Hardleerse woonzorgcentra onder verhoogd toezicht
Een klein aantal woonzorgcentra bezorgt de sector een slechte naam. Zij zullen binnenkort onder verhoogd toezicht worden geplaatst.
BRUSSEL I De Zorginspectie en de Woonzorglijn zijn het beu: er is een klein aantal woonzorgcentra waarover de klachten blijven aanhouden. En dus gaat men harder optreden. Deze woonzorgcentra zullen vanaf 15 maart onder verhoogd toezicht worden geplaatst.
Vlaams minister van Welzijn Jo Vandeurzen (CD&V), die hiertoe de opdracht geeft, zegt: ‘De overgrote meerderheid van de woonzorgcentra verleent elke dag kwaliteitsvolle zorg en beantwoordt aan alle vooropgestelde normen. Het gaat ons om die kleine groep waarover de klachten blijven komen – klachten die gegrond blijken. Zij zetten de sector onverdiend in een slecht daglicht.’
Om welke woonzorgcentra het gaat, kan en wil men nu nog niet zeggen. Wellicht ergens tussen tien en twintig. Het is aan de Zorginspectie om de groep af te bakenen en de betrokken woonzorgcentra te verwittigen, zodat ze weten dat ze onder verhoogd toezicht komen. Daartoe is de inspectie juridisch verplicht.
‘Het gaat om die kleine groep waarover de klachten blijven komen’
JO VANDEURZEN Minister van Welzijn
Klachtenlijn
Inspecteurs zullen er vaker onaangekondigd op inspectie gaan, op ongewone tijdstippen. Bijvoorbeeld ’s avonds en ’s nachts, in het weekend en op feestdagen. Volgens Joris Moonens, woordvoerder van Zorg en Gezondheid, betreft het woonzorgcentra ‘die onder druk van de kostenbesparing de grenzen aftasten van de personeelsomkadering. Een tekort dat zich nog scherper ’s nachts en in weekends laat voelen.’
Uit het zopas vrijgegeven jaarverslag van de Woonzorglijn blijkt dat het aantal klach ten stabiel is gebleven. Het waren er vorig jaar 220. Ze konden door de Woonzorglijn worden onderverdeeld in 643 deelklachten. Als er bijvoorbeeld een klacht binnenkomt over te weinig personeel, waardoor volgens de klager een bewoner niet goed gewassen wordt, dan behandelt de Woonzorglijn die melding als twee verschillende klachten, die allebei onderzocht worden.
Het grootste aantal deelklachten (336) betrof de zorg zelf, en de kwaliteit van die zorg. Het gaat dan over het wassen, de lichaamshygiëne en de verzorging van de bewoner. Ook wel over (gebrek aan) hulp bij toiletbezoek of om even op bed te gaan liggen. In de helft van de gevallen bleken deze klachten gegrond.
Ook over maaltijden wordt vaak geklaagd, maar het is moeilijker om daar de vinger op te leggen, omdat deze klachten vaak over smaak gaan, en dat is subjectief. Tien klachten gingen over te weinig hulp bij het eten – twee daarvan bleken gegrond.
Eén op de vijf deelklachten betrof de personeelsomkadering – in de helft van de gevallen bleken ook deze klachten gegrond.
Net als de voorbije jaren kwamen er tientallen klachten binnen over de interne klachtenbehandeling in het woonzorgcentrum zelf. Zo’n interne klachtenprocedure is verplicht. Maar blijkbaar kan het met de bejegening van die interne klachten nog beter.
Over financiële aspecten, zoals de dagprijs, supplementen of facturatie, wordt maar weinig geklaagd, althans bij de Woonzorglijn.