‘Ik ben heel schools, ik hou van die heldere verhoudingen’
Exact tien jaar na haar rol in ‘My Queen Karo’ is ze deze week op het filmfestival in Gent te zien in de première van ‘Cleo’. Anna Franziska Jäger is actrice, werkt haar master drama af, is de dochter van choreografe Anne Teresa De Keersmaeker, maar is vooral gewoon 22 jaar. ‘Liefdesverdriet is de ergste pijn die ik al heb meegemaakt.’
‘Toen ik afstudeerde aan de middelbare school antwoordde ik in het jaarboek op de vraag hoe ik mezelf over tien jaar zag: Rihannagroupie of Greenpeaceactiviste. Bij wijze van onnozele grap, natuurlijk. Maar toch, ik denk dat ik toen activistischer was ingesteld dan nu, vier jaar later. Al stapte ook ik overtuigd mee in de klimaatmarsen dit jaar. Dat thema houdt me zoals vele mensen en jongeren bezig. Het is een groot probleem, op het deprimerende af. Ik vind het belangrijk om mee een signaal te geven, maar ik ben er ook van overtuigd dat er naast onze morele, emotionele reactie vooral vanuit de politiek iets moet gebeuren.’
‘Ik weet niet of jongeren vandaag de dag per se idealistischer zijn. Wel zijn we gedreven. Het probleem is dat mensen de neiging hebben om de klimaatjongeren als een homogene groep te beschouwen, terwijl we ook mensen zijn die zichzelf nog ideologisch aan het vormen zijn. De vraag is of de bewustwording duurzaam is, of diezelfde groep ook politieke verandering teweeg kan brengen op lange termijn. Van dat soort overpeinzingen kan ik wakker liggen.’
Karo en Cleo
‘Toen ik een jaar of negen was, spotte regisseuse Dorothée van den Berghe me in een biowinkel hier in Brussel. Mijn moeder komt daar vaak. Dorothée zag in mij een Karo. Een paar jaar later, toen er geld was en ze audities organiseerden, contacteerde ze me en zo
kreeg ik uiteindelijk de rol in My
Queen Karo. Heel toevallig dus. Toen de film uiteindelijk gedraaid werd, was ik twaalf. Een kind, een beginnend puberend meisje. Ik had acteerervaring door hier en daar eens mee te spelen in een theaterproductie en ik was, door mijn ouders (choreografe Anne Teresa De Keersmaeker en Gerhard Jäger, bezieler van Art Basics for Children, red.) en tante (theatermaakster Jolente De Keersmaeker,
red.) ook wel vertrouwd met die wereld.’
‘Ik heb het er soms moeilijk mee dat mensen me op professioneel vlak verbinden aan mijn moeder. Omdat zij een bekende choreografe is, kreeg ik vroeger heel vaak de vraag: ga jij dan ook dansen? Dan dacht ik altijd: en jij, ga jij ook doen wat jouw ouders doen? We zijn allemaal een kind van onze ouders, natuurlijk, maar we zijn ook een kind van onze tijd. We krijgen waarden en normen mee, maar ouder worden betekent voor mij vooral jezelf positioneren tegenover die waarden en normen. Kunst mogen studeren is een luxe. Dat je kan gaan voor een beroep met weinig financiële zekerheid, is vaak weggelegd voor kinderen van ouders die dat risico kunnen opvangen. Van die realiteit ben ik me steeds bewuster.’
‘In de eerste langspeelfilm van Eva Cools vertolk ik de hoofdrol, die van Cleo. Zij overleefde een autoongeval met vluchtmisdrijf, waarbij ze haar beide ouders verloor. De film gaat over rouw, maar ook over volwassen worden en keuzes maken. Cleo is de dochter van een bekende concertpianist, ze vindt troost in het instuderen van een stuk van Rachmaninov. Ik kan me niet voorstellen hoe het is om je ouders te verliezen, laat staan hoe het is om je beide ouders in één klap te verliezen. Als actrice geef je daar je eigen verbeelding aan. Je speelt een personage, maar wel met je eigen lichaam. Dat is een interessant gegeven: waar eindig jij als speler en waar begint het personage, en waar lopen die twee door elkaar ?’
Liefdesalgoritme
‘Pijn die zo intens is als die van Cleo ken ik niet. Als ik nadenk over wat me al het hardst heeft geraakt, dan heeft dat te maken met de liefde. Liefdesverdriet is vreselijk. De filosoof Slavoj Žižek zegt over liefdesontmoetingen dat ze per definitie traumatiserend zijn, omdat de liefde je overvalt, omdat je er in wezen geen keuze in hebt. Zo ervaar ik het ook wel. Je kunt over de liefde ook rationeler nadenken: kiezen voor een partner waar je zo weinig mogelijk kwetsuren aan kunt overhouden. Maar voor mij werkt het zo niet.’
