Een nieuw contract voor de 21ste eeuw
Om niet in de ecologische afgrond te tuimelen, moet de samenleving drastisch veranderen. DIRK HOLEMANS legt uit wat er allemaal moet gebeuren.
Wie zijn oud huis afgooit om het ecologisch opnieuw op te bouwen, krijgt daar een subsidie voor. Want dat is efficiënter dan je oude huis te renoveren. Jammer genoeg hebben we als samenleving die luxe niet. Nochtans is ons maatschappelijke huis ook uitgeleefd. We zitten op het einde van een cyclus die twee eeuwen geleden startte. Toen ontwikkelden we de natiestaat op basis van een sociaal contract, waarbij burgers inzien dat een centraal gezag nodig is. De overdracht van onze macht naar de natiestaat kreeg vorm via de vertegenwoordigende democratie.
Een natiestaat is een imagined community: je hoeft niet iedereen van je land te kennen om bereid te zijn tot solidariteit, en dat biedt bescherming en erkenning. Daarmee verweven was het vooruitgangsideaal: we maken onze samenleving steeds beter, gefinancierd door economische expansie. Het Sociaal Pact van 1944 was het sleutelmoment waarop werkgevers, vakbonden en overheden de deal sloten dat als de economische taart groeit, ieder een groter stuk ervan kreeg.
Ondertussen is het vooruitgangsoptimisme vervangen door bedreigingen. De klimaatontwrichting voltrekt zich, maar we kijken ernaar alsof we het niet erg vinden dat ons huis afbrandt. Neoliberale globalisering heeft geleid tot ontbedding van de economie en afbouw van de welvaartsstaat. Ons model van democratie kan geen antwoorden meer formuleren. De betonrot zit diep. Er zijn kloven tussen generaties, tus sen arm en rijk, tussen stad en platteland.
We moeten een nieuw sociaal pact maken. Drie vaststellingen. De moderne mens beschouwt zichzelf als heer en meester van de natuur. In eigen regio is de open ruimte daardoor opgesoupeerd, op mondiaal vlak storten ecosystemen in elkaar.
Ten tweede: in de natiestaat hebben we ingezet op publieke dienstverlening en de markt als organisatieprincipe. Dat is geen onverdeeld succes: de econoom Nicolas Stern noemde klimaatverandering ‘het grootste marktfalen ooit’. Ondertussen hebben we de commons veronachtzaamd, de gebieden waar iedereen toe behoort (de lucht, zeeën …), maar waar niemand het rentmeesterschap voor opneemt.
Drie: sinds de moderniteit gaan we ervan uit dat steeds meer produceren en consumeren een goede zaak is. Dat we daarbij verarmen door natuurlijke rijkdommen te vernietigen was bijzaak.
Een ander sociaal contract zal leiden tot een fundamenteel andere samenleving, wat ik illustreer aan de hand van enkele domeinen.
Gemeenschappelijke tafel
De vertegenwoordigende democratie botst op haar limieten. Dat inzicht groeit, velen willen de burger actiever betrekken. We spreken over een langdurig proces van politieke dialoog. Dat kan in ons land aansluiten bij de G1000, de oefening in democratische vernieuwing. De opgave nu is veel groter. Zelfs mét regeringen bereiken we geen oplossingen meer. Door zo veel mogelijk burgers te betrekken, kunnen we het gemeenschapsvormende van het politieke herontdekken en verschillen overbruggen. Als mensen, elk met een eigen achtergrond, hun ding op tafel leggen, zitten ze wel aan een gemeenschappelijke tafel. En die ontbreekt nu, ook tussen Angela Merkel en het oosten van Duitsland, Emmanuel Macron en het Franse platteland, de Wetstraat en Ninove.
Sociale rechtvaardigheid
Een nieuw sociaal contract zal alleen steun krijgen als het uitgaat van gelijkheid en fairness. Als topmanagers in acht dagen evenveel verdienen als een doorsnee werknemer in een jaar, is er van samenleven niet veel sprake. In dat geval zullen de klimaatstormen zich afwisselen met tornado’s van protest. Het 19deeeuwse vooruitgangsmodel moet omgezet worden in een 21steeeuws evenwichtsmodel dat de middelen waarover we beschikken eerlijk deelt.
