‘God zegene Google Translate’
De verhalen die de cursisten van de Creative writing academy for refugees & asylum seekers in Elsene op papier zetten, smeekten al lang om verteld te worden. Of hoe drama’s verhalen worden en censuur plaatsmaakt voor ambitie.
Is dit niet het cliché van de asielzoeker? Moeten mensen nog maar eens horen hoe het dagelijkse leven van een vluchteling eruitziet? De groep cursisten van de Creative writing academy for refugees & asylum seekers in Elsene is er nog niet uit. De Vietnamese Quynh luistert geduldig naar de opmerkingen. Ze las net samen met lesgever Sofie Verraest haar Engelstalige korte verhaal voor, dat begon met de vele, vele vragen die worden gesteld wanneer je asiel probeert aan te vragen. Quynh koos woorden als ‘mental torture’ en ‘terrifying’ om ze te omschrijven en legt nu uit waarom. ‘Veertig pagina’s vragen over je man, je kinderen, je leven. Die stellen ze je de hele dag lang. Opnieuw en opnieuw en opnieuw.’ Dat is toch algemeen bekend, oppert een van de andere cursisten. Dat ze haar verhaal beter laat beginnen zoals ze het een week eerder begon, met die scène in de metro – die verbeeldt het niemandsland al voldoende, vindt een ander.
Quynh knikt en belooft de tekst nog aan te passen voor ze hem straks zal voorlezen op The AsmaraAddis Literary Festival
(In Exile) in Brussel. ‘Het is ongelofelijk hoe makkelijk deze cursisten met kritiek omgaan’, vertelt auteur Sulaiman Addonia, oprichter en lesgever van de Academy. ‘Toen ik begon te schrijven, reageerde ik behoorlijk defensief als iemand kritiek had op mijn werk. Dat zie ik bij hen veel minder.’
Er zijn nochtans veel raakvlakken tussen Addonia en de cursisten van zijn academie. Addonia vluchtte met zijn familie eerst uit Eritrea en later uit SaudiArabië. Op zijn vijftiende belandde hij samen met zijn broer in Londen. Het leven in SaudiArabië werd de inspiratie voor zijn debuutroman van 2008, Als
gevolg van liefde, die in meer dan twintig talen – waaronder het Nederlands – werd vertaald. Voor zijn onlangs gepubliceerde tweede roman, Silence is my mother tongue, baseerde hij zich op zijn kindertijd in Soedanese vluchtelingenkampen.
Geen censuur, hoewel
‘Het idee voor de Academy is uiteraard gelinkt aan mijn achtergrond’, bevestigt Addonia, die nu Brit is en in Brussel woont. ‘Ik wil vooral een plek creëren waar mensen zich veilig voelen om te kunnen schrijven wat ze willen, of om hun verbeelding op hol te laten slaan.’ Om duidelijk te maken dat dat niet zo evident is, kiest hij een voorbeeld uit zijn eigen jeugd. ‘Toen ik in Soedan woonde, werd een islamitische filosoof opgehangen omdat hij iets had geschreven dat niet strookte met de algemene opvattingen. Dat kwam hard aan, want ik begon toen net de schoonheid van woorden te ontdekken. Ook in SaudiArabië werd er gecensureerd.’
Het is volgens Quynh niet anders in Vietnam. Ze werkte er als dichter, bracht er drie boeken uit. Over liefde, over mensen. Al zou ze liever nog meer over mensenrechten schrijven. ‘In Vietnam ligt dat gevoelig. Veel Vietnamese auteurs schrijven heel goed, maar mogen bepaalde thema’s niet aanhalen.’ Ook haar ouders, die nog in Vietnam wonen, bezweren Quynh dat ze bepaalde zaken beter niet zou zeggen of publiceren. ‘Zij begrijpen me wel, maar ik wil dat ze veilig zijn. Daarom zullen veel van de teksten die op mijn computer staan nooit in Vietnam worden gepubliceerd.’
In de Academy moet alleszins niets worden gecensureerd, verzekert Addonia. Of toch bijna niets. De schunnige tekeningen die de voorbije dagen door andere bibliotheekbezoekers op
het whiteboard werden gezet, kunnen volgens deelnemer Patricia beter verdwijnen. Als haar verwoede pogingen om het bord schoon te vegen weinig effectief blijken, draait Addonia het bord dan maar om. Hij grijnst. ‘Oké, soms is censuur wel aan de orde.’
Waarom geen vrijpartij?
Ibrahim is het met hem eens. De Senegalese cursist schrijft een verhaal vanuit het perspectief van een tafel. Enkele weken geleden merkte iemand tijdens de les nog op dat er op zo’n tafel van alles kan gebeuren. Waarom geen vrijpartij, bijvoorbeeld? Die suggestie haalde het verhaal van Ibrahim niet. Hij laat de handgeschreven tekst liever een metafoor zijn voor de maatschappij. Dus schrijft hij over ‘zij die van ons houden en zij die dat niet doen’. Een zin waar hij de andere studenten van de Academy duidelijk mee raakt.
‘Terwijl ik gewoon over de tafel ben beginnen schrijven omdat die het eerste object was dat ik zag toen ik werd aangemoedigd om zomaar wat te schrijven’, glimlacht Ibrahim. ‘Toen ik nog rapnummers schreef in de sloppenwijken in Senegal durfde ik bepaalde zaken nog niet te schrijven. Ook hier, in het begin van de cursus, blokkeerde ik soms. Ondertussen laat ik de woorden gewoon komen. Ik word rustiger zodra ze uit mijn systeem zijn en probeer mezelf nu op die manier beter te leren kennen.’
