Vijftigers duurst in België
De loonkloof tussen jong en oud is in ons land een stuk breder dan in de buurlanden.
Een hulpboekhouder van 55 jaar verdient 40 procent meer dan zijn collega die dertig jaar jonger is en aan het begin van zijn carrière staat. Dat verschil, het gevolg van automatische loonsverhogingen op basis van anciënniteit, is een stuk hoger dan in onze buurlanden. Uitgaande van hetzelfde startloon, heeft de Nederlandse hulpboekhouder zijn loon na dertig jaar met 30 procent zien stijgen en zijn Franse collega met 28 procent. Hun Duitse vakgenoot krijgt na dertig jaar trouwe dienst 18 procent meer dan een beginneling.
De cijfers komen van Korn Ferry, een bedrijf dat organisaties adviseert over hun loonbeleid. Sonja Brouwers van Korn Ferry noemt de kloof in België ‘onaanvaardbaar groot’. Het is volgens haar collega Walter Janssens een van de redenen waarom het loonoverleg zo moeizaam verloopt. Door de sterke stijging van het loon doorheen de carrière, blijft er minder speelruimte over om mensen daarnaast nog wat extra’s te geven.
Kloof tot 115 procent
Janssens: ‘Er is natuurlijk niks mis met het belonen van loyauteit. Maar doe dat niet door jaarlijks het loon automatisch voor iedereen te verhogen’. Door ruimte te scheppen in de loonmarge, ontstaat de mogelijkheid om schaarse profielen beter te belonen en zo de krapte op de arbeidsmarkt aan te pakken. Vorige week pleitte gouverneur Pierre Wunsch van de Nationale Bank al voor meer flexibiliteit in het toepassen van de loonnorm.
De hardnekkigheid waarmee het loon gekoppeld blijft aan de anciënniteit is een oud zeer in het Belgische loonbeleid. Het maakt oudere werknemers relatief duur en dus voor veel bedrijven onaantrekkelijk. Uit een analyse door dienstverlener Acerta bleek eerder dit jaar dat de loonkloof tussen 25jarigen en 55jarigen kan oplopen tot 115 procent als je kijkt naar de brutolonen.
De regering heeft een aanzet gegeven om daar iets aan te doen: in de arbeidsdeal was het plan opgenomen om de lonen eerder in functie van competentie en productiviteit te laten stijgen, in plaats van ze aan anciënniteit te koppelen. Maar de toekomst van de arbeidsdeal is onzeker nu de regering in lopende zaken is.
Janssens en Brouwers stellen voor om de anciënniteitsgebonden loonschalen te vervangen door een loyauteitspremie, die niet per se in contanten uitbetaald moet worden. De premie kan een bijdrage aan een pensioenverzekering zijn, meer flexibiliteit en autonomie of investeringen in opleiding. ‘Zo maak je marge vrij voor een eigen loonbeleid en belet je ook dat oudere werknemers structureel als te duur worden gepercipieerd’.
‘Niks mis met beloning van loyauteit. Maar doe dat niet door jaarlijks het loon automatisch te verhogen’
WALTER JANSSENS Korn Ferry