Gedurfd monetair beleid
Het is een veelgehoord argument: de duurzaamheidstransitie kost veel geld en dat hebben we niet. Die redenering klopt als private banken de hoofdrol spelen in de geldwereld. Hoe gek dat wel is, toont de wijze waarop we de financieeleconomische crisis hebben opgelost. Staten hebben zich dieper in de schulden gestoken om banken niet te laten omvallen. Kostenplaatje voor België: 100 miljard euro.
Europa pakte de boel aan door lidstaten
in een besparingskeurslijf te dwingen, zodat ze moesten knippen in sociale voorzieningen. Tegelijk heeft de Europese Centrale Bank onvoorstelbare hoeveelheden geld gecreëerd en ter beschikking gesteld van private banken, zonder verplichting om te investeren in duurzame projecten. Gelukkig is de methode ook hanteerbaar in het nieuwe sociaalecologische contract. We voeren dan ecologische geldcreatie in, waarbij het extra geld alleen gaat naar sociaalecologische transitieprojecten. Als we de banken redden, zouden we dat dan ook niet doen met de wereld?
Fair fiscaal systeem
Nog iets waar we niet zo slim in zijn: ons belastingsysteem. We belasten weg wat we goed vinden (jobs) en belasten amper wat te vermijden is (milieugebruik). Multinationals betalen weinig belastingen. Fiscaliteit moet milieugebruik zwaar belasten en jobs creëren. Dat kan met nieuwe instrumenten zoals het ecodividend, verbonden met een stevige koolstofheffing. Dat levert een substantiële som op, die integraal gaat naar de ombouw naar een duurzame samenleving. Bijvoorbeeld: diesel wordt duurder, maar we ontvangen een ecodividend dat ons de vrijheid biedt ecologische keuzes te maken. Als een ander deel van het ecodividend naar openbaar vervoer gaat en de auto overbodig maakt, is het dubbele winst.
Rechten voor de natuur
De moderniteit stelde terecht de emancipatie van elk individu als doelstelling voorop. Wat zich vertaalde in representatieve democratie, stemrecht voor elke burger en grondwettelijke vrijheden. De vraag is nu hoe we de representatie van de natuur kunnen introduceren. De socioloog Bruno Latour simuleerde klimaatconferenties waarbij studenten de positie verdedigden van dieren, planten of rivieren. Misschien moeten we de Senaat niet afschaffen maar net omvormen tot een Eerste Kamer van de Planeet.
Ons huis aarden
Een woonhuis aarden we, opdat bliksemschichten in de aarde verdwijnen. Dat zal bij ongewijzigd beleid niet mogelijk zijn met klimaatstormen of overstromingen. We moeten heel de samenleving verbinden met de aarde. Ook Latour wijst op het toenemende belang daarvan. Traditioneel is dit politiek een thema van rechts, dat identiteit verbindt met de bescherming van de eigen bodem. De Beierse groenen laten rechts geen monopolie op het begrip ‘heimat’. Ze stellen hun verzet tegen het volbouwen van het landschap niet alleen voor als een strijd voor het behoud van natuur, maar ook van het land waar je wortels liggen.
Het concept van het sociaal contract gaat ervan uit dat elke nieuwe generatie dat stilzwijgend aanvaardt. Je kan de klimaatmarsen van scholieren opvatten als een afwijzing van ons sociaal contract. Maar evengoed vinden zij dat de andere contractant, de politieke overheid, het contract verbroken heeft.
De geest is nu uit de fles: het politieke bewustzijn van deze hoopvolle generatie zou weleens een positief point of no return kunnen betekenen. Het kan alleen de kans verhogen dat we de ecologische afgrond vermijden.
Misschien moeten we de Senaat niet afschaffen maar omvormen tot een Eerste Kamer van de Planeet