Ook de ‘parking’ gaat stemmen
‘Beste WestVlamingen, ik geloof in wie wij zijn, in wat we doen en in wat we kunnen. En ik geloof in ú! Hard werken, ondernemen, zorgen voor elkaar. Zo doen we Vlaanderen vooruitgaan, op zijn WestVlaams.’ Het klinkt als een mededeling van de gouverneur van WestVlaanderen. Maar nee, het zijn de woorden van Antwerps burgemeester Bart De Wever in een filmpje dat op sociale media gedeeld werd door WestVlaamse kopstukken van zijn partij.
Dat De Wever zich als kandidaatVlaams ministerpresident geroepen voelt om de WestVlaamse medemens toe te spreken, wijst erop dat hij inziet dat de NVA door bepaalde kiezers steeds meer gezien wordt als de NieuwVlaamse Antwerpenaren. Leuk in Antwerpen, minder leuk daarbuiten.
Verwonderlijk is die perceptie niet. De Wever droeg er zelf duchtig toe bij, vooral tijdens de lokale verkiezingen vorig jaar. De Antwerpse campagne toen was de facto een nationale campagne. Zo konden ook Vlamingen buiten Antwerpen horen hoe de burgemeester van de Scheldestad zichzelf regelmatig op de borst klopte dat hij op Vlaams en federaal niveau de Antwerpse belangen verdedigt. Steevast pareerde hij de kritiek op zijn dubbele rol als burgemeester en partijvoorzitter met het argument dat die hem toestaat macht en geld binnen te halen voor Antwerpen. Met als belangrijkste voorbeeld de vele Vlaamse miljarden die hij naar Antwerpen sluisde voor de Oosterweelverbinding en de overkapping van de Ring. Doorgaans was hij daarover in Antwerpse media nog iets forser.
Ten gronde had De Wever geen ongelijk: de politieke invloed van de stad Antwerpen in Vlaanderen en België is de voorbije jaren effectief versterkt.
Toen ik De Wever alle manna hoorde opsommen, kon ik mij inbeelden dat dit veel Antwerpenaren als muziek in de oren klonk. Maar als ik mij probeerde te verplaatsen in de gemiddelde Limburger of WestVlaming (voor de Antwerpenaar die ik zelf ben niet de meest evidente opdracht) had ik zo’n vaag gevoel dat zij daardoor net iets minder gecharmeerd werden.
Het ligt zeker niet alleen daaraan, maar de uitstekende verkiezingsscores van de NVA in Antwerpen en zijn ‘gouden’ rand die het beeld op 14 oktober overheersten, verborgen een voor de Vlaamsnationalisten veel minder rooskleurig verhaal in grote delen van de rest van Vlaanderen. De breuklijn stadplatteland verklaart lang niet alles, want ook in veel andere steden scoorde de NVA vrij slecht. Dat de belangrijke NVAkopstukken, De Wever op kop, vooral in Antwerpen rondlopen, speelt een grotere rol.
Kiezersbedrog
Deels daarom stelde de Antwerpse burgemeester zich in januari kandidaat als ministerpresident van de Vlaamse regering. Opnieuw moest hij het gaan uitleggen in de nationale tvstudio’s: waarom verbrak hij zijn nog verse belofte om zes jaar Antwerps burgemeester te blijven? Dat zouden de Antwerpenaren toch niet begrijpen? Het dwong De Wever om zich ondanks die Vlaamse kandidatuur toch weer als Antwerpenaar te profileren. Ontelbare keren herhaalde hij dat hij het liefst burgemeester van Antwerpen was gebleven. Opnieuw stelde hij zijn Vlaamse kandidatuur voor als een voordeel voor Antwerpen: ‘Ik neem Antwerpen in mijn hart mee als ik naar het Martelarenplein ga’, zei hij in Terzake, want de Antwerpse lijnen naar de Vlaamse regering moeten sterk blijven: ‘Die zijn sterk vandaag, Antwerpen heeft daar dik van geprofiteerd.’ Opnieuw kon ik mij toen voorstellen dat de Antwerpenaar De Wevers kiezersbedrog zou kunnen vergeven, maar vroeg ik mij af of dit zijn kandidatuur op de ‘parking’ zou versterken.
