De Standaard

‘We zijn allemaal wel ergens de ander’

Af en toe durven te dwalen, stil worden, kijken en niet automatisc­h vastleggen. Het is een tegengif voor allerlei, vindt actrice Jessa Wildemeers­ch.

- INES MINTEN

1. Gaan!

‘Vroeger bij de scouts deden we geregeld heftige parcoursen door rivieren, bossen en brandnetel­s. Op de moeilijkst­e momenten riep de hele groep: “Gaan! Gaan!” Het was een enorme motivator, zelfs wanneer ik voor een parcours stond dat me onmogelijk leek. Het gaf me de pit en de goesting om er echt voor te gaan. Als ik nu voor iets kies, ga ik er ook helemaal voor. Dat is niet altijd vanzelfspr­ekend, omdat ik niet meer die groep heb die constant staat te roepen: “Gaan!” Maar als ik voor een moeilijke opdracht sta, hoor ik de echo’s van die stemmen nog. En dan spring ik. Vergelijk het met een touw over een rivier waar je aan bungelt. Val je in het water, dan moet je weer op die koord raken en voortgaan.’

2. Word af en toe onzichtbaa­r

‘Een actrice staat in de schijnwerp­ers, dat hoort bij het beroep. Ook naast het podium is het belangrijk om aanwezig en zichtbaar te zijn. Uiteindeli­jk zit onze hele samenlevin­g zo in elkaar. Daarom word ik op tijd en stond graag onzichtbaa­r. Het gaat dan niet alleen om mijn telefoon wegleggen en even wegblijven van sociale media. Ik heb het evengoed over ronddwalen in een stad en daar stil worden, opgaan in de massa en het leven. Zo leer je opnieuw te kijken en verwonderd te raken, al is het door de lichtinval op een gebouw. Dat vraagt tijd en aandacht. Juist door onzichtbaa­r te worden, te kijken, voelen, ruiken, laat je de wereld opnieuw zichtbaar worden.’ ‘Voor mijn huidige stuk, Para

dise blues, heb ik veel mensen geintervie­wd over hun visie op het hiernamaal­s. In Italië kwam ik een archeoloog tegen die niet wilde dat ik het gesprek registreer­de. Ook dat was een les. Een opname is een houvast. Ik moest het helemaal hebben van luisteren en dat op me laten inwerken. Van nature ben ik iemand die graag schoonheid vastlegt. Ik houd graag dingen bij die ik mooi vind, ik heb zelfs dagboeken. Maar af en toe net níét archiveren en erop durven te vertrouwen dat zal bijblijven wat moet, het laat je zintuiglij­k scherper staan.’

3. Spreken is beter dan zwijgen

‘Vroeger had ik nogal de neiging om dingen op te kroppen. Iemand zei of deed iets wat me kwetste of waarmee ik het moeilijk had, en ik sprak dat niet uit. Het leek soms of ik me geneerde in de plaats van de ander en daarom zweeg. Maar de voornaamst­e reden was dat ik bang was voor conflict. En dus nam ik het mee naar huis en bleef ik ermee zitten. Geleidelij­k heb ik geleerd om zulke dingen toch uit te spreken. Je hoeft dat daarom niet aanvallend te doen, maar gewoon duiden: “Ik voel me hier niet goed bij.” Het bijzondere is dat er dan vaak helemaal geen conflict komt. Er ontstaat een nieuwe dynamiek, je cre

ëert dialoog. Zo kun je een oplossing vinden of hoor je een ander standpunt dat misschien interessan­t is. Het is iets wat ik nog volop aan het leren ben. Ik ben eraan begonnen door achteraf even te bellen om het erover te hebben. Stap voor stap heb ik die tijd ertussen verkort. Nu kan ik al veel vaker direct reageren als er zoiets voorvalt.’

4. Neem de trein

‘Als ik met de trein reis, of met de fiets of bus, kom ik mensen tegen, zie ik nieuwe dingen en heb ik tijd. Op de trein neem ik de tijd om een boek te lezen, uit het raam te kijken of de dag te laten bezinken. Of soms kom ik vrienden of kennissen tegen. Ja, het openbaar vervoer leidt vaak tot frustratie door vertraging­en en zo. Maar het wordt vaak ook goedgemaak­t.’

‘Vorige week nog had ik een fantastisc­he conducteur die supergoed met de mensen omging. Hij praatte met de kinderen op de trein, liet ze even conducteur­tje spelen. Zulke dingen zijn mooi om te zien. Soms is het openbaar vervoer ook gewoon een manier om samen te leven. Als ik alles optel, haal ik er nog altijd meer tijd en comfort uit dan frustratie en oncomforta­bele momenten. En soms denk ik: als we nu gewoon met z’n allen volharden en massaal het openbaar vervoer gaan gebruiken, zal de infrastruc­tuur de vraag dan niet volgen, zodat alles ook echt vlotter begint te lopen?’

5. Iedereen is de andere

‘Hier had ik het onlangs nog over met Steven De bruyn, op de terugweg van een voorstelli­ng. Door mijn beroep reis ik veel en bevind ik me dus ook vaak in situaties waar ik “de vreemdelin­g” of “de ander” ben. Ik ken er niemand, soms spreek ik de taal niet. Het maakt je kwetsbaar, want je bent verplicht om anderen te vertrouwen en je in nieuwe situaties in te leven. Maar zo besef ik wel wat het is om niet te passen in de context, omgeving, cultuur of samenlevin­g waarin je je bevindt. Het doet me beseffen dat we allemaal wel ergens de ander zijn. Daardoor begrijp ik ook beter hoe het moet zijn om hier aan te komen zonder familie, zonder de taal of de cultuur te kennen, zonder enig houvast. Als je daar genoeg bij stilstaat, groeit je empathie. Het leidt tot begrip, menselijkh­eid en mededogen.’

 ?? © Fred Debrock ?? Jessa Wildemeers­ch: ‘Als ik voor iets kies, ga ik er altijd volledig voor.’
© Fred Debrock Jessa Wildemeers­ch: ‘Als ik voor iets kies, ga ik er altijd volledig voor.’

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium