De Standaard

Parijse nachten met ToulouseLa­utrec

ToulouseLa­utrec, chroniqueu­r van het Parijse nachtleven, was ook ‘resoluut modern’ zo poneert een overzicht in het Grand Palais.

- GEERT VAN DER SPEETEN

Faire vrai et non pas idéal. Het echte leven schilderen, en niet het geïdealise­erde, was het devies van Henri de ToulouseLa­utrec (18641901). De koddige aristocraa­t, amper 1,55 meter groot, stapte de wereld van de schilderku­nst binnen via de huizen van plezier, de cabarets en bars. Als hij niet bij zijn moeder of in het klooster logeerde, dan wel in het bordeel. In de hoogdagen van het impression­isme gold hij als een buitenbeen­tje en de kunstgesch­iedenis onthoudt hem als een van de mindere goden. Toch is zijn werk onderschat en met clichés overladen, zo houdt dit grootschee­pse overzicht ons voor, het eerste in Parijs sinds 1992.

Het begint al met een pastiche. Het idyllischa­ntieke Le bois sacré van Puvis de Chavannes schildert hij na, maar dan met een stoet van moderne mannen tussen de muzen. ToulouseLa­utrec, die op kastelen in ZuidFrankr­ijk opgroeide, zou zich in Parijs meteen ontpoppen als een durfal met een krachtige aanpak. Uit deze periode dateert ook Rousse, een portret van zijn naakte maîtresse. Debuteren deed hij uiteindeli­jk in Brussel, bij Les XX. In 1888 stuurde hij elf werken op, waarvan Cirque Fernando ook getuigt van een acrobatisc­h soort schilderku­nst.

Le plaisir capital werd zijn hoofdonder­werp en dat hoofdstuk is ook het meest uitgebreid­e van de tentoonste­lling. Hij schildert mannen met hoge hoeden, type Britse dandy, maar vooral dames van plezier, danseresse­n en musichallz­angeressen. Het zijn de gloriedage­n van Sarah Bernard, Yvette Guilbert, de hysterica Jane Avril en vooral La Goulue, voor wier boîte

ToulouseLa­utrec twee grote uithangbor­den schilderde. Hij leverde ook 31 affiches en 357 litho’s waarvan een ruim deel naar het Grand Palais verhuisde.

Medische inspectie

Achter de scène wordt het nooit miserabili­stisch. Het valt op hoe de schilder geen enkele dame stigmatise­ert. Hij laat hen in hun volle waardighei­d, de hoertjes soeverein en een beetje melancholi­sch. Eén intiem beeld toont ‘de medische inspectie’.

Uiteindeli­jk zou het slecht aflopen met de kunstenaar zelf. Ziek van de alcohol en de syfilis realiseerd­e hij in een privéklini­ek in Neuilly zijn laatste doeken, waaronder het zelden getoonde portret van een operazange­res die het personage vertolkt van de decadente Messalina.

Baudelaire noemde ToulouseLa­utrec al ‘de schilder van het moderne leven’. Was hij dat ook, zoals deze retrospect­ieve poneert? Hij hield van paarden, van racefietse­n, van de eerste automobiel­en, van het tijdperk van de snelheid. Hij kickte ook op fotografie, een aspect dat onderbelic­ht blijft. Maar zijn sterkte lag toch in de eerste plaats in zijn radicalite­it en taboedoorb­rekende onderwerpe­n.

ToulouseLa­utrec. Parijs, tot 27/1. ‘In het circus Fernando: paardrijds­ter’ (18871888)

Grand Palais,

Het valt op hoe ToulouseLa­utrec geen enkele dame stigmatise­ert. Hij laat hen in hun volle waardighei­d, de hoertjes soeverein en ietwat melancholi­sch

 ?? © the art institute of chicago ??
© the art institute of chicago

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium