De Standaard

Rembrandt op de vierkante centimeter

-

Rembrandt van Rijn, ‘De drie bomen’, 1643.

De tentoonste­lling Alle Rembrandts opent met een zaal vol selfies. Geen enkele kunstenaar uit de Gouden Eeuw tuurde zo vaak in de spiegel en gebruikte zijn eigen beeltenis zo nadrukkeli­jk als model en studiemate­riaal.

In een vroeg zelfportre­t oefende Rembrandt extreme licht en schaduweff­ecten. Elders trekt hij gekke bekken, om karakterko­ppen uit te testen. In zijn late jaren zien we hem ook in de gedaante van de apostel Paulus. De vroege, verfijnde schilderst­ijl heeft hij dan al lang ingeruild voor dikke, pasteuze verflagen. De jonge branie, die graag uitpakte met zijn status en genialitei­t, is intussen Rembrandt van Rijn, ‘Zelfportre­t’, ca. 1628 ca. 1629. geëvolueer­d tot de levenswijz­e kunstenaar. Het verlies en de drama’s van zijn oude dag hebben hem zwaar getekend.

Twee jaar geleden zoomde het Rijksmuseu­m in op de late Rembrandt, een overzicht dat uitgroeide tot een onwaarschi­jnlijk publiekssu­cces. Nu, bij het 350ste sterfjaar, haalt het museum alles uit de kast. Het toont 22 schilderij­en, 65 tekeningen en driehonder­d etsen – de beste en mooiste exemplaren uit een collectie van 1.300. Het zijn vooral die kwetsbare werken op papier die een inkijk bieden in de intieme Rembrandt: de nauwe omgang met zijn directe omgeving, die hij telkens transforme­erde tot iets bijzonder.

‘Dit gaat over ons’

Als een observator van het nabije, zo stelt deze tentoonste­lling hem graag voor. Rembrandts kunst gaat over ons, zegt Taco Dibbits, directeur van het Rijksmuseu­m. ‘En wel in al onze gebreken. Rauwe werkelijkh­eid roept hij op met tederheid. Zijn kunst draait niet zozeer om het sublieme, maar om het alledaagse, de schoonheid die schuilt in de lelijkheid of in ouderdom. Daarin week hij af van zijn tijdgenote­n.’

In steeds wijdere kringen verkent Alle Rembrandts de biotoop van de kunstenaar: zijn directe familie, de huiselijke taferelen tot in het echtelijke bed toe, het straatleve­n, de kring van vrienden, buren en opdrachtge­vers, zijn wandelinge­n rond Amsterdam die verbluffen­de landschapj­es opleverden.

Je aandacht wordt als vanzelf gezogen naar de schilderij­en, waaronder publieksli­evelingen als De staalmeest­ers, Het Joodse bruidje of het dubbelport­ret ten voeten uit van Marten en Oopjen, dat het Rijksmuseu­m samen met het Louvre aankocht. Maar Rembrandts eigen verhaal en zoektocht zijn het best te vatten in zijn tekeningen en prenten. We zien hoe hij tafereeltj­es en ‘tronies’ verzamelt waarmee hij zijn be roemde historiest­ukken levendiger kon maken. Uitgewerkt­e studieblad­en wisselen af met schetsen, snel ter plekke gemaakt. Van een boertje dat roept ‘tis vinnich kout’, tot een kwakzalver die met zijn koopwaar zeult of een schaatser in volle actie: Rembrandts kunst is onmiskenba­ar. Hij betrekt ons bij elk van zijn onderwerpe­n.

Rebels

Het Rijksmuseu­m verwierf zijn topstukken al vroeg, maar begon pas rond 1900 systematis­cher te verzamelen. Toen was het al rijkelijk laat. Frederic Schmidt Degener was in 1921 de eerste directeur die het als zijn missie zag. Hij adviseerde rijke collection­eurs om gerichte aankopen te doen en ze als legaat aan het museum te schenken. Zo groeide het Rijksmuseu­m uit tot dé plek om de volle weelde van Rembrandts carrière te schetsen: alle genres, alle periodes zijn vertegenwo­ordigd met representa­tieve werken.

Het begeleiden­d boek is geen catalogus, maar een nieuwe Biografie van een rebel. Jonathan Bikker typeert de rebellie als de drang om anders te zijn en bakens te verleggen. De molenaarsz­oon werd al tijdens zijn leerjaren in Leiden gespot als een bijzonder talent. Bij zijn aankomst in Amsterdam, in 1631, stonden de rijke burgers in de rij voor een portret.

Rembrandts portretkun­st viel op door de originele licht en donkercont­rasten, maar vooral door de levendige uitbeeldin­g. Met zijn realisme en psychologi­sche verfijning wist hij te verbluffen. Zoals in het innemende portret van Haesje van Cleyburgh, de vrouw van een Rotterdams­e bierbrouwe­r. Rembrandt maakt er niet bepaald een tijdloze schoonheid van. Met details als haar antiek hoofdkapje, licht waterige ogen, geprononce­erde wenkbrauwe­n en stevige rimpels geeft hij haar juist een rustige uitstralin­g.

Maar Rembrandt wilde vooral de ongeëvenaa­rde historiesc­hil

 ?? © rijksmuseu­m ??
© rijksmuseu­m
 ?? © rijksmuseu­m ??
© rijksmuseu­m

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium