80jarigen op recordjacht
‘Ik rijd nu zelfs sneller dan toen ik 60 was’
82 is Herman De Ridder, maar zondag doet hij op de wielerpiste van Gent een gooi naar eeuwige roem. Hij is al de derde Vlaming die dit jaar het uurrecord voor 80plussers aanvalt. Maar is dat wel nog gezond?
GENT I ‘Groen!’ Telkens als Herman De Ridder voorbij zoeft, zwaait zijn vriend Leo aan de rand van de wielerpiste in Gent en thousiast met een rood of groen sjaaltje. Is het groen, dan reed de 82jarige de ronde in minder dan 25 seconden. Dat is het tempo dat hij een uur lang moet aanhouden om zondag het uurrecord voor tachtigplussers ruim te breken.
Het Belgische record, welteverstaan. Dat staat nu op naam van de 84jarige Jef Geerts uit Hoogstraten, die in één uur 33,750 km haalde, op dezelfde wielerpiste van het Vlaams Wielercentrum Eddy Merckx in Gent.
In tegenstelling tot zijn voorgangers laat De Ridder niets aan het toeval over. Een maandenlange voorbereiding, hartslag meter, aerodynamische fiets, voedingssup plementen en een aangepast trainingssche ma. Elke training bestaat uit drie sessies van 20 minuten met een hartslag van 141 per minuut. Superherman – zoals zijn supporters hem hebben gedoopt – is klaar voor een superprestatie.
Het idee ontstond in Mallorca, waar de 82jarige twee keer per jaar met de wieler club Heidestoempers uit Kalmthout gaat fietsen. De Ridder is een wielertoerist met ervaring, die het hele jaar door geregeld tochtjes van 100 kilometer fietst. Toen VRT presentator Bart Schols en co. er hem op het vals plat niet konden afrijden en hij er zelfs de lokale bergen kon bedwingen, brachten ze hem al schertsend op het idee om het Belgische uurrecord in zijn leef tijdscategorie aan te vallen.
Zoals Campenaerts
Het wérelduurrecord in die categorie is wellicht te hoog gegrepen. Dat staat sinds 2017 op naam van de Canadese Italiaan Giuseppe Marinoni, die net iets meer dan 39 km haalde. ‘Dat zou misschien haalbaar zijn als ik ook een tijdritstuur had en een bijpassende helm, zodat ik net zoals Victor Campenaerts veel lager zou zitten en veel minder wind zou vangen. Maar zondag mik ik op 36 kilometer per uur’, zegt de voormalige (vice)schooldirecteur. Ter vergelijking, Campenaerts zette het record bij de profs in april op iets meer dan 55 km/uur.
Probleem voor De Ridder: hij heeft weinig ervaring op de piste. ‘In het begin was het echt moeilijk. De tweede keer dat ik het probeerde, ben ik gevallen. Toen wou ik zelfs stoppen.’ Maar opgeven staat niet in zijn woordenboek. ‘Ik ben gezonder en fitter dan ooit. Ik rijd nu zelfs sneller dan toen ik zestig was.’
De Ridder lijkt een uitzondering, maar hij is dit jaar al de derde Vlaming die het uurrecord op de baan aanvalt in zijn leeftijdscategorie. Er was Geerts, en kort daarvoor Achille Margo, een 84jarige WestVlaming die op de overdekte piste van Roubaix 31 kilometer en 186 meter aflegde.
‘Turbo Theo’
Ook in Nederland zijn werelduurrecordpogingen door ‘oudjes’ stilaan een hype. Daar verbeterde ‘Turbo Theo’ (85) uit Warnsveld op 14 augustus het record op een buitenbaan door in één uur 30,603 kilometer te rijden – vier kilometer meer dan het record van zijn 80jarige landgenoot Hans Geleen. En wat dan te zeggen van de Fransman Robert Marchand, die meerdere records voor 100plussers haalde? (zie inzet)
‘Of dit een trend is? Tja, het is wel opmerkelijk. Dit jaar zijn er in ons land al drie recordpogingen in de categorie van 80jarigen en één in de categorie voor 50jarigen. Terwijl er daarvoor jarenlang bijna geen enkele poging te noteren viel’, zegt Filip Mariën, die zich voor de Belgische wielerbond over de recordpogingen buigt.
Een duidelijke verklaring heeft hij niet. ‘De vergrijzing zeker? Mensen worden steeds ouder en blijven ook langer fit.’ Maar wellicht is er meer aan de hand. Zo lang mogelijk fit en gezond blijven, dat wil ieder
een. Maar wat zet iemand ertoe aan om dat op zijn 82ste aan heel Vlaanderen te willen tonen? En daar veel geld voor op te hoes ten?
Want zo’n officiële recordpoging kost wel wat. De Kalmthoutenaar moet niet alleen zelf een officieel erkende wielerpiste afhuren. Hij moet ook de UCIcommissaris sen betalen die de tijd zowel manueel als elektronisch opmeten. Hij moet uit eigen zak de dopingcontrole betalen. En hij moet er zelf over waken dat er bij de record poging een gerechtsdeurwaarder, een am bulance én een dokter aanwezig zijn.