Een analyse die ze duidelijk ook bij CD&V maakten, waar ze subtiel maar vasthoudend op die zwakke plek van De Wever begonnen te duwen. Sinds ze uit de Antwerpse meerderheid zijn gegooid en Kris Peeters naar Straatsburg hebben gestuurd, kunnen ze zonder veel DAVE SINARDET is professor politieke wetenschappen (VUB). In ‘Voorbij de grens’ buigt hij zich maandelijks over de staat van de naties. schroom het Antwerps favoritisme hekelen. CD&V heeft in Antwerpen niet veel meer te verliezen.
Er vloeit te veel geld naar Antwerpen, zeggen CD&Vkopstukken sindsdien, die beloven de verdeling van het Vlaamse geld over de gemeenten te herzien. Vooral ten voordele van het platteland, waar CD&V nog sterk staat. Als reactie op Jan Jambon, die de geldtransfers naar Wallonië en Brussel hekelde, begon Wouter Beke over de Vlaamse transfers naar Antwerpen tijdens een communautair debat van Knack. Dat Gent per inwoner ongeveer evenveel krijgt als Antwerpen, vertellen Beke en zijn partijgenoten er niet bij. Dat past immers niet in de aanvalslijn tegen de NVA.
Toen Hilde Crevits op een CD&Vcongres haar kandidatuur lanceerde, benadrukte ze dat ze de ministerpresidente zou zijn van alle Vlamingen, waarna ze alle andere provincies opnoemde en dan, na een betekenisvolle stilte, guitig de laatste eraan toevoegde: Antwerpen. In haar eerste debat met De Wever herinnerde ze er nog even fijntjes aan dat haar concurrent eigenlijk liever Antwerps burgemeester was gebleven. Eerder liet ze ook al vallen dat ze Antwerps niet bepaald het mooiste dialect vond. Subtiele tot subliminale steekjes, maar niet toevallig.
Aanvoelend dat de kritiek op zijn te Antwerpse profiel blijft plakken, reageert De Wever nu dus in een officiële mededeling aan het WestVlaamse volk: ‘Ik wil er zijn voor jullie zoals Geert Bourgeois er voor jullie was. Want de laatste jaren hebben wij flink geïnvesteerd in WestVlaanderen.’ Ook voor de Limburgers zou De Wever misschien best nog snel een filmpje opnemen. Al is het maar de vraag of het niet averechts werkt om twee dagen voor de verkiezingen plots te beginnen zeggen dat je WestVlaamse of Limburgse belangen wil dienen, nadat je er jaren prat op bent gegaan vooral te hebben gereden voor Antwerpen. Voor een Vlaamsnationalist wiens ideologie gebaseerd is op de eenheid en homogeniteit van een Vlaamse natie is het alleszins ironisch.
Subcampagnes
Het is een voorbeeld van hoe een campagne uiteenvalt in subcampagnes, onder meer gebaseerd op regionale gevoeligheden. In Limburg en WestVlaanderen lopen die sterk samen met de provinciegrenzen. Elders is dat minder zo. Hoewel er onmiskenbaar een Antwerpse (groot)stedelijke identiteit bestaat, geldt dat niet voor de provincie.
Regionale verschillen blijven onder de waterlijn, onder de radar van de grote analyses ook. Misschien zijn media er te blind voor door hun focus op de communautaire tweedeling van het land. Die schept het beeld van twee homogene blokken, waardoor de uiteenlopende realiteiten die daaronder schuilen, aan het oog onttrokken worden. Dat geldt ook voor Franstalig België. De campagnes voor Wallonië en Brussel liepen steeds verder uit elkaar dan het lijkt. Zo is de PS voor een kilometerheffing in Brussel, maar tegen in Wallonië. Verschillende partijen die voor een verbod op onverdoofd slachten stemden in Wallonië, hebben daar veel meer moeite mee in Brussel. Zelfs Didier Reynders (MR) wil zo’n verbod in Brussel niet volop steunen, bleek uit een filmpje dat hem in verlegenheid bracht.
Zo komen we bij een andere vorm van subcampagnes, voor culturele minderheden zoals moslims en joden, die nog veel sterker op hun identiteit en belangen worden aangesproken. Een schandelijke vorm van communautarisme, klinkt het dan. We zouden campagnefilmpjes voor WestVlamingen daar uiteraard niet mee durven te vergelijken.
Werkt het niet averechts om twee dagen voor de verkiezingen plots te beginnen zeggen dat je WestVlaamse of Limburgse belangen wil dienen, nadat je er jaren prat op ging vooral voor Antwerpen te hebben gereden?