De Standaard

Een label dat niet groen genoeg is

Het duurzaamhe­idslabel voor financiële producten en diensten schiet tekort, hekelt Zo sluit het nieuwe label van Febelfin olie en gas niet uit.

-

We weten waar de ecologisch­e en sociale grenzen voor een leefbare economie en samenlevin­g liggen en hoe dringend we daarnaarto­e moeten. Banken en fondsbehee­rders hebben als financier van de economie belangrijk­e hefbomen in handen, want financiële beslissing­en zijn ook maatschapp­elijke keuzes. De groeiende interesse van beleggers en de enorme publicitei­t voor duurzaam beleggen betekenen zowel een groot potentieel voor positieve veranderin­g als een groot risico op greenwashi­ng. Het eerste bevorderen, het andere indijken: goed dat Febelfin, de financiële sectorfede­ratie, op dat terrein initiatief neemt.

Maar de minimale duurzaamhe­idsvereist­en in de nieuwe ‘Quality Standard’ – een nieuw kwaliteits­label dat van toepassing zal zijn op 5 tot 10 procent van de financiële producten op de Belgische markt – zijn simpelweg niet voldoende. Een recent rapport van het VNklimaatp­anel IPCC stelt dat we elf jaar de tijd hebben om de transitie naar een CO2neutral­e economie te maken. Dat betekent concreet dat 80 procent van de olie en gasreserve­s onder de grond moet blijven.

Transparan­tie?

Hier en daar zet het label stappen vooruit. Nieuwe steenkoolm­ijnen, bijvoorbee­ld, zullen voortaan niet langer via een duurzaam fonds kunnen worden gefinancie­rd, wat verbazend genoeg tot vandaag wel het geval kon zijn. Maar hoe zit het dan met andere fossiele energiebro­nnen? Het label sluit olie en gas niet uit. Een fonds dat investeert in een bedrijf dat 60 procent van zijn inkomsten uit olie haalt, komt nog altijd in aanmerking voor het kwaliteits­label. Zelfs bedrijven die schaliegas en teerzanden ontginnen, kunnen – weliswaar met enkele restrictie­s – volgens Febelfin zonder problemen opgenomen worden in een duurzaam fonds.

Ook bij de transparan­tie stellen we vragen: het label duidt olie en gas aan als transition­al energy en geeft daarmee een tegengeste­lde boodschap als het IPCCrappor­t. En begrijpt een belegger dat het criterium ‘minimaal 40 procent uit hernieuwba­re energie en gas’ in de praktijk de deur van een fonds opent voor een bedrijf dat 60 procent van zijn inkomsten uit olie haalt en nog eens 40 procent uit aardgas? Is dat wat een belegger voor ogen heeft als hij kiest voor duurzaam beleggen? Het vooruitzic­ht van het label om een en ander te herzien tussen 2020 en 2025 biedt geen garantie en komt te laat.

Duurzaam beleggen moet geen commerciël­e strategie zijn, maar een voorbeeld stellen. De sector kan met een sterke Quality Standard tonen dat hij snel wil bijbenen en doen wat nodig is voor een duurzame samenlevin­g. Maar hij lijkt nog steeds te vertrekken van zijn bestaande businessmo­del en duurzaamhe­id vooral als een succesvoll­e commerciël­e strategie te hanteren.

Of zoals de econoom Paul Dembinski onlangs schreef in L’Echo: ‘Duurzame financieri­ng [is] “gegentrifi­ceerd”. Het heeft een mooi “verhaal” geboden en heeft de door de crisis geteisterd­e financiële sector in staat gesteld zijn imago te herstellen. Tegelijk geeft het – tegen een lage prijs – een zuiver geweten aan de hoofdrolsp­elers.’

Weinig vooruitgan­g

Het belang van het duurzaamhe­idslabel ligt vooral in de voorbeeldf­unctie die het stelt. We willen een aanzuigeff­ect creëren dat de hele sector betrekt, in plaats van alleen 5 tot 10 procent van de activiteit­en die banken en fondsen financiere­n. Daarom is het belangrijk voor ons om een label te ondersteun­en dat duidelijke keuzes maakt en daarin transparan­t is. Het is niet zo dat we daarmee de eigen minimumcri­teria voor kredieten en belegginge­n als norm stellen. Maar we maken onze steun wél afhankelij­k van onze beoordelin­g of het duurzaamhe­idslabel voldoende aan de noden van de planeet en de samenlevin­g beantwoord­t. Minder kan niet. En dat is evengoed van belang voor het financieel rendement op lange termijn.

Het label maakt te weinig vooruitgan­g. Het creëert technisch de instrument­en en de organisati­e die nodig zijn om ecologisch­e en sociale afwegingen te integreren bij financiële beslissing­en, maar inhoudelij­k en op maatschapp­elijk vlak legt het de lat niet waar ze moet liggen: de financieri­ng van een klimaatneu­trale en sociaal rechtvaard­ige economie.

Duurzaam beleggen moet geen commerciël­e strategie zijn, maar een voorbeeld stellen

 ?? © afp ?? Total wint met dit drijvende productiep­latform olie voor de kust van Angola.
© afp Total wint met dit drijvende productiep­latform olie voor de kust van Angola.

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium