Brussel is de Belgische backstop
Het confederalisme van de NVA overtuigt, vijf jaar na zijn ontstaan, nog steeds niet. Maar dat wil niet zeggen dat België het eeuwige leven heeft, zegt Bart Sturtewagen.
Als België niet bestond, zou niemand het vandaag uitvinden. Je hebt geen politieke blokkering rond de invoering van het 5Gnetwerk, geen vier kibbelende klimaatministers en geen zoveelste belangenconflict, over vliegroutes of iets anders, nodig om dat in te zien. Na zes staatshervormingen in minder dan een halve eeuw blijft de bestuurlijke ordening in dit land rommelig, met frustrerend logge besluitvorming als gevolg.
Er bestaat helaas weinig kans dat dat de volgende jaren verandert. Door de voortijdige val van de federale regering ziet het er niet naar uit dat er een verklaring voor herziening van de grondwet komt. Dat maakt de marge voor diepgaande hervormingen smal. Bovendien bestaat er, behalve bij de NVA, bij geen enkele potentiële regeringspartij enig animo om opnieuw een groot communautair palaver op gang te trekken. Dat biedt de Franstalige partijen, die zich bij voorbaat als verliezers zien van zulke operaties, de kans om zich te blijven verschansen in de status quo, zolang de geldnood van hun regeringen niet te groot wordt.
De NVA is gedoemd tot een herhaling van zetten. Een confederale hervorming proberen af te dwingen door het Belgische systeem te blokkeren, zoals in 20102011, is zinloos gebleken. De boel blijft gewoon draaien. Participeren in het Belgische model, zoals na 2014, biedt voordelen bij beleidskeuzes rond belastingen, begroting of migratie. Maar het legitimeert ook de bestaande structuren en leidt tot verlies aan politieke identiteit. Gelooft de partij nog wel in haar fundamentele doelstellingen?
Geen stap verder
Tegen de premissen van haar visie valt nochtans weinig in te brengen. De Belgische structuren zijn te ingewikkeld en ondoorzichtig. Er is te weinig verschil in grootteorde tussen de federatie en haar componenten, wat tot bevoegdheidsconflicten en een overdaad aan overlappende administratie leidt. Een binaire federatie is vanzelfsprekend kwetsbaar als er structurele transfers zijn die generatie na generatie in dezelfde richting verlopen, zonder dat ze effect lijken te hebben. PSvoorzitter Elio Di Rupo was enkele weken geleden voor zijn doen wel opmerkelijk openhartig toen hij die geldstroom als de essentie van België voorstelde.
Vorige maand hield de NVA bij wijze van startschot voor haar campagne een studiedag over haar confederale overtuiging. Dat ze dat onderwerp als eerste van een reeks themadagen koos, maanden voor de verkiezingsdag, is een veeg teken. Logischerwijs bouwt een partij haar campagne op in crescendo. De geringe weerklank die ze van vriend en vijand kreeg, had niet alleen te maken met de plotse doorbraak van het klimaatthema op de politieke agenda.
Vijf jaar na haar verkiezingscongres in Antwerpen bleek de NVA inhoudelijk geen stap verder te staan in de praktische uitwerking van het Belgische confederalisme. De reacties gingen hoofdzakelijk over de afwijzende houding van de rest van het politieke spectrum. Maar dat is het minste van haar zorgen. Als de kiezer het zo wil, kan er al op 26 mei een situatie ontstaan die het onmogelijk maakt nog een Belgische regering te vormen, een perspectief dat vooruitziende staatslieden al sinds de jaren zestig voor onvermijdelijk houden.
In dat geval is een politieke stroomversnelling, grondwetsherzieningsverklaring of niet, altijd mogelijk. Het ware probleem is dat het denkwerk dat de NVA nu voorlegt, geen antwoord biedt op de vragen die dan rijzen. Als België, zoals TsjechoSlowakije, gewoon een tweeledig land was, dan vormde het opsplitsen ervan geen onoverkomelijke hindernis. Dan was de tussenstap van het confederalisme zelfs overbodig en dan was de Vlaamse onafhankelijkheid al lang een feit.
