‘Waarom zouden we Belgen niet zelf willen bestraffen?’
Europese landen zoeken naar een oplossing voor de Syriëstrijders. Is een internationaal tribunaal een goed idee? Of eerder uitstelgedrag?
BRUSSEL I Terwijl Islamitische Staat (IS) zijn laatste morzels grond in Syrië verliest, komt het debat over het lot van zijn overblijvende strijders op gang. Een debat waar urgentie achter zit, nadat de Amerikaanse president Donald Trump vorig weekend Europese landen heeft opgeroepen om meer dan achthonderd ISstrijders uit Syrië terug te nemen en te berechten. Het alternatief is volgens Trump ‘dat we gedwongen worden hen vrij te laten’.
Europese landen beraden zich, maar ondertussen denken rechtsgeleerden al een stap verder. Jihadi’s zouden verzameld kunnen worden in transitcentra in Syrië, opperde Jan Wouters, hoogleraar internationaal recht aan de KU Leuven, maandag op Radio 1. Vervolgens kunnen ze berecht worden voor een nieuwe ‘transnationale rechtbank, die wordt opgericht bij verdrag’. Zo’n grensoverschrijdend mecha nisme kan tot een ‘gecoördineerde aanpak’ leiden, zegt Wouters.
Den Haag
Zijn voorstel leek in de smaak te vallen bij Europarlementslid Ivo Belet (CD&V). Hij sprak zich uit voor het terughalen van Syriëstrijders op een ‘gecontroleerde manier’ en voor berechting, ‘eventueel door een internationaal tribunaal, Europees georganiseerd of met de Verenigde Naties’. Het is een mogelijke invulling van de collectieve Europese aanpak waar zijn partijgenoot, minister van Justitie Koen Geens, voor pleitte.
Maar is het ook een goed idee? Chris Van Den Wyngaert, voormalig rechter van het Internationaal Strafhof in Den Haag, vindt van wel, gaf ze aan op Radio 1. Berechting voor het bestaande Strafhof in Den Haag acht ze niet opportuun. Dat gaat gebukt onder dure en lange procedures, het dient in de eerste plaats om hooggeplaatsten te vervolgen en het hoort maar in actie te treden wanneer bevoegde lidstaten dat niet kun
‘Politici doen alsof dit onmogelijk aan te pakken is. Maar als je statistieken land per land bekijkt, zie je dat het beheersbaar is’
nen of willen. Maar staten zouden, op basis van de statuten van het Strafhof, wel een tribunaal kunnen optuigen dat de bevoegdheid heeft ISstrijders te berechten voor oorlogsmisdaden en misdaden tegen de mensheid. Van Den Wyngaert: ‘Men kan daar eventueel terrorisme aan toevoegen.’
Net zoals Rwanda
Luc Walleyn, die als advocaat pleitte voor het Strafhof, heeft bedenkingen bij het nut van zo’n tribunaal. Onze politiediensten en rechtbanken zijn prima geplaatst om Syriëstrijders te vervolgen, zegt hij. ‘Het enige echte voordeel van zo’n internationale aanpak is dat men een parket zou creëren dat alle documentatie kan concentreren en in principe op een efficiëntere wijze zou kunnen optreden.’
Maar dat kan ook door betere samenwerking tussen nationale diensten. Walleyn vindt het vreemd dat we Syriëstrijders niet zelf zouden willen berechten. ‘We hebben in Bel gië assisenprocessen gehad voor Rwandezen die oorlogsmisdaden gepleegd hadden in Rwanda. Die Syriëstrijders zijn Belgische onderdanen. Het is verwonderlijk dat we die niet zelf zouden willen bestraffen.’
Ook Nadim Houry, terrorismeexpert bij de ngo Human Rights Watch, ziet weinig heil in een nieuwe rechtbank. ‘Betere mechanismen om bewijsmateriaal te delen, dáárop zouden we ons moeten concentreren’, zegt hij. ‘IS heeft veel bewijsmateriaal achtergelaten.’
De reden waarom we over nieuwbakken tribunalen debatteren, is het ‘uitstelgedrag’ onder de verantwoordelijke politici, meent Houry. ‘Politici doen alsof de problemen zo groot zijn dat ze onmogelijk aan te pakken zijn. Maar als je de statistieken land per land bekijkt, zie je dat ze geheel beheersbaar zijn. Dit is geen onoverkomelijk probleem.’
NADIM HOURY Terrorismeexpert Human Rights Watch