‘Ze zien eerst een zwarte, pas daarna een trainer’
BRUSSEL I Arnold Rijsenburg (51) vertrekt dit weekend met zijn gezin naar Salt Lake City, waar hij aan de slag gaat als opleidingshoofd bij Real Salt Lake, een team in de Major League Soccer. Rijsenburg werkte bij de U18 van Standard met onder anderen Axel Witsel, Marouane Fellaini, Nacer Chadli, Christian Benteke en Mehdi Carcela, bij Anderlecht begeleidde hij onder meer Romelu Lukaku. Die ervaring als opleider van de Duivels en zijn sollicitatiegesprek met het Amerikaanse management deden de balans in zijn voordeel uitslaan.
‘Ik ben blij dat ik deze kans krijg, maar eigenlijk was ik op zoek naar een baan in eigen land’, zegt Rijsenburg. ‘Jarenlang kreeg ik geen kansen op de Belgische markt. Ik heb me afgevraagd waarom. En ik kan me niet van de indruk ontdoen dat zwarte trainers in ons land nog steeds een taboe zijn. In de spelerskernen vind je bijna geen club zonder zwarte speler. Maar clubs met een zwart staflid zijn er nauwelijks.’
Niet in de brousse
Rijsenburg werd geboren in Suriname en heeft de Nederlandse nationaliteit. Zijn vader werd eerst profvoetballer in Nederland en verhuisde later met het hele gezin naar Leuven, waar hij in de vroege jaren 70 voetbalde bij Stade Leuven. Arnold was toen vier. Hij groeide op in België en zou later zelf voetballen bij Stade. Hij bouwde zijn trainerscarrière in ons land uit en volgde de Pro License-trainerscursus met bekende namen als Philippe Clement en Felice Mazzu.
‘Heel mijn carrière heb ik te maken gehad met onderhuidse vormen van racisme’, zegt Rijsenburg. ‘Als ik als coach van de U18 van Standard ergens toekwam, kreeg ik de vraag: “Bent u de délégué of de materiaalman?” “Nee, ik ben de coach”, antwoordde ik dan fijntjes. Mensen zien in de eerste plaats een zwarte man.’
‘Ik begrijp niet dat je iemand beoordeelt of veroordeelt op basis van ras, geslacht of geaardheid. Ik maakte het mee dat een 15-jarige zwarte voetballer racistische verwensingen naar het hoofd kreeg. “Hij moet er maar tegen kunnen”, werd vaak gezegd. Hoezo, hij moet er maar tegen kunnen?’
‘Zelf kreeg ik ook gratuite opmerkingen. Ik praatte in het Frans met iemand, toen ik achter me een vrouw in het Nederlands tegen haar man hoorde zeggen: “Kijk eens wat een chiquen tip.” “Ja”, antwoordde die man, “je kunt zien dat die niet in de brousse is opgegroeid.” Ik heb me dadelijk omgedraaid naar die mensen. “Ja maar meneer, mijn man is geen racist”, Kris Van Der Haegen, directeur trainersopleidingen bij de Belgische voetbalbond, heeft begrip voor Rijsenburgs frustraties. ‘In het profvoetbal wordt de keuze voor een coach bepaald op basis van ervaringsdeskundigheid. Bekende oud-profvoetballers hebben daarbij een streepje voor. Het is ook een feit dat weinig zwarte ex-voetballers zich voor onze cursussen hebben aangemeld. Het zou niet slecht zijn, mocht er een rolmodel opstaan. Iemand als Vincent Kompany zou het taboe kunnen doorbreken.’
Ook de Pro League stelt vast dat voetbalploegen in België al erg multicultureel zijn, ‘maar dat de diversiteit zich niet altijd doorzet in de technische staf’. ‘Het heeft echter geen zin om met quota te werken in een extreem prestatiegerichte omgeving als het profvoetbal’,
‘Frank Lampard en Steven Gerrard kregen uit het niets een topjob. Maar Paul Ince en Sol Campbell kregen die kans nooit’
(dvd)