vindt het tragisch dat Alain Finkielkraut slachtoffer werd van antisemitisme door gele hesjes. De filosoof verdedigde hun beweging net. Wat gele hesjes kwetsbaar maakt
LUDO ABICHT
De Franse filosoof Alain Finkielkraut gaf op 29 november 2018 een televisieinterview over de gele hesjes. Hij vergeleek de houding van president Emmanuel Macron met de uitspraak van koningin MarieAntoinette, die in 1789 vond dat mensen die klaagden dat ze geen brood hadden, ‘dan maar brioches moesten eten’. Volgens hem verwees Macron de betogers naar de ‘brioches’ van een toekomstige ecologisch duurzame samenleving, zonder te begrijpen dat die mensen nu meteen wilden gehoord en geholpen worden.
Finkielkraut had het over de gele hesjes als onverwachte, maar sociaal en moreel volkomen legitieme vertegenwoordigers van een aanzienlijk segment van de Franse bevolking. Een deel dat zich zowel economisch als cultureel benadeeld voelde door de politiek in het algemeen, maar ook door de culturele elites, en dat de reële en gedeeltelijk gepercipieerde achterstelling kotsbeu was.
Hij zei niet dat hij geloofde dat de betogers legitiem in naam van ‘het volk’ spraken, omdat die uitdrukking sinds de Franse Revolutie door Jean en klein Pierke gebruikt wordt: van de rechters die een veroordeelde naar de guillotine stuurden tot om het even wie op straat kwam, van uiterst links tot uiterst rechts. Volgens Finkielkraut is de huidige Franse bevolking pluriel (‘divers’ of ‘superdivers’). Maar volgens de gele hesjes zijn sommige bevolkingsgroepen iets meer pluriel dan anderen, en dat steekt.
Ze voelen zich niet meer thuis in traditionele organisaties als de vakbonden en partijen en staan afkerig tegenover mensen die in hun naam het woord voeren of, godbetert, hen willen ‘leiden’. Juist daarom zijn ze bijzonder kwetsbaar voor allerlei vormen van infiltratie door individuen en groepen met een andere, minder onschuldige agenda.
Het is dan ook tragisch voor alle betrokkenen dat uitgerekend Finkielkraut, die de beweging van de gele hesjes met goede en redelijke argumenten verdedigde, het slachtoffer geworden is van antisemitische beledigingen (DS 18 februari). Bij de bende jodenhaters zaten mensen met en zonder geel hesje, maar ze maakten allen deel uit van een van de vele betogingen. Eind november had Finkielkraut er nog voor gewaarschuwd dat de tegenstanders van de beweging het niet moeilijk zouden hebben een verrottingsproces op gang te brengen dat de publieke opinie, meteen gevolgd door een opgeluchte overheid, stilaan tégen deze contestatie zou doen keren.
Ik noem het tragisch, omdat Finkielkraut deze wending niet gewild heeft, maar de gele hesjes evenmin. Dat blijkt onder meer uit de manier waarop andere betogers mét gele hesjes hem meteen te hulp geschoten zijn. Ook dát moeten we vermelden.
Clichés over joden
Ik noem het ook tragisch omdat het zoals zo vaak ging over antisemitisme van het primitiefste soort. De herrieschoppers, die hoogstwaarschijnlijk niet wisten wat Finkielkraut echt over de beweging gezegd en geschreven had, wisten wel dat de man een jood was, en dat volstond. Hannah Arendt schreef dat dit soort antisemitisme bijna altijd terugvalt op het dubbele cliché van de jood als bankier of intellectueel. De kapitalist die het arme volk uitbuit of de intel
lectueel die nooit moet werken voor de kost, maar de eindjes wel aan elkaar kan knopen, die zijn handen niet vuil maakt en daarom neerkijkt op hen die dergelijke privileges niet genieten.
Die clichés zijn achterhaald, maar toch hebben ze de reële situatie van de meerderheid van de Franse joden altijd al verdraaid. In crisistijden – en de heisa rond de gele hesjes duidt onmiskenbaar op een economische en politieke crisis – zijn zichtbare minderheden bijna altijd de slachtoffers van de opgekropte ge
voelens van haat en wrok. Iemand op straat aanvallen omdat hij jood is, is zoveel makkelijker dan een referendum afdwingen, wetten wijzigen of Macron uit het Elysée verjagen.
Als we niet opletten en ons door de verleiding van een veralgemening laten meesleuren, is het gevaar groot dat een beweging die begonnen was als een schreeuw om meer sociale rechten, gereduceerd wordt tot een vulgaire en afkeurenswaardige antisemitische rel. Daarmee bewijzen we zowel de gele hesjes als de Franse joden de slechtst mogelijke dienst.
Iemand op straat aanvallen omdat hij jood is, is makkelijker dan Macron uit het Elysée verjagen