Achille Margo telde bij zijn recordpo ging begin dit jaar naar eigen zeggen 4.000 euro neer. Maar spijt heeft hij niet. ‘Integendeel, als mijn vrouw er niet tegen was, zou ik het volgend jaar weer proberen’, grijnst de 84jarige Lauwenaar. ‘Wat ze dan zegt? Dat ik zot ben. Maar pas op, ik laat me door haar niet tegenhouden, hé. Als ik gezond mag blijven, probeer ik het op 90jarige leeftijd opnieuw.’
Net als Margo laat De Ridder zijn recordpoging deels financieren door lokale geldschieters. Die zijn er in overvloed, gaande van de plaatselijke slager tot het bankkantoor van Belfius in Kalmthout. De Facebookpagina die de burgemeester liet maken voor zijn wielerheld, trok de sponsors aan.
Hart en bloedvaten
Wat de 82jarige wielerliefhebber uit Kalmthout morgen zal proberen, valt niet te onderschatten. Het uurrecord heeft een aparte status in het wielrennen. ‘Onmenselijk’ is het vaakste gebruikte adjectief om de inspanning te omschrijven. Een keiharde confrontatie met jezelf. Geen ploegmaten, geen tactiek, niets om je achter te verschuilen. Alleen de atleet en zijn fiets.
Is dat wel gezond op die leeftijd? Kris Van der Mieren, bondsarts bij Belgian Cycling, vindt van niet. ‘Als tachtigplusser een uur lang tot het uiterste gaan … dat is medisch ongeveer even verantwoord als met een oldtimer continu plankgas geven. Ik zou het niemand aanraden. En dan druk ik mij nog zacht uit.’
De kans dat er iets misloopt is volgens de bondsarts veel te groot. ‘Vooral met het hart en de bloedvaten die op die leeftijd sowieso tal van ouderdomsverschijnselen (littekens, vernauwingen, minder doorbloeding, red.) vertonen.’
Van der Mieren geeft toe dat tal van internationale studies aantonen dat mensen die hun leven lang sporten – zelfs vrij intensief – langer leven en meer inspanning aankunnen dan anderen. ‘Maar daar zit ook een limiet op. Het is niet zo dat hoe langer en hoe intenser je sport, hoe gezonder je
‘Als tachtigplusser een uur lang tot het uiterste gaan … dat is medisch ongeveer even verantwoord als met een oldtimer continu plankgas geven’
KRIS VAN DER MIEREN
Bondsarts bij Belgian Cycling
blijft. Vanaf een bepaalde leeftijd, 50 à 60 jaar, komt de slijtage en wordt alles duidelijk minder.’
Boven je tachtigste zo’n inspanning leveren, is volgens Van der Mieren volledig op eigen risico. Ook al verplicht de UCI om voor de recordpoging een extra hartonderzoek te ondergaan. ‘Het is niet omdat je met je auto door de keuring raakt, dat hij geschikt is om te racen’, aldus de bondsarts.
Iets ‘pakken’
De Ridder zelf ziet er geen graten in. ‘Ik wil niet stoefen, maar ik heb vandaag een fitnessleeftijd van 51 jaar. Wie bezig blijft, blijft jong. Wat je ook doet: fietsen, lopen, zwemmen: je moet jezelf blijven uitdagen. En toen ik mijn hart liet testen, bleek ik een VO2max (een graadmeter voor de uithouding van een atleet, red.) te hebben vergelijkbaar met die van echte wielrenners. Zonder dat ik iets pak, hé. Hoe groot mijn
VO2max dan wel is? Euh, dat weet ik niet meer. Je moet dat ook omrekenen naar leeftijd.’
Ook Margo wuift gezondheidsrisico’s weg. ‘Of ik heb afgezien tijdens mijn recordrit? Ik zie al zestig jaar af, want ik ben getrouwd’, grapt de 84jarige WestVlaming. ‘Alleen de laatste tien minuten ben ik echt diep gegaan’. Geerts: ‘Afgezien? Neen gij, het was maar een uurtje rijden. Na een nachtje slapen was ik het al vergeten’.
Geerts en Margo houden het luchtig, maar tussen de regels merk je de onderlinge rivaliteit. ‘Misschien pak ik de volgende keer ketonen (een omstreden voedingssupplement, red.). Ik kende dat toen nog niet’, zegt Margo. ‘Het is legaal en het schijnt dat je daardoor 4 tot 5 kilometer rapper gaat rijden. Misschien heeft die Geerts dat tijdens zijn recordpoging ook gepakt.’
Ook Geerts blijkt eergierig. ‘Die De Ridder is deze zomer naar mijn recordpoging komen kijken. Hij vertelde mij toen dat hij al 34 kilometer in één uur had gereden. Het wordt spannend.’