IJzersterk op een wankele sokkel
In Turkije durft niemand te debatteren over de Syrische operatie. Met zijn offensief duwt Erdogan zichzelf in een heldenrol. Toch is zijn almacht schijn.
BRUSSEL I Terwijl internationale media uitpuilen van meningen over het Turkse offensief in Syrië, ligt het debat in Turkije zelf helemaal stil. ‘Conventionele media brengen alleen nog propaganda’, zegt Mehmet Onur Cevik, sociale mediaanalist aan de Universiteit Gent. ‘Wie over de oorlog een ander standpunt heeft dan de regering, verschijnt niet meer op tv of op de opiniepagina’s.’
Volgens die regering is dit een strijd tegen terreur en zijn de Turkse soldaten helden of ‘martelaren’. Media nemen die termen over en publiceren communiqués. Voor de rest is de oorlog iets abstracts en vanzelfsprekends. ‘Zelfs de negen burgerdoden aan de grens zijn voor velen in Istanbul of Ankara erg ver weg’, aldus Onur. ‘Turkije lijkt zich als één man te scharen achter “onze helden”.’
500 aanhoudingen
Die consensus is deels afgedwongen, want op sociale media verschenen wel enkele pacifistische verklaringen. Maar die mensen riskeren directe vervolging. Volgens minister van Binnenlandse Zaken Suleyman Söylu zijn zowat 500 mensen korte tijd gearresteerd geweest, omdat ze zich op het internet uitspraken tegen de operatie.
Ook de partijpolitiek houdt zich gedeisd. Op de proKoerdische HDP na verklaart geen enkele partij openlijk dat Turkije geen orde op zaken mag stellen in Syrië (zie kader). ‘Oppositiekiezers van de militant nationalistische MHP en IYI steunen het leger, net als die van de seculiere CHP’, zegt Nezih Onur Kuru, politicoloog aan de universiteit van Koç, aan De Standaard. ‘Militarisme en nationale trots staan op het hoogste niveau. Het publiek had een aanval op YPG verwacht, los van het feit of ze Erdogan steunen of niet.’
De proKoerdische HDP protesteert uiteraard wel. ‘Als de Koerden een plant in een pot steken, zou men nog spreken over de “terreurplant” en er tanks op richten’, zei verkozene Pervin Buldan in het parlement. Maar HDP lijkt de energie kwijt, met een voorzitter in de cel en enkele pas verkozen burgemeesters die al uit hun ambt zijn gezet door de regering. ‘Grote straatbetogingen zijn geen optie vanwege het strenge politieoptreden’, zegt HDPmedewerker Bernali Armali vanuit Istanbul.
Kenmerkend voor de sfeer is dat enkele academici eergisteren
Erdogans belofte om nieuwe steden te bouwen in Syrië deed de marktwaarde van Turkse cementbedrijven 30 tot 41 procent stijgen
steun verklaarden aan de regering. In 2016 deden minstens 2.000 universitairen het omgekeerde met hun Academics for Peaceinitiatief. Toen spoorden ze Erdogan aan om zijn offensief in het Turkse zuidoosten te staken. In de zuiveringen die daarop volgden, verloren minstens 500 ondertekenaars hun job.
Wederzijds wantrouwen
De Koerdische YPG en het Turkije van president Erdogan waren nochtans niet altijd gezworen vijanden. In 2013 hield hun politieke leider, Salih Moslim, nog tweedaags spoedoverleg met de AKPtop en de geheime diensten. Ankara zocht toen veiligheidsgaranties. Op een bepaald moment was er sprake van een Turkse diplomatieke post in Rojava.
‘Maar de verkiezingen van 2015
Uitslag 2019, stemmenpercentage over heel Turkije brachten de grote doorbraak van HDP’, zegt Cevik. Dat de linkse Koerdische partij voor het eerst zo’n groot electoraal gewicht kreeg en zelfs even de AKP kon bedreigen, kon het behoudsgezinde politieke Turkije moeilijk verteren. ‘Tijdens de lastige formatiegesprekken volgden nog een serie dodelijke terreuraanvallen door de TAK, een radicale uitloper van PKK’, zegt Cevik. Het vredesproces liep stuk op wederzijds wantrouwen. ‘Sindsdien hebben we vier jaar polarisering gezien. Nationalisme is sinds 1923 de standaard bij zowel linkse als rechtse partijen. Maar nu zien we ultranationalisme, met meer agressie tegenover interne en externe tegenstanders.’
Volgens Cevik weerspiegelt dat ultranationalisme niet per se rancune bij de bevolking. ‘Politici als minister Söylu (AKP) doen al jaren aan nationalistisch opbod en zeggen het publiek dat verzoening geen optie is. Dat creëert een sfeer.’ Ook onderwijs draagt bij aan het ultranationalisme. ‘Jongeren leren op school constant hoe machtig en groots het Ottomaanse Rijk was in de regio’, zegt Cevik.
‘Als je het jongeren expliciet vraagt, zullen ze de operatie steunen. Maar hun prioriteitenlijstje ziet er anders uit’
MEHMET ONUR CEVIK Socialemediaanalist UGent
Vandaag staat Turkije juist geisoleerd in het MiddenOosten en keuren ook zijn westerse bondgenoten de actie af. ‘Het is voor velen hartverscheurend om te zien dat de realiteit geen gelijke pas houdt met dat verleden’, zegt hij. ‘Als je het jongeren expliciet vraagt, zullen ze de operatie steunen. Maar hun prioriteitenlijstje ziet er anders uit: ze willen werk, goed onderwijs, vrijheid en ontspanning.’
Rollenspel
Voor Erdogan komt de golf van vaderlandsliefde en eenheid als een reddingsboei in een woelige storm. Bij de lokale verkiezingen in juni verloor hij zowat alle rijke steden (zie kader). Zijn alliantie met MHP (‘de grijze wolven’) lijkt bedreigd door gezondheidsproblemen van MHPvoorzitter Bahçeli. Die maakte eigenhandig een alliantie met AKP, tegen de MHPachterban in. Hij verloor veel kiezers.
Bovendien sputtert de economie en kan die volgens analisten niet heropleven onder het rechtsonzekere bestuur van Erdogan. Als de economie niet floreert, dan is nationale veiligheid het enige alternatieve scorebord. Die twee zijn overigens verknoopt. Erdogans belofte om nieuwe steden te bouwen in Syrië deed de marktwaarde van Turkse cementbedrijven 30 tot 41 procent stijgen.
Ook al zwijgen andere partijen nu nog, op termijn zullen ze Erdogan afrekenen op deze actie. Vooral als die leidt tot economische sancties. Een bron bij IYI laat zich (anoniem) kritisch uit. ‘Dit is een spelletje opgezet door Erdogan’, klinkt het. ‘In 2013 rolde hij nog de rode loper uit voor YPG in Ankara. Nu zijn het plots terroristen? Erdogan gebruikt hen. Dit is zijn enige uitweg om nu aan de macht te blijven.’
De NoordKoreaanse leider Kim Jongun heeft op een wit paard door de eerste sneeuw de berg Paektu beklommen. De 2.750 meter hoge vulkaan wordt zowel door Zuid als NoordKoreanen als een heilige berg vereerd. In NoordKorea geldt de berg ook als een symbool van de heersende familie. In ZuidKorea wordt gespeculeerd dat op de uitstap naar de Paektu een belangrijke politieke beslissing kan volgen. (mg, blg)