KARL LAGERFELD
(19332019)
Pakweg vijftien jaar geleden stond ik oog in oog met Karl Lagerfeld, na een zoveelste show bij Chanel. Het gesprek dat volgde, had weinig gemeen met een normaal interview. Ik vuurde vragen af, hij ketste ze terug. Met oneliners die knalden. Lagerfeld ging de controverse nooit uit de weg. Al was het maar om te zien hoe de toeschouwer zou reageren.
Dik 36 jaar was hij aan de slag bij Chanel. Hij nam in 1983 de creatieve touwtjes in handen, op een moment dat het huis alleen nog parfums verkocht en al meer dan tien jaar rouwde om het overlijden van Gabrielle ‘Coco’ Chanel. Het het label kon toen wel een frisse wind gebruiken. Lagerfeld dook de archieven in en vertaalde het DNA van het huis, dat ontstond aan het begin van vorig eeuw, naar de jaren 80. De camelia, de tweed, de pumps in twee kleuren, de graanhalmen, de parelsnoeren en de dubbele C’s in bladgoud: hij maakte ze iconisch en vooral herkenbaar – voor een publiek tot ver buiten Parijs.
Lagerfeld was allesbehalve een laatbloeier. Hij was 21 toen hij bij Pierre Balmain in de leer ging, en kele maanden nadat hij in 1954 gelauwerd werd in de modewedstrijd van International Woolmark Prize: met zijn gele mantel kaapte hij de eerste prijs voor jassen weg. Drie jaar later ruilde hij Balmain voor Jean Patou, waar hij vijf jaar bleef. In 1965 tekende hij een contract met de zusjes Fendi. Dat contract is altijd blijven doorlopen. Méér zelfs: de collectie van Fendi die morgen tijdens de modeweek van Milaan geprogrammeerd staat, is van de hand van Lagerfeld. Jarenlang tekende hij ook de collectie van Chloé én zijn eigen collectie, die het vooral
de laatste jaren erg goed doet. Voor Chanel tekende hij jaarlijks zes collecties. Lagerfeld een workaholic noemen is dus een understatement. Werken was zijn leven, zijn eten en drinken. Hoewel: de laatste twintig jaar dronk hij geen druppel alcohol meer, hij nam geen drugs en sliep zo weinig mogelijk. Aan vier uur slaap had hij blijkbaar voldoende.
De man als merk
Boeken zijn er geschreven over het leven en de carrière van Lagerfeld. Boeken die hij soms wist te verbieden omdat ze niet altijd zijn mooiste kant belichtten. Lagerfeld loog immers graag over zijn leeftijd en over zijn afkomst. Hij praatte vaak honderduit over zijn rijke jeugd, over het kasteel waar hij opgroeide en de vele verkleedpartijen van zijn moeder, die van haute couture hield en hem introduceerde in de wereld van de ‘hoge naad’. Zijn moeder moet een serieuze invloed op hem gehad hebben: ze vond zijn handen lelijk, dus droeg hij een leven lang handschoenen. Een anekdote natuurlijk, maar wel betekenisvol als je weet hoe deze man haast dagelijks in de schijnwerpers stond. Hij wilde ook niet echt meer dat icoon zijn waar iedereen altijd maar over doordramde. ‘Ik begin stilaan genoeg te krijgen van dat woord’, zo klonk het niet zo lang geleden in Humo. ‘Het wordt te pas en te onpas gebruikt.’
Lagerfeld was vooral de laatste vijftien jaar een eigen merk geworden. Het grote publiek leerde hem wellicht pas in 2004 echt ken nen, toen hij een samenwerking aanging met de Zweedse modeketen H&M, de eerste in haar genre.
Een paar jaar eerder had Lagerfeld al eens de nieuwspagina’s gehaald door op dertien maanden tijd maar liefst 42 kilo kwijt te raken. Hij wou immers in de pakken van Dior Homme passen, creaties van Hedi Slimane, een designer naar wie Lagerfeld opkeek. Hij zou zijn ranke figuur tot het einde behouden en daar ook geregeld mee uitpakken. Denk er gerust de hoge witte hemdkragen bij (op maat gemaakt door het Britse hemdenlabel Hilditch & Key), de zwarte zonnebril (‘mijn boerka’) en het paardenstaartje met het witte haar (dat hij met droogshampoo onderhield).
Het paste allemaal in het plaatje dat Lagerfeld bewust naar buiten bracht. Ook zijn Birmaanse kat Choupette ging haar eigen leven leiden. Ze kreeg een Instagramaccount en wist erg lucratieve deals met bepaalde merken vast te krijgen. Ooit verklaarde Lagerfeld dat hij hoopte op een dag met haar te kunnen trouwen. Een quote die alweer ophef veroorzaakte. Maar dat was ook het plan.
