De stad wonen’
Anne Teresa en Jolente De Keersmaeker bundelen voor het eerst in vijftien jaar de artistieke krachten.
knowhow, vakmanschap en ervaring. Dat kan ik het best doorgeven in een specifiek project, bijvoorbeeld door een stuk te maken. Maar ik ben wel altijd betrokken geweest bij het opstellen van het curriculum, bij de laatste audities en de evaluaties. In het begin volgde ik Parts op als een jonge moeder die dicht bij haar kind zit. Nu is het meer van aan de zijlijn, als een grootmoeder.’ (Jolente moet lachen)
Jolente, jij geeft al sinds de oprichting van Parts les op de school als gastdocent theater. Hoe zou jij deze lichting studenten typeren? Zij zijn toch de klimaatgeneratie. Anne Teresa:
and they found they were old. (lacht) Het zijn toch vooral de middelbare scholieren die de protesten trokken.’
‘Ik vind hen een heel bewuste, geëngageerde generatie. Als ik het vergelijk met tienvijftien jaar geleden, vind ik deze lichting studenten heel spits en
Jolente:
alert. Dat merken we ook in de repetities. Als er bij Shakespeare iets vrouwonvriendelijks staat zoals “let me be your dog” willen sommigen dat liever niet spelen – ook niet als een vrouw dat zegt tegen een man. Ik vind het goed dat ze daar alert over zijn en dat gedachtegoed in vraag durven te stellen, ook al hanteerde Shakespeare volgens mij gewoon archetypen.’
Jullie zijn opgegroeid in Wemmel, in de Noordrand van Brussel. Hoe was dat?
Jolente:
‘We waren geen stadskinderen, maar dorpskinderen. Opgegroeid op een boerderij, tussen de dieren. Onze familie bestond uit landbouwers. In die zin is de natuur op een heel directe en concrete manier deel geweest van onze jeugd.’
‘We spreken echt over een andere tijd: onze grootmoeder is geboren in 1875 en onze grootvader in 1867. Zij hebben nog meegemaakt dat de paarden ploegden waar nu het Bockstael
Anne Teresa:
‘Als ik het vergelijk met tienvijftien jaar geleden, vind ik deze lichting studenten heel spits en alert. Dat merken we ook in de repetities’ JOLENTE DE KEERSMAEKER
plein in Laken is. De enorme omwenteling van de verstedelijking heeft zich voor hun ogen voltrokken.’
‘Je moet je de boerderij waar wij zijn opgegroeid dan ook eerder voorstellen als een 19deeeuwse hoeve.’
‘Het was zeker nog niet de landbouw van na de Tweede Wereldoorlog, toen onder invloed van het Marshallplan de teelt en distributie geïndustrialiseerd werden. De boerderij zoals wij die kenden was 25 à 30 hectare groot, verdeeld over graan, aardappelen, bieten, koeien, paarden, schapen, kippen … Niet de monocultuur zoals je dat vandaag ziet.’
‘Ik herinner mij onze jeugd vooral als een tijd met veel zuurstof. De stad was ons ook niet vreemd: we zijn allebei naar school gegaan in het centrum van Brussel. Onze ouders stonden absoluut open voor het stadsleven en voor cultuur. Het platteland en de stad gingen net samen, op een harmonieuze manier.’
Jolente: Anne Teresa: Jolente: Anne Teresa, jij woont nu op het platteland. Ben je daar bewust weer gaan wonen, omdat je nood had aan rust en ruimte? Anne Teresa:
‘Absoluut. Als volwassene heb ik jaren gewoond en gewerkt in Brussel, maar sinds enkele jaren woon ik weer op het platteland. Die beslissing is voor mij een verademing geweest. Ik had destijds absoluut het gevoel dat ik dat nodig had.’
‘Ik woon momenteel midden in Antwerpen. Maar sinds ik kinderen heb, denk ik vaak: moet ik niet terug in de natuur gaan wonen? Een stad kan zo verstikkend aanvoelen. Ik heb het nodig om tussen de bomen te zijn, om te kunnen ademen in de natuur. Dat is een behoefte die iedere mens voelt. Maar ik besef dat het een luxe is dat ik over deze keuze kan nadenken.’
Jolente:
blz. C6