FRANSTALIGEN MISSEN EEN STRATEGIE
De terugkeer van een assertief Vlaamsnationalisme is in Franstalig België als een schok aangekomen. Terwijl in Vlaanderen meteen kritiek loskwam op de soms overjaarse identitaire retoriek erin en het geforceerde idee van een Vlaamse culturele en historische canon, werden de Franstaligen ruw gewekt uit de droom dat het volstaat demandeur de rien te zijn om de communautaire standstill voor onbepaalde tijd voort te zetten. Nu het Vlaams Belang de positie van de NVA bedreigt, is voor die laatste de inzet verhoogd.
Niemand lijkt er bezuiden de taalgrens aan te twijfelen dat de bereidheid van CD&V en Open VLD om met de NVA aan tafel te schuiven voor Vlaamse formatiegesprekken, inhoudt dat die drie partijen ook aan elkaar geklonken zijn voor de federale regeringsvorming. Dat slaat de PS het plan uit handen om, nadat de impasse lang genoeg heeft geduurd, een noodregering te vormen met de drie Vlaamse traditionele partijen plus Groen, al heeft dat kwartet geen meerderheid in Vlaanderen.
Dat laat nog maar één piste open: de voortzetting van de afgestrafte en in Wallonië gehate Zweedse coalitie, gedepanneerd door de PS, al dan niet gefaciliteerd door de SP.A als glijmiddel. PSvoorzitter Elio Di Rupo wachtte maandag geen uur om dat perspectief af te schieten, waardoor de federale impasse nu ondoordringbaar lijkt. Dat brengt voor veel Franstalige waarnemers vervroegde federale verkiezingen een stuk dichterbij, ook al ziet niemand hoe die de problemen zouden oplossen.
Stilaan daagt in het zuiden het besef dat het niet erg logisch is om voor het behoud van België en zijn financiële zegeningen te zijn, maar geen realistisch plan te hebben voor de overleving ervan. De curieuze constructie die België is, heeft alleen levenskansen als ze gestoeld is op een waarachtig samenwerkingsfederalisme. Dat is de geest van zes opeenvolgende staatshervormingen. Als dat proces finaal is vastgelopen, moet er wel íets gebeuren.
Het confederalisme dat de NVA zonder veel details voorstelt, kan zowel een efficiëntere verdeling van bevoegdheden tussen federatie en deelstaten inhouden als een laatste stap richting de onafwendbare boedelscheiding. Het hangt er maar van af welke ideeën de Franstaligen tegenover het bod van Bart De Wever willen stellen. Maar net daar ontbreekt het zo flagrant aan.
De Wevers aankondiging van een ‘institutionele paradigmashift’ wordt net geloofwaardiger door het onvermogen van de PS om het gesprek aan te gaan. De kop in het zand steken is geen strategie.
Voor België zijn, maar geen plan hebben voor zijn overleving, is niet erg logisch