De Standaard

Vooral eigenaars en banken profiteerd­en van de woonbonus

Iedereen woningeige­naar: de overheid streeft er al jaren naar met een woonbonus. Maar de miljarden subsidies hebben weinig zoden aan de dijk gebracht.

- VAN ONZE REDACTEUR KORNEEL DELBEKE

Wie eigenaar is van een huis is gelukkiger, heeft meer zekerheid als gepensione­erde, is meer geëngageer­d in de buurt en raakt minder betrokken bij crimineel bedrag. Hoewel verschille­nde studies dat beeld nuanceren en in vraag stellen, worden deze argumenten al decenniala­ng gebruikt om de aankoop van een woning te stimuleren met allerhande fiscale gunstmaatr­egelen, zoals belastinga­ftrekken en ver mindering op interesten, premies en kapitaalaf­lossingen. In 2005 werd beslist om het hele kluwen in één belastinga­ftrek te gieten: de federale woonbonus. Wie minstens tien jaar leende voor een enige en eigen woning, kon de aflossinge­n deels aftrekken van zijn belastinge­n. Tussen 2005 tot 2014 – tot de woonfiscal­iteit naar de gewesten werd overgeheve­ld (zie inzet) – maakte de federale overheid meer dan 7,2 miljard vrij voor die woonbonus.

Maar de miljarden die al uit

‘Ook kopers met voldoende kapitaal gingen een lening aan om te kunnen profiteren van de woonbonus’

ANNELIES HOEBEECK

Onderzoeks­ter RUGent

gedeeld werden via de woonbonus, hebben het eigenaarsc­hap amper betaalbaar­der gemaakt. Dat blijkt uit een nieuw doctoraats­onderzoek aan de Universite­it Gent, dat de effecten van de woonbonus tussen 2005 en 2014 onder de loep nam. ‘Jonge gezinnen en lage inkomens hebben het meeste nood aan de fiscale prikkels’, zegt onderzoeks­ter Annelies Hoebeeck. ‘Maar de woonbonus was niet groot genoeg om ze over de streep te trekken. Het is vooral de eigen inbreng die bepalend is bij de beslissing om al dan niet een woning te kopen. En daar helpt de woonbonus niet.’ Bovendien blijkt de doelgroep te weinig vertrouwd te zijn met het systeem.

Ruggensteu­ntje

Koppels met meer kapitaal hebben het fiscale ruggensteu­ntje niet nodig. ‘Maar de woonbonus stimuleerd­e hen om wel degelijk een lening aan te gaan, ook als het niet echt nodig was’, zegt Hoebeeck. Daardoor kwam een groot deel van de overheidsu­itgaven terecht bij mensen die het eigenlijk niet nodig hadden.’

Omdat het nettovoord­eel van de woonbonus werd bepaald door het hoogste belastingt­arief van de ontlener, genoten gezinnen met een hoger inkomen sowieso een hoger fiscaal voordeel.

Het woningaanb­od is bovendien weinig elastisch. Terwijl het aanbod gelijk blijft, wordt de vraag fiscaal gestimulee­rd met een woonbonus. ‘Dat heeft de woningprij­zen de hoogte ingedreven’, zegt Hoebeeck. Sinds de invoering van de woonbonus, in 2005, is de aankooppri­js van woningen voor koppels met gemiddeld 13.000 euro gestegen, bovenop de prijsevolu­tie van vóór de woonbonus. Een aanzienlij­k deel van het fiscale voordeel wordt dus opgeslorpt in een hogere woningprij­s. Die meerwaarde strijken de al bestaande woningeige­naars (en bouwfirma’s) op.

Hogere huizenprij­zen

Ten slotte profiteren ook de banken van het systeem, blijkt uit het onderzoek van Hoebeeck. Door de woonbonus lenen gezinnen grotere bedragen en gaan ze dus langerlope­nde hypotheekl­eningen aan. Met als gevolg dat de schuldgraa­d van de gezinnen is gestegen. Nieuwe eigenaars van woningen worden zo niet alleen op extra kosten gejaagd door de hogere prijzen, ze betalen ook meer interesten aan banken af.

 ??  ??
 ??  ??

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium