Veiligheid is niet links of rechts
JESSIKA SOORS ziet geen heil in het voorstel om de nationaliteit van Syriëstrijders af te nemen of om hen in Irak te laten berechten. Dat zijn louter schijnoplossingen.
Wat moet er met de Europese Syriëstrijders gebeuren? Tot voor kort konden België en andere Europese landen nog een afwachtende houding aannemen. Ondertussen is IS bijna helemaal verslagen en wordt het einde van de internationale coalitie onder leiding van de Verenigde Staten voorbereid. Dat het uitgerekend een tweet van Donald Trump zou zijn die dit debat weer op de Belgische politieke agenda zette, had waarschijnlijk niemand zien aankomen (DS 18 februari). Hij roept WestEuropese landen op om hun Syriëstrijders te repatriëren en om ze in het eigen land te berechten. De vraag waarover België zich sindsdien buigt, is of en hoe het zijn Syriëstrijders zal laten terugkeren.
Jammer genoeg verbaast het niemand nog dat politici als Theo Francken en Bart De Wever (beiden NVA) deze gelegenheid meteen aangrepen om te polariseren. Dat we de Belgische nationaliteit van Syriëstrijders kunnen afnemen, zodat het onze verantwoordelijkheid niet meer is, kenmerkt de kortzichtigheid waarmee Francken redeneert. Of iemand een bedreiging is, wordt heus niet bepaald door diens nationaliteit. Was het maar zo eenvoudig dat terroristen alleen aanslagen plegen in het land waarvan ze burger zijn. Iemands nationaliteit afnemen is met andere woorden slechts een populistische schijnoplossing voor een probleem dat veel complexer is.
De bewering dat het beter zou zijn mochten de ISstrijders ginder sneuvelen, is een historicus als Bart De Wever onwaardig. Democratie is nog altijd geen relatief gegeven. Zelfs in debatten over de behandeling van haar zwaarste te genstanders, kan democratie alleen zegevieren als ze onze leidraad blijft.
Geen twee veroordelingen
Wat moet dan wel de prioriteit zijn? Veiligheid. Daarbij is het essentieel om Syriëstrijders te berechten voor de misdaden die ze begaan hebben. In de praktijk is het zo dat de meeste Belgische Syriëstrijders al bij verstek veroordeeld zijn door Belgische rechtbanken. De suggestie om een soort tribunaal op te richten in Irak, is opnieuw een schijnoplossing, want niemand kan twee keer voor hetzelfde feit veroordeeld worden. Voor wie al eens graag met Latijn goochelt: ne bis in idem duidt dit rechtsbeginsel aan.
Bovendien is het niet erg logisch dat een land als Irak, dat zelf nog niet bekomen is van vier decennia oorlog, verantwoordelijk zou worden gesteld voor de berechting en detentie van Europese Syriëstrijders. Een groot deel van de gruweldaden door IS vond ove
Was het maar zo eenvoudig dat terroristen alleen aanslagen plegen in het land waarvan ze burger zijn
rigens in Syrië plaats, dus berechting in Irak betekent niet per definitie dat strijders veroordeeld worden in het land dat leed onder hun misdaden. Je zou je ook moeten afvragen of het veilig is om Europese Syriëstrijders hun straf in Irak te laten uitzitten. Het is tenslotte ook in dat onstabiele gevangenisregime dat IS deels zijn ontstaan kent.
Wat België zich al helemaal niet kan permitteren, is om zijn Syriëstrijders van de radar te laten verdwijnen. Dat hebben we op de hardst mogelijke manier moeten ondervinden: drie van de daders van de aanslagen in Zaventem en Brussel waren Syriëstrijders die clandestien ons land waren binnengeraakt. Internationale samenwerking, in de eerste plaats met Europese landen die voor soortgelijke uitdagingen staan, is cruciaal. De vraag is niet hoe we electoraal kunnen scoren door ons makkelijk van deze kwestie te ontdoen, maar hoe we op de best mogelijke manier de veiligheid van ons land en bij uitbreiding van andere landen kunnen garanderen. Dat debat kan alleen rationeel worden gevoerd. Om antwoorden te formuleren, moeten we ons laten bijstaan door de experts uit onze veiligheidsdiensten. Alleen op basis van onderbouwd advies en bij permanent toezicht door onze veiligheidsdiensten kan er van een begeleide terugkeer sprake zijn.
Alles in perspectief
Minister van Justitie Koen Geens (CD&V) zegt dat er zich in totaal vier Belgische Syriëstrijders in de Koerdische detentiecentra bevinden. Plots schiet politiek België daarover in een kramp en blijkt ons land bereid te zijn om met de Koerden te onderhandelen over een tribunaal in Irak. Ondertussen wordt er in ons land al ruim twee jaar gesproken over de terugkeer van de Belgische kinderen die vastzitten in Koerdische kampen. Organisaties als het Rode Kruis en Child Focus hebben al 28 Belgische kinderen jonger dan tien jaar gelokaliseerd in deze kampen. Hoewel de regering al lang vooropgesteld heeft om die kinderen terug te halen, loopt elke poging nu vast omdat er niet onderhandeld kan worden met, jawel, de Koerden.
Kortom: tijd om alles in perspectief te plaatsen. België moet zijn beleid rond de terugkeer van de kinderen eindelijk beginnen toe te passen. En in veiligheidskwesties moeten we de politieke polarisering overstijgen. Veiligheid is niet links of rechts, maar moet een absolute prioriteit tout court zijn. Dat kunnen we bereiken door uit te gaan van een nationaal en internationaal veiligheidsbeleid waarin de diensten samenwerken en waarin alle betrokken landen hun verantwoordelijkheden opnemen. Alleen zo’n systeem zal de veiligheid van alle burgers ten goede komen.