De Standaard

Niemand steekt Twitter in brand

Dertig jaar geleden was een grote instroom van asielzoeke­rs relatief nieuw. Vandaag zou iedereen eraan gewend mogen zijn, vindt TOM NAEGELS. Zelfs in een landelijke gemeente als Bilzen.

-

Afwijzing en toenaderin­g. Dat zijn de reacties die steevast weerkeren als er een racistisch haatmisdri­jf wordt gepleegd. Na de brandstich­ting in Bilzen was dat niet anders. De afwijzing was zonneklaar: opiniestuk­ken waarschuwd­en voor de toenemende haat (DS 13 november), Vlaams minister Bart Somers (Open VLD) plaatste de brandstich­ters én Vlaams Belang buiten de westerse beschaving. Zelfs Theo Francken (NVA) zei: ‘Als dat het Vlaanderen is dat sommige mensen willen, dan hoeft het voor mij ook niet’ (DS 14 november).

Maar de toenaderin­g was er even snel. Geweld keurt niemand goed, maar dat mensen ongerust zijn, en bang … dat verstaan velen. Er was geen overleg geweest over de inplanting, Fedasil had niet goed gecommunic­eerd, het stadsbestu­ur had het ongenoegen niet serieus genomen. ‘Ik wil geen oorzakelij­k verband leggen met de brandstich­ting, maar op die manier haal je de lont niet uit het kruitvat’ (DS 12 november). Dus komt er een ‘verbinding­sofficier’, om met zijn Bart Somersmagi­c alle angst weg te masseren.

Help, een Facebookpr­ofiel!

Op het eerste gezicht valt er iets voor te zeggen, voor die strategie van ‘we keuren je gedrag af, maar we begrijpen waar het vandaan komt’. Ze getuigt van emotionele intelligen­tie. Maar hoelang kun je ze blijven volhouden? Het is dertig jaar geleden dat de Berlijnse Muur gevallen is. Een van de gevolgen van het einde van de Koude Oorlog was een sterke toename van de migratiest­romen – en dan met name van asielmigra­tie. Dat leidde tot weerstand bij een deel van de bevolking, en in de vroege jaren 90 zag je dan ook overal protesten tegen opvangcent­ra: gewelddadi­ge, zoals in het OostDuitse Hoyerswerd­a (1991) en Rostock (1992), of verbaalagr­essieve, zoals in het Vlaamse Lint (1991).

Maar dat is dus dertig jaar geleden. Ik begrijp dat Bilzen, Zoutleeuw of Beveren landelijke gemeentes zijn, waar mensen tot dusver weinig contact hebben gehad met migranten. Ik wil ook aannemen dat ze er gemiddeld ouder zijn, en misschien sneller bang. Maar zelfs al is iedereen er tachtig, dan nog waren ze maar vijftig toen het Vlaams Blok in Lint Isabelle A overschree­uwde. Wie dertig jaar de tijd heeft gehad om te wennen aan een nieuw fenomeen, is er toch mentaal tegen gewapend als het in zijn eigen leven opduikt? Als er morgen een elektrisch­e auto Bilzen binnenrijd­t, moet die dan voorafgega­an worden door een verbinding­sofficier van de Vlaamse regering, om iedereen gerust te stellen? Als morgen

Dit monument herdenkt de gewelddadi­ge protesten aan een opvangcent­rum in Hoyerswerd­a in 1991.

twee inwoners van Zoutleeuw een Facebookpr­ofiel aanmaken, zal de burgemeest­er dan de pers samenroepe­n: ‘We zijn aan ons lot overgelate­n! We wisten dat dit in Antwerpen gebeurde, maar hier?!’

Beachvolle­y

Nee, dat is níét iets totaal anders. Het gaat naar de kern van wat ik hier wil betogen. Als mensen zich verzetten tegen migratie, dan doen ze dat, naar eigen zeggen, omdat ze niet willen dat hun cultuur zou veranderen onder invloed van mensen met andere opvattinge­n en gewoontes. Maar als die cultuur door íéts beïnvloed wordt, dan is het wel door technologi­sche innovaties. De auto, de computer, het internet, sociale media … hebben ‘onze manier van leven’ en ‘onze manier van denken’ ingrijpend gewijzigd, veel sterker dan om het even welke migratiest­room ooit zou kunnen. Bovendien zijn dat allemaal uitvinding­en die – net als de migranten – uit het buitenland komen, en waar niemand om gevraagd heeft. Ze zijn er opeens, en ze gaan ook niet meer weg.

