Zure regen op klaprozen
Met haar debuutroman brak de Brusselse Adeline Dieudonné in 2018 meteen door in Frankrijk. Vergelijkingen met Amélie Nothomb, Édouard Louis en Lize Spit waren niet van de lucht. La vraie vie is nu ook in het Nederlands beschikbaar.
Het gebeurt niet iedere dag dat een Belgische schrijfster met haar debuutroman Frankrijk verovert. Amélie Nothomb speelde het in 1992 klaar metHygiëne van de moordenaar. Adeline Dieudonné (36) kreeg het vorig jaar voor elkaar met Het echte leven. De Brusselse actrice en theatermaakster was maandenlang niet uit de media weg te slaan. Het boek stond op de shortlist van de Prix Goncourt en de Prix Renaudot, werd bedolven onder een regen van literatuurprijzen, waaronder de Prix du Roman Fnac, de Renaudot des Lycéens, de Prix Rossel en de Goncourt de la Belgique, en ging meer dan 200.000 keer over de toonbank. Een Franse criticus typeerde de roman als ‘Weg met Eddy Bellegueule herschreven door Amélie Nothomb’, en daar valt iets voor te zeggen, want de schrijfsters hebben heel wat met elkaar gemeen. Allebei hebben ze veel bravoure en een apart gevoel voor humor, allebei zijn ze geobsedeerd door sprookjes met een surrealistische inslag en gefascineerd door de overgang van de kindertijd naar de volwassenheid.
Opbeurende kost is het niet. Het echte leven baadt in een deprimerende sfeer en het morbide is nooit ver weg. Daar dienen verhalen nu eenmaal voor, ‘om er alles in te stoppen wat ons bang maakt’, zegt de jonge vertelster, ‘zo zijn we zeker dat het in het echte leven niet gebeurt.’ Niet dat dat echte leven nou zo leuk is. Het meisje woont in een nieuwbouwwijk met foeilelijke grijze huizen ‘die als grafstenen op een rij stonden’. Het opblaasbaar zwembad in de tuin ziet eruit ‘als een dikke vrouw die in de volle zon in slaap is gevallen’. Moeder, een dierenvriend, wordt getypeerd als een amoebe. De arme sloof is doodsbang voor haar man, een drankzuchtige geweldenaar die zijn gezin terroriseert en zijn echtgenote aftuigt. Vader heeft drie passies in zijn leven: de televisie, whisky en de jacht op groot wild. De kamer met zijn jachttrofeeën, ‘die van de kadavers’, is voor de kinderen verboden terrein. Gelukkig kunnen het meisje en haar broertje terecht bij Monica, de aardige buurvrouw die iets heeft van een goede fee. Haar fascinerende verhalen over draken vrolijken hun treurige jeugdjaren op, net als de hoorntjes van de ijscoman.
Prooi
Op een dag ontploft de slagroomspuit en spat het hoofd van de venter pal voor hun neus in duizend stukjes uit elkaar. Dat bloederige fait divers betekent het definitieve einde van hun kindertijd en het begin van het grotemensenleven, ‘de brute werkelijkheid van vlees en van bloed, van pijn en van het voortschrijden van de tijd, lineair en onverbiddelijk’. De kleine Gilles zal het trauma nooit te boven komen. Zijn blije kinderlach wordt ‘net zo naargeestig als zure regen op een klaprozenveld’. De jongen sluit een bondgenootschap met zijn vader, wordt een psychopaat in de dop en is, kortom, verloren voor de mensheid, maar zijn grote zus neemt zich voor hem van de ondergang te redden. Ze droomt ervan een tijdmachine te bouwen om het gebeurde ongedaan te maken. Met behulp van een oude auto, een magnetron en de Back to the futuretrilogie hoopt ze terug te keren naar de paradijselijke onschuld van voor het ongeluk. Op school stuit ze op de onwetendheid van haar leraren, maar met de oude professor Pavlovic kan ze naar hartenlust kletsen over wormgaten, de golfdeeltjesdualiteit, het AharonovBohmeffect en het SternGerlachexperiment. Want als de magie van de kindertijd verdwijnt, blijft alleen de wetenschap over.
Het echte leven is een absurdistische psychologische thriller, een nachtmerrieachtig sprookje en een surrealistische bildungsroman tegelijk. Het is een bizarre cocktail van kinderangsten, geweld en zwarte humor, gruwelijk en grappig, wrang en grotesk tegelijk. De roman heeft onmiskenbaar een feministische inslag. De vrouwelijke personages krijgen het zwaar te verduren. Ze zijn, letterlijk, loslopend wild. Wanneer de vader bij wijze van nachtspel een klopjacht organiseert in het bos, wijst hij zijn bloedeigen dochter aan als prooi. Eten of gegeten worden, dat is zijn filosofie. De weg naar de volwassenheid gaat nu eenmaal niet over rozen, maar ondanks alle
Opbeurende kost is ‘Het echte leven’ niet
ellende gaat de vertelster de problemen te lijf met een onverwoestbare levenslust, een ontwapenende onbevangenheid en een bataljon verfrissende metaforen. Het kind beseft dat ‘het leven een grote soep is in een mixer waarin je moet proberen niet aan stukken gehakt te worden door de messen die je naar beneden trekken’. Het romandebuut van Adeline Dieudonné smaakt naar meer.