EEN EINDELOZE RAPSODIE
Vorige week heb ik de film Bohemian Rhapsody bekeken tijdens een langeafstandsvlucht. Daardoor besefte ik dat Freddie Mercury zijn leven leidde als een crisisdiplomaat. Niet alleen in zijn biseksuele liefdesleven, maar ook in zijn muzikale carrière. Door die crisisdiplomatie werd Bohemian Rhapsody uitgebracht als single.
In de film speelt Mike Myers de rol van Ray Foster, een stereotiepe platenlabelmanager. ‘Waar gaat het in godsnaam over?’, tiert Foster vol ongeloof. ‘Scaramouche, Galileo? En dat gedoe met bismillah gaat eindeloos door – zes minuten lang, verdomme.’ Om de weerstand tegen het nummer te overwinnen gaf Queen een cassette aan dj Kenny Everett, die het dan ‘per ongeluk’ in zijn radioprogramma speelde. Het was zonder twijfel een inbreuk op het contract van de band met hun platenlabel EMI, maar het wierp wel vruchten af, want de platenfirma werd zo gedwongen een van de grootste hits uit de geschiedenis uit te brengen.
De grote vraag van 2019 is in hoeverre de aanpak van Freddie Mercury op een veilige manier toegepast kan worden op de politiek. Crisisdiplomatie is een woord met een lange voorgeschiedenis. In
1956 beschreef John Foster Dulles, minister van Buitenlandse Zaken onder Dwight Eisenhower, in een interview ‘het vermogen om tot het uiterste te gaan zonder in een oorlog te belanden’ als ‘een noodzakelijke kunst’.
Volgens Dulles hield crisisdiplomatie in dat de Verenigde Staten bereid moesten zijn met een kernoorlog te dreigen om verzet te kunnen bieden aan de uitbreiding van het communisme, of dat nu een bedreiging vormde in Berlijn of op een paar afgelegen eilanden voor de kust van Taiwan. Die aanpak kreeg veel kritiek van de progressieven, die banger waren voor een nucleaire wereldbrand dan voor de gevolgen van het sussen van de SovjetUnie. En toch bleek John F. Kennedy, de Democratische opvolger van Eisenhower, als geen ander uit te blinken in crisisdiplomatie tijdens de Cubaanse rakettencrisis van 1962.
We weten nu dat de aanpak van Kennedy vruchten heeft afgeworpen. Sovjetleider Nikita Chroesjtsjov was voldoende onder de indruk om het op een akkoordje te gooien, waarbij hij beloofde de Russische raketten weg te halen uit Cuba, als de Amerikanen die van hen weghaalden uit Turkije.
Vandaag staat er veel minder op het spel. Maar zowel de Verenigde Staten als GrootBrittannië hanteren dezelfde tactiek. Tot nu toe heeft de crisisdiplomatie van president Trump niet veel opgeleverd in zijn strijd om de Democraten zover te krijgen dat ze de Mexicaanse grensmuur willen financieren. Maar hij drijft het wel nog tot het uiterste met de Chinezen. Als er geen substantiële vooruitgang wordt geboekt in de handelsgesprekken tussen de twee landen, zal Trump de invoerrechten op 200 miljard dollar aan Chinese importgoederen verhogen van 10 procent naar 25 procent. Zonder opschorting zal dat op 2 maart om één over middernacht gebeuren.
Minder dan vier weken later, op 29 maart om elf uur ’s avonds plaatselijke tijd, zal GrootBrittannië wegstormen uit de Europese Unie zonder dat er een overgangsregeling bereikt is, tenminste als Theresa May er niet in slaagt een of andere versie van haar terugtrekkingsakkoord door het Lagerhuis te laten goedkeuren. Over de grens heen gaan betekent hier geen oorlog, maar wel beduidende economische ontwrichting.
In Wall Street lijken ze er alle vertrouwen in te hebben dat Trump de stijging van de invoerrechten zal uitstellen en dat GrootBrittannië een Brexit zonder akkoord zal vermijden. Maar de tekst van Bohemian Rhapsody blijft door mijn hoofd spoken: ‘Is this the real life?/Is this just fantasy?/Caught in a landslide/No escape from reality.’ (Is dit het ware leven? Of is het maar fantasie? We zitten vast in een grondverschuiving, er is geen ontsnappen aan de werkelijkheid.) Zing je mee, Theresa May?
29 maart komt steeds dichterbij. Wordt het een geval van ‘too late, my time has come’? Misschien is dat wel de ware betekenis van dit mysterieuze nummer, dat geschreven werd tijdens een periode toen GrootBrittannië zich aansloot bij de Europese Gemeenschap. Het werd vijf maanden na het referendum van 1975 uitgebracht: ‘Goodbye everybody, I’ve got to go/Gotta leave you all behind and face the truth.’
Bohemian Rhapsody eindigt op een fatalistische manier met het refrein ‘nothing really matters/nothing really matters to me’. Zoals al duidelijk werd uit het korte leven van Freddie Mercury wordt die levenshouding van que sera, sera vaak geassocieerd met mensen die zich aan crisisdiplomatie wagen. Door risico’s te nemen waarbij veel op het spel stond, is Queen een van de succesvolste rockgroepen aller tijden geworden. Maar dat hield ook in dat Freddie Mercury op zijn 45ste al dood was. Terwijl ik de spelletjes van politieke crisisdiplomatie aan beide zijden van de Atlantische Oceaan gadesla, vraag ik me af of mensen onderschatten hoe snel een rapsodie kan uitdraaien op een ramp.
Queen zingt van ‘Is this the real life? Is this just fantasy?’ Zing je mee, Theresa May?