Plasmastraal doet ‘ons’ zwart gat fonkelen
Het zwarte gat in het centrum van onze Melkweg flakkerde in mei kort maar hevig op.
Risico’s
Er is een snelle ontwikkeling van de kennis van prehistorisch hoogteleven, maar in feite is er nog weinig bekend, benadrukt de antropoloog Mark Aldenderfer in een commentaar bij het nieuws in Science. Ja, mensen kwamen al vroeg zo hoog, maar wat deden ze er? Over de levenswijze van deze bergbewoners zijn nog weinig feiten. Gaat het om permanente bewoning of kwamen ze alleen maar even kort langs op die hoogte?
‘Omdat deze plekken zeldzaam zijn en de onderzoeken beperkt, zijn wetenschappers geneigd te gaan overdrijven’, zo schrijft Aldenderfer, die zelf al in 2006 een inventarisatie opstelde van mogelijke prehistorische hooggebergtebewoningsplaatsen (inderdaad: Ethiopië, Tibet en de Andes). Daarin verwachtte hij overigens dat al vanaf 300.000 jaar geleden mensen beschikten over de gedragsflexibiliteit die nodig is voor overleven in het hooggebergte. Onder die extreme omstandigheiden zijn namelijk ‘hypergevarieerde jaag en ver
De allereerste foto van een zwart gat, eerder dit jaar, was ontegenzeglijk een historische gebeurtenis. Toch werd er ook al eerder naar zwarte gaten gekeken – voor zover je dat ‘kijken’ kunt noemen, want het bizarre kosmische fenomeen zendt zélf geen straaltje licht uit. Dat gebeurde (en gebeurt nog steeds) met telescopen die bijvoorbeeld infraroodlicht opvangen, afkomstig van extreem hete en snelbewegende materie in de buurt van zo’n zwart gat. Meestal levert dat niet meer op dan een wazig vlekje, waaruit wetenschappers weinig informatie kunnen halen. Het allereerste kiekje van een zwart gat was het resultaat zameltechnieken, soms gebaseerd op risicozoekend gedrag’ nodig voor overleving, schreef hij toen. Aldenderfer prijst nu het onderzoek van Ossendorf omdat hij het gevonden kampje beschrijft als een ‘residentie’, maar ook expliciet duidelijk maakt dat niets bekend is over de duur van een verblijf aldaar.
Struisvogelei
De mensen die in Fincha Habera in het Balegebergte verbleven, aten vrijwel uitsluitend reuzenmolratten, blijkt uit de duizenden botjes die er waren achtergebleven. De reuzenmolrat kan wel een kilo wegen en komt louter voor in dit gebergte. Hij leeft onder de grond, maar verzamelt zijn plantaardig voedsel aan de opvan een extreem gefinetuned netwerk van acht radiotelescopen.
Maar als dat vlekje plots veel feller wordt en gaat fonkelen, hebben astronomen het wel gezien. Dat was het geval bij Sagittarius A*, het zwarte gat dat ‘slechts’ 26.000 lichtjaar van ons ligt en waarrond onze Melkweg draait. In mei zag de Kecktelescoop op Hawaï hoe het middelzware zwarte gat (Sagittarius is vier miljoen keer zo zwaar als de zon) plotsklaps veel feller ging schijnen. Met een factor 75, ontdekten onderzoekers van de universiteit van Californië. En dat in een tijdsbestek van amper tweeënhalf uur. Daarna keerde de intensiteit van de infraroodstraling weer terug naar het ‘normale’ niveau.
Wat de opflakkering heeft veroorzaakt, is nog onduidelijk. Mogelijk heeft het zwarte gat met zijn enorme zwaartekracht de pervlakte, waardoor hij relatief makkelijk te vangen is.
Op basis van een stukje struisvogelei in het kamp denken de onderzoekers dat de bewoners ook in het laagland kwamen. Het landschap was toen minder kaal dan nu. Door het smeltwater van de gletsjer was het er relatief vochtig en de vondst van loopkevers van het geslacht Trechus wijst erop dat het bosachtig moet zijn geweest. Daardoor zou het voor mensen mogelijk moeten zijn geweest om permanent in het gebied te wonen, schrijven Ossendorf en zijn collega’s. Maar om dat zeker te weten moeten ze eerst nog wel meer ‘residenties’ vinden, voegen ze er onmiddellijk aan toe.
Er is een snelle ontwikkeling van de kennis van prehistorisch hoogteleven, maar tegelijk is er nog weinig bekend
omliggende materie (sterren, gaswolken) zodanig verstoord dat ze veel licht is gaan uitstralen. Heino Falcke, radioastronoom aan de Radboud Universiteit in Nijmegen, vermoedt dat onze planeet in mei kortstondig in het vizier lag van een van de twee ‘jets’ van Sagittarius. Dat zijn plasmastralen die vanaf de beide polen van een roterend zwart gat materie het heelal in slingeren. ‘We denken dat deze jets voor de meeste straling zorgen’, aldus Falcke. (sest)
Mogelijk heeft het zwarte gat met zijn enorme zwaartekracht de omliggende materie zodanig verstoord dat ze veel licht is gaan uitstralen