Naar whisky kun je ook luisteren
Luc Brewaeys hield van klanken, grapjes en een goed glas whisky. Hij vernoemde zes werken naar zijn favoriete single malts. Met een concertreeks rond die stukken brengt The Whisky Tour in Antwerpen ode aan de betreurde Belgische componist.
Een leger klarinettisten, percussionisten en een hoorn die in kreten en gegrom overal rondom je galmen: met een herneming van Talisker belooft The Whisky Tour rond Luc Brewaeys morgen alvast groots van start te gaan. Toen het stuk in 1993 voor het eerst weerkaatste op de ijzeren constructie van het Centraal Station in Antwerpen, raakten duizenden mensen erdoor overweldigd. Morgen mag het niet in het station – om veiligheidsredenen – maar wel in het atrium van de Elisabethzaal, waar daarna ook nog Brewaeys’ vijfde symfonie Laphroaig zal klinken. Ook dat whiskymerk vergt nogal wat mankracht: twee orkesten, voor en achter het publiek, en vier luidsprekers. Als het groots kon, dan ging Brewaeys er voor.
De componist uit Mortsel zou dit jaar zestig geworden zijn. Maar de grootschalige concertreeks die The Whisky Tour is, gaat niet om verjaardagen of herdenkingen. ‘We ruimen plaats voor een componist die het verdient om gespeeld te blijven worden,’ zegt de directeur van De Singel, Jerry Aerts. ‘Brewaeys’ muziek is ongelooflijk rijk. Aan de ene kant is ze intellectueel, maar toch bezit ze een genereuze en directe zeggingskracht.’ Inderdaad, of het nu gaat om de exuberante klarinetkreten van Talisker, of de donkere onrust van het laatste whiskywerk Cardhu uit 2008: zijn hele leven lang schreef Brewaeys muziek die je met de meest uiteenlopende klankkleuren direct meeneemt in een spannend drama.
De gulden snede
Toch moeten we het even over die intellectuele kant hebben. Want als je het Brewaeys zelf gevraagd zou hebben, was die precies de reden waarom zijn muziek zo direct aanspreekt. Meestal dacht hij de tijdsstructuren netjes op voorhand uit – liefst op basis van de gulden snede. En ook aan de harmonieën en melodieën, waarmee hij die structuur invulde, kwam vaak wetenschap te pas. Nadat hij zijn oor te luisteren had gelegd bij avantgardisten over heel Europa, vond Brewaeys tijdens de jaren 80 zijn stem in het spectralisme. Componisten van die muziek putten hun tonen uit de fysische analyse van klankkleur, waarmee je precies kan ontleden waarom het luiden van een bel anders klinkt dan het fluiten van een klarinet.
Maar die klankanalyses zijn slechts een vertrekpunt. ‘Vaak wordt spectrale muziek gereduceerd tot de analyse van klanken, maar dat betekent evenveel als opmerken dat een boek in het Frans geschreven is. Brewaeys heeft inderdaad zaken overgenomen uit het spectralisme, maar hij vertelt er zijn persoonlijk verhaal mee,’ zegt Filip Rathé, die zondag Talisker zal dirigeren en ook geregeld met Brewaeys heeft samengewerkt. ‘Hij schreef zoals hij was: exuberant, energiek maar ook erg geraffineerd.’
Rusteloos
Nog een karaktertrek van Brewaeys die je in zijn muziek terugvindt, is zijn rusteloosheid, vindt componiste Annelies Van Parys. Zij was Brewaeys’ leerlinge, maar ook na de lessen hadden de twee een nauwe band. ‘Soms stuurde hij me fragmenten op van stukken die hij aan het schrijven was, om na te gaan of wat hij wilde vertellen wel overkwam. Maar hij had ook gewoon nood aan bemoediging,’ vertelt ze. Achter de rusteloze overgave waarmee Brewaeys zijn muziek schreef en zijn leven leidde, schuilde ook onzekerheid. ‘Veel mensen denken dat hij overliep van zelfvertrouwen. Maar als je hem beter kende, merkte je dat dat een façade was. Hij was ongelooflijk veeleisend voor zichzelf.’
Brewaeys componeerde zijn stukken altijd eerst helemaal in zijn hoofd. Daarvoor had hij geen piano of kladpapier nodig. Alle mogelijke kleuren en de gekste speeltechnieken die een instrument kan maken, kende hij van buiten.
‘Pas als het stuk helemaal af was in zijn hoofd, kon hij het beginnen neerschrijven. Meestal schreef zoals hij was: exuberant, energiek maar ook erg geraffineerd. kwam dan pas de stress,’ weet Birgit Van Cleemput, Brewaeys’ weduwe. Ze herinnert zich nog goed de spanning die in huis te snijden was toen Brewaeys in 2006 aan zijn opera L’uomo dal fiore in bocca werkte. Vlak voor de première van het werk kreeg Brewaeys te horen dat hij kanker had: krak dezelfde mondaandoening als het hoofdpersonage uit zijn opera.
Er volgden later nog vier kankers. Maar ook nog heel wat prachtige stukken. Want Brewaeys bleef altijd op zoek gaan
naar nieuwe ideeën. ‘Hij wilde het altijd beter doen dan ervoor, ondanks zijn jarenlange fysieke aftakeling,’ vertelt Van Cleemput. ‘Zelfs als hij in 2015 naar het ziekenhuis moest voor zijn laatste operatie, had hij twee stukken mee om aan te werken. Altijd had hij muziek in zijn hoofd.’
Vlak voor de première kreeg Brewaeys te horen dat hij kanker had: krak dezelfde mondaandoening als het hoofdpersonage uit zijn opera
The Whisky Tour, een hommage aan Luc Brewaeys, op 17, 19 en 22 november in de Elisabethzaal en De Singel in Antwerpen. Daar loopt ook een miniexpo over het leven en werk van de componist.