De gele hesjes zijn jarig
Een jaar geleden kwamen de gele hesjes voor het eerst op straat. Wat blijft er over van hun strijdlust, na het geweld, de ruzies en de afkalvende steun?
PARIJS I ‘Monsieur Macron, j’ai deux petits mots à dire’, zei de Bretoense Jacline Mouraud op 18 oktober 2018 tegen haar computer. ‘On en a plein les bottes’ – we hebben er flink genoeg van. Het moest maar eens gedaan zijn met het ‘automobilistje pesten’, want ‘we leven niet allemaal in de stad’. De stijgende brandstofprijzen zetten haar het water aan de lippen. Dat de regering een milieutaks op diesel wilde invoeren, was de druppel. ‘Wat doet u met al die centen van de Fransen?’
Mouraud raakte een gevoelige snaar. Een groot deel van de Franse bevolking voelde zich door ‘Parijs’ vergeten. Binnen de kortste keren was haar videoboodschap zes miljoen keer bekeken. Honderden Fransen kwamen hun deur uit en blokkeerden rotondes over het hele land. In een geel fluohesje, want precies dat wilden ze: gezien worden.
Er kwam niet meteen reactie uit Parijs. Daarop besloten de gele hesjes op 17 november massaal hun rotondes te verlaten, om te betogen. Ze zouden het de regering daar eens gaan zeggen.
‘Ze kijken mee’
Bernard Rouet was er vanaf dag één bij, op een rotonde in het NoordFranse Marle. ‘We zijn een familie geworden’, zegt hij, terwijl hij druk bezig is op zijn smartphone. Hij krijgt voortdurend berichten via Snapchat en Telegram – Whatsapp en Messenger gebruiken de hesjes niet meer, want ‘daar kijken ze mee’.
Rouet wordt enthousiaster met elke chat die hij ontvangt. Hoop en spanning, net als in die eerste dagen. Hij staat niet meer in Marle, maar een paar kilometer verderop in Laon. ‘In Marle kregen we problemen met de oproerpolitie. Ze hebben ons daar hardhandig weggestuurd.’ Dit weekend zakt hij voor de 53ste keer naar Parijs af. ‘Met boetes en arrestaties hebben ze de voorbije maanden geprobeerd de dynamiek van de beweging te kraken. Maar dit weekend staan we er terug’, hoopt hij.
Op elke arm van de rotonde staan gele hesjes. Ze delen briefjes uit met de boodschap: ‘Eén jaar strijd zonder politiek antwoord – 16 en 17 november op de rotonde waar alles is begonnen Venez nombreux, voor een betere wereld.’ De ramen van de auto’s gaan gretig naar beneden, handen worden geschud en moed wordt ingesproken – ‘ne cédez pas’ (geef niet op).
Op 1 december 2018 mengden relschoppers zich onder de betogers en liep de manifestatie uit de hand. De publieke opinie en de gele hesjes raakten verdeeld. Een week later werd een ongeziene politiemacht naar de hoofdstad gestuurd. De stad ging op slot en vernielingen bleven uit, maar de geest bleef in de beweging. Op 10 december sprak Emmanuel Macron zijn volk eindelijk toe. Hij deed toegevingen, in de hoop de volkswoede te bedaren. Van de dertien beloftes die hij toen maakte, zijn er ondertussen acht uitgevoerd, staan er drie op de wachtlijst en werden er twee uitgesteld. Totaal kostenplaatje: 17 miljard euro.
‘Een pleister op een open wonde’, klinkt het cynisch op de rotonde. ‘De mensen die het écht nodig hebben, hebben er niets aan’, zegt Paco, die net zijn motor in het midden van de rotonde heeft geparkeerd. ‘Veel van die beloftes waren trouwens al langer beslist, zoals de verhoging van het minimumloon’. Paco heeft een comfortabel loon en kan straks rekenen op een pensioen van 2.000 euro. Maar toen hij iemand vergezelde naar de rotonde, werd hij plots ‘gilet jaune’. ‘De verhalen van de mensen hier, de miserie waarin veel mensen leven ... Ik was mij er niet van bewust, ook al gebeurde het vlak voor mijn neus.’
Uitgeput
De mooiste herinnering? ‘Ongetwijfeld oudjaar’, zijn Rouet en Paco het eens. ‘Mensen kwamen ons champagne brengen, we kregen zelfs een bord oesters.’ Die solidariteit was een constante. ‘De rotondes overstijgen onze sociale en politieke verschillen. Hier hebben we elkaar nodig’, zegt Paco. ‘Oude vrienden hebben me de rug toegekeerd omdat ik met “hén” optrok. Maar ik heb hier een familie gevonden.’
Na Macrons knieval halveerde het aantal demonstranten. Ook de steun van de publieke opinie verminderde. Op het hoogtepunt stond 84 procent van de Franse bevolking achter de gele hesjes, rond de jaarwisseling vond de helft van de Fransen dat het welletjes was. Ook het ‘grand débat’, dat Macron in heel het land organiseerde om de verzuchtingen van zijn bevolking te aanhoren, maakte dat de steun afkalfde.
Bovendien bleven de wekelijkse betogingen gewelddadig, met 16 maart als dieptepunt. Het leger werd ingezet. Het werd een strijd tussen ordediensten en relschoppers. De politie werd de nieuwe vijand, over koopkracht werd en wordt nog maar weinig gesproken.
Een jaar na de start wordt de balans opgemaakt. Bij de eerste betoging kwamen in heel Frankrijk 282.000 mensen op straat, het record. Er vielen elf doden bij acties van de gele hesjes en bijna 4.500 gewonden. Meer dan 12.000 mensen werden opgepakt. En nu?
‘Wij blijven strijden’, zegt Paco. ‘Voor sociale rechtvaardigheid en voor de volgende generaties. Dat de Totals en de Carrefours van deze wereld niet meer met alles gaan lopen. Dat de politici zich bekommeren over de kleine Fransman.’ De strijdlust is er nog, maar de hoop klinkt minder luid dan een jaar geleden. ‘Veel mensen zijn mentaal en fysiek uitgeput’, geeft Rouet toe. ‘Maar de redenen van de gele woede zijn niet verdwenen’.
‘Met boetes en arrestaties hebben ze geprobeerd de dynamiek van de beweging te kraken. Maar dit weekend staan we er terug’
BERNARD ROUET
Geel hesje van het eerste uur