Het verrassingseffect is weg
Op zijn 77ste doet Bernie Sanders opnieuw een gooi naar de Democratische nominatie. Maar de kans op evenveel succes als in 2016 is klein.
Op de vraag waarin deze campagne van de vorige verschilt, antwoordde Bernie Sanders:
Bernie Sanders, de onafhankelijke senator uit Vermont, voegt zich bij de lange rij Democraten die volgend jaar een gooi doen naar de Democratische kandidatuur voor het presidentschap van de Verenigde Staten in 2020. Sanders schreef in een email naar zijn aanhangers dat hij werkt aan een ‘laagdrempelige, historische campagne zonder weerga’ die mensen in heel Amerika zal verenigen.
Waarom is hij opnieuw kandidaat?
Trump is een grote motivator. Sanders noemt hem ‘de gevaarlijkste president in de moderne geschiedenis van Amerika’ en die moet worden verslagen. Het moet gedaan zijn met migranten zonder papieren te demoniseren en met de klimaatverandering niet ernstig te nemen, thema’s die duidelijk door Trump zijn geïnspireerd. Verder zet Sanders ook in op thema’s die al bekend in de oren klinken, zoals een daadkrachtige aanpak van inkomensongelijkheid en van hoge studieschulden, een algemene ziekteverzekering en betere controles op wapenbezit.
Dat klinkt toch niet zo nieuw?
Sanders geeft toe dat zijn tweede campagne in zekere zin een voortzetting is van wat hij en zijn aanhangers in 2016 hebben gedaan. Tijdens het tvprogramma CBS This Morning kreeg hij de vraag waarin deze campagne dan van de vorige verschilt, waarop Sanders zei: ‘Ditmaal gaan we winnen.’
En zal hij ook winnen?
Dat is twijfelachtig. In 2016 slaagde Sanders, die zichzelf omschrijft als een democratische socialist in een land waar ‘socialist’ nog vaak een scheldwoord is, erin een zeer brede groep aanhangers achter zich te krijgen. Met zijn succesvolle campagne scoorde hij sterk bij progressieve jongeren, voor wie ‘Bernie’ uitgroeide tot de favoriete grootvader van de natie, die thema’s aankaartte die voor de Amerikaanse jeugd belangrijk zijn.
Sanders verloor dan wel de Democratische voorverkiezing van Hillary Clinton, maar niet voordat hij het Democratische partijprogramma een flinke ruk naar links had gegeven. Het was bijvoorbeeld onder druk van Sanders dat Clinton uiteindelijk pleitte voor het optrekken van het minimumloon, tot 15 dollar per uur. Sanders’ campagne was succesvol, ook al haalde hij de nominatie niet binnen.
Maar een
Sanders voerde die eerste keer zo goed en zo zichtbaar campagne dat veel meer mensen dezelfde ideeën omarmen en promoten
herhaling wordt moeilijk, omdat hij niet langer de outsider is en het verrassingseffect verdwenen is – Sanders is intussen een van de beroemdste progressieve politici van Amerika. Bovendien voert hij dus campagne met ongeveer dezelfde thema’s als drie jaar geleden.
Spreken die thema’s de Amerikanen dan niet meer aan?
Zeker wel. Uit Sanders’ kandidatuur is enkele jaren geleden de politieke beweging ‘Our Revolution’ ontsproten. Leden van ‘Our Revolution’ zijn daarna zelf op de lijst gaan staan. Een bekend voorbeeld is Alexandria OcasioCortez, een medewerkster van de Sanderscampagne, die in november is verkozen als parlementslid voor het New Yorkse district Queens/ The Bronx. Op haar 29ste is zij het jongste lid van het Congres.
Sanders’ politieke succes in 2016 is in die zin tegelijk ook de keerzijde voor zijn eigen kansen als kandidaat: hij voerde die eerste keer zo goed en zo zichtbaar campagne dat intussen veel meer mensen dezelfde ideeën zijn gaan omarmen en promoten. Drie jaar geleden was het verschil tussen hemzelf en Hillary Clinton nog zeer helder – Clinton zou in Europa een centrumrechtse politica zijn en nam het op tegen Sanders, een Europese sociaaldemocraat. Maar ditmaal is het voor Bernie Sanders moeilijker om zich te onderscheiden van andere progressieve kandidaten in het Democratische kamp.
Senator Kamala Harris (54) is één voorbeeld, senator Elizabeth Warren (69) een ander. Warren hield zich in 2016 uit loyauteit tegenover Clinton uit de race, maar nu doet ze zelf mee aan de Democratische voorverkiezingen. Warren is goed bevriend met Sanders. Niet alleen hun progressieve ideeen overlappen, voor hun achterban geldt hetzelfde.
Is hij ook niet een tikje te oud?
Dat ligt aan de persoon. Voor Hillary Clinton bleek het tempo van zo’n presidentscampagne te heftig. Ze werd onwel en hield heel wat minder campagnebijeenkomsten dan Trump, die nu 72 is en fysiek geen moeite heeft met het presidentschap. Volgens zijn arts is hij iets te dik, maar verder kerngezond. Sanders is 77 jaar, slechts een jaar ouder dan Joe Biden, nog zo’n Democratische coryfee die een nieuwe campagne overweegt. Meer dan over hun leeftijd rijst wel de vraag of een oudere, blanke man dé beste kandidaat is om de Amerikaanse Democraten te vertegenwoordigen, aangezien hun achterban juist steeds diverser wordt.