Controlefreak
Lagerfeld is uiteraard meer dan alle ditjes en datjes die over hem geweten zijn. De Duitse designer gaat sowieso de geschiedenis in als de man die een Frans couturehuis van de ondergang wist te redden. Meer zelfs: hij wist het zelfs bij een jonger publiek populair te maken. Dat deed hij door zich vooral te omringen met jonge mensen die hem voortdurend voedden met waar het vandaag in de maatschappij allemaal om draait. Klimaat, ruimtevaart, overconsumptie, kunst, vliegreizen: dat hij daar ook vraagtekens bij had, blijkt uit de vele settings van zijn shows in het Grand Palais. Nooit vergeet ik zijn fantastische onderwaterwereld, zijn windmolenpark, zijn kunstgalerij of zijn supermarkt. En wat met die ene keer, toen we met zijn allen dachten dat Lagerfeld op het einde van de show uit de raket in het midden van de catwalk gekatapulteerd zou worden, richting maan?
Lagerfeld was met mode bezig maar met veel meer dan dat. Zo fotografeerde hij sinds 1987 elke campagne van Chanel én nam hij zelfs de Pirellikalender voor zijn rekening. Hij schrok er niet voor terug geregeld fotoseries te maken voor toonaangevende modebladen als Numéro of Vogue. Hij
Met zijn controversiële uitspraken kon hij heel wat mensen in de gordijnen jagen. Van ronde modellen moest hij niks weten, van tatoeages en joggingbroeken evenmin
maakte kortfilms en realiseerde campagnes voor het champagnemerk Dom Perignon, maar evengoed voor CocaCola.
Toen hij uitgekeken raakte op zijn immense collectie achttiendeeeuwse meubelen (genre Louis XV en Louis XVI) ging hij akkoord met een veiling. In de plaats kwam minimalistisch design in een zo goed als leeg interieur – Marie Kondo avant la lettre. Hij luisterde graag en vaak naar muziek: liedjes sorteerde hij op één van zijn twaalf iPads. De muziek werd hem ingefluisterd door zijn vele jonge vrienden en door de acteurs en actrices die hij eindeloos wist te entertainen. Het liefst op de feestjes na zijn modeshows, maar evengoed bij doodgewone diners in Parijs, waar hij probleemloos tot een gat in de nacht discussieerde en meestal als laatste huiswaarts ging. Lagerfeld mengde zich soms in politieke discussies, maar dook het liefst in zijn boekenkast – in zijn huis in Biarritz en in zijn appartement in Parijs. Zijn twee bibliotheken zouden goed zijn voor maar liefst 250.000 exemplaren. Of moeten we zeggen: gedeeld door twee, want hij kocht zijn boeken altijd in tweevoud, zodat hij één exemplaar kon verknippen als hij door een bepaalde foto of een stuk tekst getriggerd werd.
Lagerfeld was een grapjas in het gezelschap van zijn vrienden,
maar kon met zijn vaak controversiële uitspraken heel wat mensen in de gordijnen jagen. Van ronde modellen moest hij niks weten, van tatoeages en joggingbroeken evenmin. Dat hij dit seizoen koersbroekjes op scène bracht, mag dus verbazen. Het zou Coco wellicht niet bekoord hebben – ze hield niet van blote knieën. Maar daar zat Lagerfeld nooit echt mee in. ‘Wat ik doe, zou Coco gehaat hebben’, zei hij wel eens. ‘Het label heeft een imago en het is aan mij om dat te actualiseren. Ik doe wat zij nooit gedaan heeft.’ Lagerfeld vond het plezierig om mensen uit te dagen en was de eerste om toe te geven dat het pretentieus was om te denken dat hij alleen de waarheid in pacht had.
Opvolger?
Als personage zal hij gemist worden. Als visionair designer nog veel meer, want deze man was nooit happig om het lang over het verleden te hebben. Zijn blik was vooral op de toekomst gericht. Op wat morgen en vooral volgend jaar zou komen.
Nog voor Lagerfeld stierf, gingen er al verhalen rond over zijn opvolgers. Olivier Theyskens en Raf Simons werden genoemd, net als Haider Ackermann en Hedi Slimane. Onlangs dook ook Phoebe Philo, de voormalige ontwerpster van Céline, in het lijstje op.
Het persbericht van Chanel, waarin gisteren de dood van Lagerfeld bevestigd werd, spreekt momenteel andere taal: Virginie Viard, die al meer dan twintig jaar met Lagerfeld samenwerkt aan de vele collecties voor het huis, zal zijn werk voor Chanel verderzetten. In afwachting van een andere klinkende naam? Kan één iemand dit genie wel vervangen? Karl Lagerfeld backstage in 1997. U herkent onder meer Kate Moss en Naomi Campbell.
Lagerfeld een workaholic noemen is een understatement. Werken was zijn leven, zijn eten en drinken