Middenklasse in de knel
Het welzijn in België is nog steeds lager dan vóór de crisis. Vooral de middenklasse zit minder goed in haar vel.
De Belgische bevolking is er de afgelopen tien jaar qua welzijn niet op vooruitgegaan. Op basis van nietmateriële kenmerken zoals gezondheid, levensstandaard, sociale contacten en arbeidssituatie heeft het land grosso modo geen stappen vooruit gezet. Dat toont de ‘Welzijn Hier en Nu’indicator van het Federaal Planbureau. De indicator klokte in 2017 af op 0,6, ruim onder het hoogste punt dat in 2008 werd bereikt.
‘Bij het uitbreken van de financiële crisis daalde het welzijn van de Belgen aanzienlijk’, stelt het rapport vast. ‘Die daling is vooral te wijten aan de minder goede gezondheidstoestand van de Belgen, en meer bepaald de mentale gezondheid. Vanaf 2015 stijgt het welzijn van de Belgen, maar onvoldoende om het niveau van vóór de crisis opnieuw te bereiken.’
De indicator is het resultaat van pogingen om niet alleen de materiële economische vooruitgang te meten, maar om er ook achter te komen hoe de bevolking er werkelijk aan toe is. De economische groei, die wordt uitgedrukt via het bruto binnenlands product (bbp), geeft alleen aan hoeveel welvarender België is geworden. Voor een echt totaalplaatje zijn aanvullende indicatoren nodig. Over die indicatoren publiceert het Planbureau jaarlijks een rapport. Gisteren verscheen een nieuwe editie.
Daarin wordt vastgesteld dat het welzijn zich voor verschillende bevolkingsgroepen niet op dezelfde manier heeft ontwikkeld. Bij de lagere inkomensgroepen nam de materiële ontbering af en het opleidingsniveau toe. De rijken zagen hun gezondheidstoestand verbeteren. Maar de middenklasse ging erop achteruit, vooral door een slechtere gezondheid. Dat kan te maken hebben met een toename van het aantal mentale aandoeningen zoals stress, burnout of depressie.
Armoederisico stijgt
Uit de 67 andere aanvullende indicatoren die het Planbureau in kaart brengt, komt een genuanceerd beeld tevoorschijn. Om sommige vlakken gaat het heel goed, op andere juist niet. De indicatoren zijn gebaseerd op de duurzame ontwikkelingsdoelen (SDG’s) van de VN.
We worden steeds ouder, het verkeer wordt veiliger, we roken minder, maken vaker een opleiding af, verbruiken minder water en meer hernieuwbare energie. Er is steeds meer biologische landbouw, de blootstelling aan fijn stof en stikstofoxiden daalt gestaag, evenals de uitstoot van broeikasgassen. Minder goed gaat het met het armoederisico. Dat stijgt langzaam maar zeker. Ook het aantal Belgen dat gebrekkig gehuisvest is, blijft hoog. Indicatoren die manifest de verkeerde kant op gaan, zijn het aantal leefloners (verdubbeld sinds 2003), het aantal gevallen van depressie (hoger dan ooit), langdurige arbeidsongeschiktheid (stijgende trend), en de weidevogelpopulatie (gehalveerd in 25 jaar).
We worden steeds ouder, het verkeer wordt veiliger, we roken minder, maken vaker een opleiding af, verbruiken minder water en meer hernieuwbare energie