‘Tegenwoordig heeft liefde, of iemand leren kennen, een hele nieuwe dimensie gekregen: datingapps. Ik weet nog altijd niet wat ik daarvan moet vinden. Ik denk ook dat we nog niet kunnen overzien welke gevolgen dat heeft voor mensen op het vlak van relaties en intimiteit. Ik las eens in een studie dat datingapps ons kieskeuriger maken en dat mede daardoor het aantal singles stijgt. Ook zouden die algoritmes bepaalde mechanismen uit de samenleving, zoals racisme, reproduceren. En dan zeg ik nog niks over wat je via zo’n app allemaal prijsgeeft, de data alleen al. Dat zijn toch dingen om bij stil te staan. Maar er zijn heel veel mensen die er de liefde vinden. Ik ben voor noch tegen, ik ben geen dogmatisch iemand, maar zelf leer ik liever iemand op café kennen. Ik ben een romantisch type. Met alle gevolgen van dien (lacht).’
‘Vriendschap is voor mij heel belangrijk. Het is misschien de betere vorm van liefde. Al is het ook intens, vriendschap vraagt het veel aandacht, tijd en energie. Het fascineert me hoe ieder zijn eigen weg gaat, mijn vriendinnen uit het middelbaar doen heel andere dingen dan ik. En ja, dan kun je uit elkaar groeien, en dat hoort bij het
‘Vriendschap is voor mij heel belangrijk. Het is misschien de betere vorm van liefde’
ANNA FRANZISKA JÄGER
Actrice, 22 j
‘Ik vind het vreemd dat mensen beweren dat we rationeel moeten nadenken of we wel kinderen op de wereld willen zetten’
leven, maar als dat niet gebeurt, zijn die verschillende verlangens en toekomstbeelden een echte rijkdom. Ik ben sowieso heel erg gesteld op het verleden, ik ben een melancholisch type. Al heb ik een slecht geheugen. Een familielid van me doctoreert en schrijft over hoe vergeten een even grote rol speelt als herinneren in de vorming van je identiteit. Heel interessant, want je bewust iets herinneren kan, maar bewust vergeten, daar ben ik toch nog nooit in geslaagd.’
‘Wellicht ben ik vandaag de dag eerder een uitzondering, maar zelf heb ik altijd al geweten dat ik graag kinderen wil. Vroeger grapte ik soms dat ik er zeker acht wilde. Wat nu natuurlijk niet meer verantwoord is om te verkondigen. Al vind ik het vreemd hoe mensen, onder andere in de klimaatdiscussie, beweren dat we rationeel moeten nadenken of we wel kinderen op de wereld willen zetten. Natuurlijk houdt dat vraagstuk mij ook bezig, en er valt zeker en vast iets voor te zeggen, maar aan de andere kant denk ik: hoe kan kinderen willen of krijgen in godsnaam iets rationeels zijn?’
Losrukken
‘Ik ben net verhuisd. Hier in Brussel woon ik samen met mijn, sinds jaar en dag, beste vriendin. Hoewel ik vind dat je altijd pas achteraf kunt oordelen over situaties en dat de dingen pas in het achteraf betekenis krijgen, vind ik dat een van de fijnste dingen aan 22 zijn. Je zit nog op school, je bent veilig en je wordt ondersteund, maar je bent je ook een beetje aan het losrukken, je leert op eigen benen te staan. Dat samen met een vriendin kunnen doen, geeft me nog wat veiligheid, en het is ook gewoon leuk.’
‘In het middelbaar wist ik even niet meer wat ik later wilde doen. Als kind was actrice worden een droom, ik voerde mezelf voortdurend op, maar dat verdween tijdens de pubertijd. Erna kwam het verlangen terug. Ik besloot om toelatingsproeven te doen en die over mijn lot te laten beslissen. Dat is gelukt. Intussen werk ik mijn master drama af aan het KASK in Gent. Ik ben heel schools. Ik hou van die duidelijkheid. School is een gemeenschap, het is heel gestructureerd en gecodeerd en de verhoudingen zijn helder: jij geeft les, ik volg les. Naarmate je in het werkveld komt, worden die verhoudingen vager, je weet niet meer precies welke rol je hebt. Ik vind dat in het volwassen worden wel een uitdaging.’
‘Uiteraard denk ik na over de onzekerheden die me nog te wachten staan. Veel jonge mensen denken niet meer per se aan werken in termen van een vast contract. Automatisch stelt zich dan de vraag: hoe bouw ik sociale zekerheid op? Hoe overleef ik financieel? Gelukkig kan ik mezelf de vrijheid gunnen om daar nog niet van wakker te liggen, om te zien wat er op me afkomt. En om af en toe te denken: ik kan ook in een bar werken.’