Gordiaanse knoop
Maar dat is nu net het punt. België is niet een beetje, maar veel complexer dan dat. Een simplistische voorstelling van die realiteit vertoont meer gelijkenis met de perfide manier waarop de brexiteers in het Verenigd Koninkrijk de terugtrekking uit de Europese Unie aan de kiezers hebben voorgesteld: als een eenvoudige klus die de democratische legitimiteit herstelt, de besluitvorming in eigen handen brengt en economisch niets anders dan voordelen biedt.
Helaas, zoals de Britten bij de praktische uitwerking van de Brexit botsen op de gordiaanse knoop van de Ierse kwestie, loopt elke visie op een confederaal België zich te pletter op de plaats van Brussel in het plaatje. Brussel is onze backstop.
In het Brexitakkoord tussen de Britse regering en de Europese Unie dient de backstop om te vermijden dat er een harde grens komt tussen de Ierse republiek, die een EUlidstaat blijft, en NoordIerland, dat tot het Verenigd Koninkrijk wil blijven behoren en mee uit de Unie stapt. Dat is de kwadratuur van de cirkel. Ofwel trek je de grens op het Ierse eiland, ofwel in de Ierse Zee. In dat laatste geval knip je de band tussen Ulster en de rest van het Verenigd Koninkrijk door. Iedereen is het erover eens dat dat niet mag gebeuren, maar dan is het gevolg dat het hele Verenigd Koninkrijk voor onbepaalde tijd in de Europese douaneunie moet blijven. En dat was nu net wat de Brexit had moeten beëindigen.
Op dezelfde manier is Brussel stoorzender in de Belgische boedelscheiding waar het NVAconfederalisme op aanstuurt. De partij ziet een zuiver tweeledig model en wil de Brusselaars laten kiezen bij welk van beide versies ze zich aansluiten. Dat klinkt goed, maar is niet werkbaar. Als de voordelen van het rijkere Vlaamse model aanzienlijk zijn, dreigt het veel armlastige Franstaligen aan te trekken, waardoor de financiering in het gedrang komt. Als die voordelen beperkt blijven, rijst de vraag waarvoor de omwenteling nuttig en no
dig is.
Confederale vluchtelingen
Los daarvan is het na al die jaren studeren nog altijd niet duidelijk hoe twee concurrerende stelsels op hetzelfde grondgebied in de praktijk moeten functioneren, en hoe dat project tot meer eenvoud en efficiëntie leidt. Op termijn zou dit confederalisme zelfs de verfransing in de hand kunnen werken, als gezinnen zich noordwaarts in beweging zetten om, binnen hetzelfde land, betere sociale bescherming te genieten. Confederale vluchtelingen, als het ware.
Het is ontgoochelend, maar niet onbegrijpelijk dat ook de NVA dit duivelse dilemma niet kan oplossen. Het is gewoon onoplosbaar, net zoals de Ierse backstop. Zo blijft het land, bij gebrek aan ideeën, gevangen in suboptimale structuren. De communautaire rust die het systeem zichzelf oplegt, is bedrieglijk. In dit gijzelingsscenario lopen de onderhuidse institutionele spanningen onvermijdelijk verder op. Grondwettelijke grendels alleen kunnen niet eeuwig verhinderen dat die naar de oppervlakte komen. De meeste Vlamingen zoeken geen avonturen. Ze zijn ondanks alles remainers in de Belgische unie. Om hen van een Vlexit uit België te overtuigen, laat staan van een Vlexit zonder deal, is een geloofwaardig project nodig. Dat is er niet. Maar het binaire België heeft daarom nog niet het eeuwige leven.
BART STURTEWAGEN is hoofdcommentator van deze krant. In 'Boeiende tijden' reflecteert hij over de actualiteit van de voorbije week. Illustratie R.L. Oppenheimer
Di Rupo was opmerkelijk openhartig toen hij de transfers naar Wallonië als de essentie van België voorstelde