Ook de VN mogen zich weleens verontschuldigen
Niet ‘België’ maar de Belgische elite moet dekoloniseren, benadrukt LUDO DE WITTE, de grote mijnbedrijven, de katholieke kerk en de monarchie voorop.
Onafhankelijke experts hebben op vraag van de VN de mensenrechten van AfroEuropeanen in België tegen het licht gehouden. De voorlopige conclusies luiden dat AfroEuropeanen in ons land lijden onder racisme en discriminaties, mensenrechtenschendingen die ‘endemisch’ zijn. Ze verwijzen naar de beelden van Leopold II in de publieke ruimte en de dekolonisering van het AfricaMuseum in Tervuren, die niet ver genoeg gaat. Hoewel 60 procent van de AfroEuropeanen een diploma middelbaar onderwijs heeft, hebben ze vier keer meer kans om werkloos te zijn dan het nationale gemiddelde. Discriminaties op de woningmarkt, populistische hate speech en verdoken racisme bij de politie zijn andere pijnpunten.
De experts vinden dat de grondoorzaak moet worden aangepakt: ‘Een gebrek aan erkenning van de ware omvang van het geweld en het onrecht [veroorzaakt door] de kolonisatie.’ Ze formuleren een 35tal aanbevelingen. Wat het meest in het oog springt, is de dringende vraag aan de regering om ‘verontschuldigingen voor de gruwel van de kolonisatie’ aan te bieden. Parallel vraagt de werkgroep om een ‘Waarheidscommissie’ op te richten die het Belgische optreden in Congo, Rwanda en Burundi tegen het licht houdt. Andere voorstellen zijn data inzamelen over discriminaties, schoolboeken aanbieden die het koloniale verleden correct voorstellen en racial profi
ling aanpakken.
Dwangarbeid en repressie
Professor Elikia M’Bokolo (Kinshasa/Parijs), specialist in het Belgische kolonialisme, stelt met goede argumenten dat niet ‘België’ maar de Belgische elite zich moet verontschuldigen voor de koloniale mis daden. Dat geldt zeker voor de grootbedrijven, met Umicore voorop, dat onder de naam Union Minière (UM) een eeuw lang de grondstoffen van Katanga exploiteerde. Het leverde superwinsten op, mede dankzij dwangarbeid (toch de eerste decennia). En zo nodig met repressie: bij een grote staking tegen de hongerlonen in het oorlogsjaar 1941 schoot het koloniale leger een honderdtal stakers dood. Voorts organiseerde UM de afscheiding van het rijke Katanga van het centrale gezag, met als doel de verzwakking en uiteindelijk ook de val van de centrale regering van Patrice Lumumba.
Ook de katholieke kerk zit op de schopstoel, want ondanks de ziekenzorg en het veralgemeende maar rudimentaire basisonderwijs, legitimeerde de kerk de koloniale misda den. Missionaris, soldaat en koloniaal ambtenaar waren zes handen op één buik – wat verklaart waarom na de onafhankelijkheid tijdens chaotische opstanden tientallen missionarissen als ‘collaborateurs’ werden vermoord.
Last but not least komt de monarchie in beeld. Onder het bewind van Leopold II kwam volgens onderzoekers Léon de Saint Moulin en Jan
De familieLumumba is nooit officieel vergoed voor de rol van de Belgische elite in de moord op de premier
Vansina een tot twee derde van de bevolking om. En zijn we vergeten dat de parlementaire commissieLumumba aantoonde dat koning Boudewijn in een brief aan Belgische topofficieren op bedekte wijze zijn goedkeuring gaf aan de plannen om de Congolese premier Patrice Lumumba te vermoorden? Verontschuldigingen van het establishment moeten gepaard gaan met herstelbetalingen. Zo is de familieLumumba nooit officieel vergoed voor de rol van de Belgische elite in de moord op de premier.
Grondstoffenroof
De kolonisatie verklaart het hedendaagse racisme, stelt de werkgroep. Maar een even belangrijke factor is het neokolonialisme. De ongelijke machtsverhoudingen tussen de laatkapitalistische machten en de kolonies van weleer leiden ertoe dat het Noorden elk jaar 1.300 miljard dollar in de ontwikkelingslanden pompt, en 3.300 miljard dollar uit het Zuiden zuigt (2012 als voorbeeld), dankzij grondstoffenroof, interesttransfers, kapitaalvlucht en ongelijke ruil. Die uitbuiting wordt gehandhaafd met militaire interventies, financiële druk en steun aan lokale potentaten en krijgsheren die de grondstoffentrafiek naar het Noorden gaande houden.
Apple, Samsung, Sony, Mercedes en Volkswagen beweren niet te weten waar het kobalt in hun producten vandaan komt. Amnesty International pikt dat niet: ‘Bedrijven die 125 miljard dollar winst maken, zijn ongeloofwaardig als ze beweren dat ze niet kunnen nagaan waar de basisgrondstoffen in hun productieketen vandaan komen.’ De rechtvaardiging rust op een racistisch substraat, verbeeld met de retoriek van ‘humanitaire’ interventies en een ‘zekunnen hetnietattitude’ in de humaninterestreportages van de massamedia.
Een kritische kijk op het neokolonialisme is essentieel om de problemen van het Zuiden te onttrekken aan racistische ‘verklaringen’. Zijn migranten luie gelukzoekers? Of zijn ze het slachtoffers van de massale inbeslagname van landbouwgronden in het Zuiden door de agroindustrie? Van de verwoestijning van WestAfrika, omdat we er decennialang het aardnotenbekken hebben uitgeput? Van de vrijhandelsakkoorden die we het Zuiden opleggen, zodat Europa goedkope producten kan exporteren, wat de lokale industrie kapotmaakt? Van de droogtes, overstromingen en lege waterbassins ten gevolge van de klimaatverandering – waarvoor de ontwikkelde landen de historische verantwoordelijkheid dragen?
De geloofwaardigheid van de VN zou vergroten, mocht de organisatie zelf excuses aanbieden voor haar rol in de coverup van die koloniale misdaden, of erger, voor haar aandeel daarin. Denk aan de rol van de VN in de omverwerping van de eerste Congolese regering van Patrice Lumumba (Zie daarover mijn boek Crisis in
Kongo). Denk ook aan de ontstellend zwakke VNonderzoeken over de moord op Lumumba (17 januari 1961) en die op zijn Burundese evenknie en geestverwant Louis Rwagasore (13 oktober 1961, in Burundi). De rol van de Belgische elites in die misdaden is uit beeld gehouden.