Meneer Jambon, laat dit uw doctrine zijn
Gaan werken moet meer lonen. STIJN BAERT herinnert de onderhandelaars voor de Vlaamse regering aan dit cruciale principe.
STIJN BAERT
Wie? Docent arbeidseconomie aan de UGent.
Wat? De drie partijen van de Zweedse coalitie zullen zich zonder probleem scharen achter maatregelen die werken aantrekkelijker maken.
Meneer Jambon,
We hebben elkaar al een aantal keer de hand geschud maar nog nooit uitgebreid met elkaar gesproken. Daar komt de komende dagen geen verandering in. De informatieronde is nu wel voorbij. Daarom vertrouw ik wat ik u te vertellen heb toe aan papier – de nostalgie waar de startnota voor uw besprekingen deels in baadt, ze is mij ook niet vreemd.
U wilt een regeerakkoord met ambitie, met een ziel. U wilt echt niet dat men over drie weken uw regeerakkoord vergelijkt met een catalogus van 3 Suisses: voor elk wat wils, maar geen echte lijn. Ik pleit precies voor het omgekeerde: een regeerakkoord dat niet alle kanten opgaat, maar dat een rechte lijn volgt. Een doctrine als het ware.
Straks krijgt u van de onderhandelaars van de verschillende partijen voorstellen om de principes in de startnota van informateur Bart De Wever te concretiseren. Ik stel voor dat u bij het overwegen van die voorstellen het volgende principe hanteert: maatregelen die werken aantrekkelijker maken, kunnen verder overwogen worden, maatregelen die het verschil tussen werken en niet werken nog verkleinen, gaan meteen van tafel. Geen enkele regel in uw regeerakkoord mag zondigen tegen dat principe.
Genoeg argumenten
Vergis u niet. Heel wat, zo niet alle, Vlaamse bevoegdheden raken aan wat wij als arbeidseconomen het ‘arbeidsaanbod’ noemen, de beslissing om ofwel te gaan werken of om thuis ‘anders actief ’ te zijn. Onderwijs, wonen, sociale zaken, mobiliteit … het beleid dat Vlaanderen op deze domeinen ontwikkelt, kan uit werken gaan aantrekkelijker maken of afremmen.
Zo staat in de startnota dat sociale voorzieningen (zoals kinderopvang en mobiliteit) meer inkomensafhankelijk en minder statuutafhankelijk zullen worden gemaakt. Wel, overweeg dan alleen maatregelen die maken dat laagopgeleiden met een baan er meer op vooruitgaan dan laagopgeleiden zonder baan. Dat de kinderopvang echt op maat van gezinnen met twee werkende ouders wordt hervormd. En wanneer u armoede bestrijdt, laat het dan vooral gebeuren langs de omweg van een baan.
Ik geef drie argumenten om deze doctrine te volgen. Het eerste is een