Het was lesgever Sulaiman Addonia ook al opgevallen hoe snel de verhalen van de deelnemers soms op papier staan. ‘Het lijkt wel alsof ze al lang in hun hoofd zaten, klaar om geschreven te worden. Ik verbaas me er vaak over, want mij kost het altijd heel wat tijd om een verhaal neer te pennen. Bij hen vloeit het er gewoon uit.’
Zo ook bij Patricia, die nog snel de laatste zinnen toevoegt voor ze haar verhaal hardop voorleest. ‘Sorry, dat was het’, zegt ze wanneer de groep zich daarna in stilte hult. ‘Het is helemaal geen leuk verhaal, is dat oké?’ Het familiedrama dat ze net beschreef, blijkt het hare. De Patricia waarover ze ook naast het verhaal in de derde persoon blijft spreken, is zijzelf. ‘Dit is zo dramatisch en surrealistisch, het zou makkelijk een film kunnen zijn’, reageert Addonia na een tijdje op het verhaal over de dood van Patricia’s vader.
Het blijkt de nagel op de kop. Patricia vertelt dat het voelt alsof ze naar haar eigen film kijkt en dat het verhaal inderdaad al even zat te wachten om verteld te worden. ‘Het zat al heel lang in mijn hoofd, in de vorm van een strip. Door het verhaal nu in de derde persoon te schrijven, kan ik een emotionele stap achteruit zetten en alles makkelijker vertellen.’
Addonia knikt. ‘Zo zie je maar hoe iedereen tragedies meemaakt, vluchteling of niet.’ Patricia is namelijk geen asielzoeker, net zoals enkele andere cursisten. Na een eerste lessenreeks kreeg Sulaiman Addonia namelijk het advies om de lessen creatief schrijven open te stellen voor een bredere mix van deelnemers.
‘Er is tenslotte voldoende waarin we ons in elkaar kunnen herkennen. Denk maar aan de zoektocht naar werk’, vindt Monica uit Antwerpen. ‘Of aan hoe het voor iedereen soms moeilijk is om je ergens helemaal thuis te voelen. Zolang ik mijn mond niet opendoe, zouden mensen gemakkelijk kunnen denken dat ook ik een vluchteling ben.’ Monica werd geboren in de Verenigde Staten en kwam als kind met haar tante en diens Belgische man naar Antwerpen. Eerst voor even, daarna werd België ongepland
‘Ik word rustiger zodra de woorden uit mijn systeem zijn en probeer mezelf nu op die manier beter te leren kennen’
IBRAHIM
‘Ik denk dat het lezen van boeken al een aantal keer mijn leven heeft gered. Met schrijven is het nu waarschijnlijk niet anders’
MONICA
haar nieuwe thuis. ‘Mijn grootouders waren Jamaicaans. In België groeide ik op in de Joodse buurt; ik sprak als kind zelfs Hebreeuws. Het is voor anderen misschien moeilijk om dat allemaal te vatten, maar op papier komt het nu samen.’
Monica’s volgende verhaal wordt er dan ook een over een lijger, een kruising tussen een mannetjesleeuw en een vrouwtjestijger. Al begint het bij de ontmoeting tussen de leeuw en de tijger, die elk aan de andere kant van de rivier wonen en eigenlijk niet samen kunnen zijn. Tot de liefde aan het einde alles overwint. ‘Dit wordt een verhaal voor kinderen’, vult Monica aan. ‘En ja, ik heb absoluut de ambitie om dit of een ander verhaal ook echt te publiceren. Weet je, ik denk dat het lezen van boeken al een aantal keer mijn leven heeft gered. Met schrijven is het nu waarschijnlijk niet anders.’
Ambitie troef
Monica is niet de enige cursist met die ambitie. Quynh heeft het trots over contacten met het Davidsfonds, anderen polsten al bij Sulaiman Addonia of hij hen aan zijn redacteur wil voorstellen tijdens het festival komend weekend.
Ook de Irakees Gaith deelt met de groep dat hij nog een verhaal wil schrijven, en nog één en nog één, om te weten te komen of er een auteur in hem schuilt. Op zijn Youtubekanaal vertelt Gaith alvast verhalen in het Arabisch, nu vat hij in een korte tekst in het Engels samen hoe de kern van een leven er na vele jaren huwelijk uit kan zien. Even lijkt zijn hoofdpersonage uit zijn saaie leven te kunnen ontsnappen, maar het blijkt ijdele hoop. Het moment vervliegt even snel als het kwam. Aan het einde van zijn tekst moet Gaith nog wat werken. Dat schreef hij met hulp van zijn goede vriend: Google Translate. ‘I love him’, lacht hij, ‘maar hij mag de betekenis van mijn woorden niet aanpassen’.
Sulaiman Addonia knikt instemmend. ‘God zegene Google Translate. Omdat veel deelnemers hier in een andere taal dan hun moedertaal schrijven, worden ze geen slaaf van een format of van de grammatica. Het gaat bij hen niet meteen over hoe je alles perfect kunt formuleren, daardoor zit er een soort onschuld in hun teksten. Hoe meer je schrijft, hoe meer je dat dreigt te verliezen’, beseft Addonia. ‘Ik leer dus evenveel van hoe zij schrijven als zij van mij. Misschien wordt mijn volgende boek daardoor wel iets helemaal anders. Ik hoop het.’
The AsmaraAddis Literary Festival (In Exile) op 8 februari, 1819.30 u., in Bib Sans Souci in Elsene. www.elsene.bibliotheek.be op 9 februari, 14.3016 u. en 1921 u, op het Afropolitan Festival in Bozar in Brussel. (het festival nodigt op 8 en 9 februari ‘afrofeministen’ uit. Op het programma rap, dans, film, debatten, modeshows e.d.) www.bozar.be