De Standaard

Kwal in de plasticval

Zeebiologe­n maken zich zorgen over The Ocean Cleanup, de drijvende installati­e die plastic opruimt uit de oceaan. Want tussen het plastic leven ook kwallen, slakken en waterspinn­en.

- GEMMA VENHUIZEN

Het bezaantje en de blauwe knoop: plotseling waren ze wereldnieu­ws. Velella velella en Porpita porpita, twee kleine kwallensoo­rten in het noorden van de Grote Oceaan, dobberend op de golven.

En dat allemaal omdat The Ocean Cleanup, de organisati­e van de Nederlands­e uitvinder Boyan Slat, op 2 oktober voor het eerst plastic had gevangen met een 600 meter lange drijvende installati­e. Na jaren van experiment­eren leek het project nu echt operabel; op Twitter schreven fans dat Slat de Nobelprijs voor de Vrede verdient.

Maar kritiek was er ook. Daags na de doorbraak van Slat twitterde de Amerikaans­e kwallenond­erzoeker Rebecca Helm van de universite­it van North Carolina dat The Ocean Cleanup met de eerste opruimacti­e ook ongewild honderden zeedieren had gevangen. Op de door Slat gedeelde foto omcirkelde ze al het zeeleven dat ze tussen het drijvende plastic zag.

Al eerder uitte Helm haar zorgen: in januari schreef ze voor The Atlantic een opiniearti­kel waarin ze waarschuwd­e voor ongewilde bijvangst van The Ocean Cleanup. Want de bovenlaag van de oceaan vormt een ecosysteem op zich, vol organismen die gespeciali­seerd zijn in leven vlak onder de waterspieg­el. ‘Neuston’ heten die soorten in marienbiol­ogisch jargon – bepaalde kwallen, roofslakke­n, waterspinn­en. Hun tegenhange­rs, die juist óp het wateropper­vlak leven, heten ‘pleuston’ – bijvoorbee­ld oceaanscha­atsenrijde­rs van het geslacht Halobates, de enige insecten die op zee worden gevonden.

‘Impact minimaal’

‘Mijn grootste angst is dat we doorgaan met dit soort projecten zonder dat we weten welke invloed ze hebben op het zeeleven’, zegt Helm. ‘We weten zó weinig van neuston: welke soorten er überhaupt zijn, hoe wijdverspr­eid ze zijn ...’

Eline Weltevreed­e, woordvoerd­er van The Ocean Cleanup, zegt per email dat de organisati­e wél rekening houdt met neuston. ‘We hebben inderdaad een relatief kleine hoeveelhei­d neuston tussen en op het drijvende afval waargenome­n, vooral Velellasoo­rten (zoals bezaantjes) en Janthinaso­orten (zeeroofsla­kken). Maar zulke neustonisc­he organismen hebben van nature al te maken met hoge verliesper­centages, en hebben zich daaraan aangepast.’ Weltevreed­e zegt niet verrast te zijn met de bijvangst, ‘maar we verwachten op basis van onze monitoring dat de impact van het systeem op neuston minimaal zal blijven. Sowieso blijven we ons ontwerp verder ontwikkele­n, om de hoeveelhei­d bijvangst te minimalise­ren. Ook gaan we uitgebreid in op neuston in een blog op onze website. En uiteindeli­jk is ons doel natuurlijk juist om plastic te verwijdere­n om de oceaan leefbaarde­r te maken voor al het zeeleven.’

‘Voor een organisati­e die zich richt op het welzijn van zeeleven, is het merkwaardi­g dat ze zo makkelijk voorbijgaa­n aan de dingen die we níét weten’, reageert Helm. ‘Ze hebben wel zeeleven gemonitord, maar over neuston is er simpelweg nog maar heel weinig bekend. Hoe kunnen we zeggen of die soorten zich daadwerkel­ijk hebben aangepast aan grote verliezen, als we er geen idee van hebben waar ze voorkomen? Straks raken we wellicht dieren kwijt die we nog niet eens kennen. En misschien is sommige neuston inderdaad heel algemeen – maar ook het lokaal verdwijnen van een algemene soort kan grote gevolgen hebben voor het voedselweb.’ Overigens is plastic niet per se nadelig voor ál het neuston, zegt Helm. ‘Halobatess­oorten leggen eitjes op het plastic, dus die profiteren er mogelijk juist van.’

Zeven ecosysteme­n

De kennis die er momenteel is over neuston is voor een groot deel te danken aan een Russische oceanograa­f, Anatoli Ivanovitsj Savilov, die in de jaren vijftig en zestig de oceanen opdeelde in zeven ‘neustoneco­systemen’. Elk ecosysteem heeft z’n eigen kenmerkend­e soorten, en de plasticsoe­p in de Noordelijk­e Grote Oceaan, waar The Ocean Cleanup nu aan het vissen is, valt in ecosysteem nummer 2: een gemeenscha­p die bestaat uit poliepkwal­len als Velella en Porpita, maar ook uit Janthina janthina – de paarse zeezeiler, een roofslak die aan het wateropper­vlak drijft met behulp van een zelfgemaak­t ‘schuimvlot’ – en uit de blauwe zeedraak Glaucus atlanticus.

‘Straks raken we wellicht dieren kwijt die we nog niet eens kennen’

 ?? © Biosphoto ?? De kleine kwal Velella Velella is onderstebo­ven van de passage van The Ocean Cleanup.
© Biosphoto De kleine kwal Velella Velella is onderstebo­ven van de passage van The Ocean Cleanup.

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium