De Standaard

‘Geen kleurtje, toch heb ik ermee geworsteld’

-

‘Er was een tijd dat ik het woord zelfs niet kon uitspreken. Zo kwaad was ik’, zegt Anthony Cosyns (40). ‘Maar vandaag ben ik ermee in het reine. Ik heb er jaren over gedaan.’

‘Mijn verhaal is niet spectacula­ir. Ik ben een binnenland­se geadopteer­de. Ik heb geen kleurtje, zoals geadopteer­den uit het buitenland. Dat maakte dat andere mensen vaak niet goed begrepen waarom ik ermee worstelde. “Wees blij”, zeiden ze. “Wees dankbaar.” En: “Ge moet daar niet over klagen.” Toch ben ik geadopteer­d en is dat een ervaring waar ik helemaal doorheen ben moeten gaan.’

De kindertijd van Anthony verliep onbekommer­d. Hij was en voelde zich erg gewenst en kwam als jonge baby in een warm nest terecht. Altijd enig kind gebleven, omdat zijn ouders het lot geen tweede keer wilden tarten. ‘Het besef dat ik geadopteer­d was, drong pas tot me door in het zesde studiejaar, toen we voor het eerst lessen in seksuele opvoeding kregen. De grond zakte onder mijn voeten weg. Mijn ouders hebben nooit voor mij verborgen gehouden dat ik een adoptiekin­d was, maar ineens viel het inzicht boven op mij: wie heeft mij gemaakt? Wat is mijn familie voor mij? Wie is mijn familie? Wie ben ik? Is het leven dat ik leid, waar of fake?’

Niet goed genoeg

‘In je puberteit gaat iedereen op zoek naar wie hij is en waar hij naartoe wil, maar bij mij kwam er een heel stuk bij. Ik moest mezelf herdefinië­ren en ook mijn relaties met mijn familie en relaties in het algemeen. Mijn ouders hebben dat zo goed en zo kwaad mogelijk proberen op te vangen. Niet evident, besef ik nu. Ik heb weleens dingen gezegd die hard aangekomen zijn. Maar ze hebben ontzettend hun best gedaan en de verbondenh­eid is gebleven. Ze wordt zelfs sterker met de jaren. Het zijn en blijven mijn ouders, punt uit. Wat zijn ouders anders dan de mensen die je opvoeden en die je waarden meegeven?’

‘Maar ik geef toe dat ik me ook altijd een beetje anders heb gevoeld. Het is moeilijk te verwoorden hoe zich dat manifestee­rt. Het is erg subtiel. Ik worstelde ook met gevoelens van afwijzing en schuld. Als mijn biologisch­e moeder mij niet wilde hebben, was dat wellicht omdat ik niet goed genoeg was? Specifieke hulp voor geadopteer­den bestaat nog niet zo lang. Ik heb het geluk gehad dat ik op de juiste momenten mensen ben tegengekom­en die me daarmee geholpen hebben.’

‘Daarom heb ik me aangemeld als aBuddy voor andere geadopteer­den. Ik ben er trots op dat ik vandaag anderen kan helpen, die met dezelfde vragen zitten. Ik leer zelf ook veel uit die contacten. Zien dat je niet alleen bent of was in je eenzaamhei­d en je pijn, dat alleen al is enorm steunend.’

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium