bivakmutsen op – stormen op motoren en in gepantserde wagens de wijken in, op zoek naar oppositiebetogers.
‘Meestal komt de FAES laat op de avond. De agenten trappen deuren in, slepen mensen hun huis uit, ze pakken je op of schieten je dood. Je bent nooit voorbereid als ze komen’, zegt Carola Henríquez, die een kleine bakkerij runt in de wijk. Een paar dagen geleden stonden er twintig FAESagenten een kwartier lang voor haar huis terwijl zij zich trillend onder de bank verstopte.
Sinds 23 januari, toen parlementsvoorzitter Juan Guaidó zich tijdens een massaprotest uitriep tot interimpresident, is de repressie tegen sloppenwijkbewoners opgevoerd. Het is voor het eerst dat ook zij zich massaal aan
‘Meestal komen de agenten laat op de avond. Ze trappen deuren in, slepen mensen uit hun huis, ze pakken je op of schieten je dood’ CAROLA HENRÍQUEZ
Bakker in de sloppenwijk
José Félix Ribas
sluiten bij de protesten tegen Ma duro. Voorheen waren het vooral de Venezolaanse middenklasse en elite die de straat op gingen. Met lede ogen moet Maduro toezien hoe zijn achterban zich van hem afkeert. Repressie en geweld zijn zijn antwoord.
Volgens mensenrechtenorga nisatie Foro Penal zijn er sinds de 23ste meer dan duizend opposan ten opgepakt en veertig mensen vermoord. Onderzoekers van het Centrale Instituut voor Crimineel Onderzoek berekenden dat FAES in 2017 verantwoordelijk was voor circa een derde van de bijna vijf duizend doden die vielen bij poli tiegeweld.
Kogel in het hart
Een recent slachtoffer van de FAES was de 26jarige Yohendry Fernández. Op 24 januari, de dag na het eerste grote massaprotest, werd hij doodgeschoten. ‘De FAES kwam hier binnen om hem mee te nemen. Ze hielden ook mij en on ze twee kleine kinderen van vier en zes onder schot’, vertelt zijn we duwe, Wendy LeónFernández. Ze wilde naar haar man toe lopen en de agenten uitleggen dat hij onschuldig was, maar ze werd hardhandig weggeduwd. Yohendry en zijn scooter werden meegevoerd. ‘Hij leefde toen nog, had zijn documenten en zijn telefoon op zak. Toen ik hem later dood terugvond in het ziekenhuis, was hij naakt en had hij twee schotwonden, waarvan één in zijn hart. Zijn documenten, telefoon en scooter waren weg.’
Yohendry’s moeder Isabel Pino tuurt in tranen naar foto’s van haar zoon op een altaartje in haar woonkamer met bidprentjes van Maria, een rozenkrans en twee marmeren engeltjes. ‘Ik wil gerechtigheid. Hij is onschuldig vermoord. Ze willen ons bang maken, terroriseren, ons straffen, omdat wij nu ook protesteren.’
Alarm slaan via de app
Volgens buurtwerker en lokale journalist Aviud Morales zoekt de FAES gericht naar vooral jonge Venezolanen. ‘De informatie wordt doorgegeven via de colectivos, de burgermilities van Maduro die ook in de sloppenwijken wonen. Zij fungeren voor de FAES als tipgevers.’
Met een paar bewoners heeft Morales een appgroep opgericht om elkaar te waarschuwen als de FAES binnenkomt. Hogerop in de wijk, in het uitgestrekte stadsdeel Petare waar het lager gelegen José Felix Ribas een deel van is, bonkt een vrouw tegen elf uur ’s avonds op de deuren. ‘Ze zijn nu in zone 5! Ze schieten niet en ze zijn in burgerkleding, maar het is de FAES. Ze ondervragen mensen en hebben een lijst met namen bij zich’, roept ze gespannen. In hun huizen kruipen de bewoners nog dichter onder hun dekens en ze controleren hun telefoons, maar in de appgroep van Morales blijft het deze nacht stil.