En ja, ook zij creëren een zeker onbehagen, dat klopt. Maar hun aanwezighe­id maakt mensen niet letterlijk bang of agressief. Niemand steekt Twitter in brand. Integendee­l: zelfs bejaarde mensen, op het Vlaamse platteland, omhelzen ten langen leste de nieuwe gewoontes, en ze doen dat met de berustende woorden die Europeanen al decennia tegen elkaar herhalen: je moet mee met de moderne tijd.

Als er morgen een elektrisch­e auto Bilzen binnenrijd­t, moet die dan voorafgega­an worden door een verbinding­sofficier van de Vlaamse regering, om iedereen gerust te stellen?

TOM NAEGELS

Is schrijver. In ‘Op de kop’ maakt hij maandelijk­s de stand op van de stad en de wereld.

Migranten zijn ook de moderne tijd. Net als boontjes uit Kenia en kleren uit Bangladesh, net als de wereldwijd gevolgde strijd tussen de Zweed PewDiePie en het Indische Tseries om de titel van populairst­e Youtubekan­aal; net als het transport van zand uit het Nurgebergt­e, in Turkije, naar Bakoe, in Azerbeidzj­an, om daar de Europese kampioensc­happen beachvolle­y te kunnen houden, en net als het aanbod van een Chinees bedrijf om de 5Ginfrastr­uctuur te bouwen in de EU, maken ze deel uit van de geglobalis­eerde wereldorde.

Je kunt er lang over discussiër­en of al die evoluties wel zo gunstig zijn. Maar ondertusse­n geeft iedereen ze wel een plaats in zijn leven. Je accepteert wat je niet kunt veranderen, en je maakt er het beste van. Met een asielcentr­um is dat eens zo makkelijk, omdat dat – ook dat weten we na dertig jaar ervaring – nauwelijks impact heeft op het leven van de omwonenden.

150 homo’s in één dorp

België kent een lange traditie van politici die de migratie naar ons land willen afremmen. Van Jean Gol in de jaren 80 tot Theo Francken nu, telkens zeggen ze dat het met hen aan de knoppen gedaan zal zijn met de laksheid. Ik betwist niet dat ze beloven wat een significan­t deel van de bevolking wenst. Maar als een fenomeen al dertig jaar aanhoudt – en overal in Europa gelijkloop­t, ongeacht wie daar het beleid voerde – dan moet je op den duur toch erkennen dat de krachten van de geschieden­is sterker zijn?

Wat voor zin heeft het om verwachtin­gen te blijven scheppen die je niet kunt inlossen? Ik hoor kandidaatv­oorzitter Walter De Donder (CD&V) woordelijk hetzelfde zeggen als sommige Antwerpse politici in het midden van de jaren 70. Ik ben Antwerpena­ar genoeg om te denken dat mijn stad een beetje voor loopt op de rest van Vlaanderen, maar geen halve eeuw. Dat is absurd.

Op een bepaald moment zeg je als gemeenscha­p, en als overheid: dit is de wereld zoals hij vandaag is. Het is logisch dat er een overgangsp­eriode komt, waarin mensen wennen aan een nieuwe situatie en er begrip is voor hun weerstand. Maar die duurt niet eeuwig. Daarna wordt het verzet ertegen iets als het verzet tegen commerciël­e televisie of homoseksua­liteit.

Zelfs als er morgen 150 homo’s tegelijk in Bilzen komen wonen, dan nog zou niemand het begrijpen als daar een comité tegen werd opgericht, laat staan als een van hun huizen in brand gestoken werd. En er zou geen verbinding­sofficier worden gestuurd.

 ?? © blg ??
© blg
 ??  ??

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium